Het grote excuus

 

Ik ben begin deze maand acht jaar geworden. Begonnen in april 2002.

En dergelijke kleine mijlpaaltjes inspireren mij altijd een beetje tot het maken van overzichtsverhalen.

Mensen maken fouten en het is altijd lastig om die fouten toe te geven. Het is makkelijker om een goed excuus te bedenken.

En op welke plek kun je beter excuses aanhoren dan in de rechtszaal? De plek bij uitstek voor een excuus bij een fout. In de voorbije jaren heb ik ze allemaal voorbij zien komen. Opvallend genoeg zijn de meeste mensen niet zo heel erg origineel. Ze komen vaak met exact hetzelfde ‘alibi’.

De mannen die kinderporno downloaden hebben het vaak over bijvangst. Ze waren op zoek naar legale porno en kregen op het internet ongevraagd allerlei rommel mee.

Hier en daar probeert een verdachte zelfs het onmogelijke mogelijk te maken door met stelligheid te verkondigen uit pure nobelheid een ware kruistocht te zijn begonnen tegen de kinderporno.

‘Heus, meneer de rechter. Ik strijd al jaren tegen deze rommel en heb al die duizenden plaatjes en filmpjes alleen maar opgeslagen om de politie te laten zien hoe verschrikkelijk het allemaal wel niet is.’ 

‘Oh, meneer. Dat maakt de zaak anders. In dat geval zijn we ergens vergeten u een lintje te geven. Het spijt ons oprecht.’ 

Dieven en oplichters hebben altijd een tekort aan geld. Om drugs te kopen, bijvoorbeeld. Of om opgelopen schulden af te lossen. Het ene gat met het andere dichten. En Marktplaats-oplichters zweren bij hoog en laag dat ze echt van plan waren de bestelde goederen ooit te leveren. Maar ja, ziekte/problemen/schulden/tegenslag/leveranciers.

Steunfrauders blijken stuk voor stuk slecht in het lezen en interpreteren van formulieren. Zij stellen bijna zonder uitzondering geen idee te hebben hoe je de begrippen ‘samenwonen’ en’ inkomsten’ nu precies moet duiden.

‘Tsja, Paul  is inderdaad altijd bij mij, we eten samen en doen samen boodschappen. Meestal slaapt hij ook wel bij mij, ja en ik was zijn vuile onderbroeken. Maar de post komt op zijn eigen adres, hoor. Dan woon je toch niet samen?’

Zowel bij moord/doodslag als de meeste zedenzaken ligt het vaak aan een ander. Omdat de ander agressief was bijvoorbeeld. Of simpel zelf zo verrekte uitdagend dat seks er wel van moest komen. Of het slachtoffer nu een kind was of niet, dat maakt niet uit.

Het ‘ander-alibi’ is ook populair bij de vaak jonge verdachten van vernieling en brandstichting. Hier valt de term ‘verkeerde vrienden’ met enige regelmaat. Rechters willen nog wel eens opmerken dat de verdachte dan zelf wellicht ook een ‘verkeerde vriend’ was.

Verkeersmisdrijven zijn altijd ongelukken waar de opzet ver te zoeken is. ‘Maar meneer de rechter, ik stap toch niet in de auto om iemand dood te rijden?’

Nee, maar als je het doet, ben je er vaak wel verantwoordelijk voor. Opzet speelt hier geen rol. Kwestie van voorzichtigheid, geen risico’s nemen en de aandacht er bij houden. Ik heb het op deze plek al vaker gezegd: rechters beschouwen autorijden als topsport.

Ik hoor u nu denken: je moet toch wat als je voor de rechter staat?

Dat valt te bezien.

Ik zal het hier op deze plek maar zeggen zoals het is. Bovenstaande excuses helpen voor geen meter.  Zo ongeveer 94% van alle rechtszaken levert een veroordeling op.

Dat u even voor uzelf in kunt schatten hoeveel kans u maakt.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *