Het mes en het meisje II

 

Een tijdje terug schreef ik over een jonge vrouw met een mes.

Ze was even buiten de Lewenborgbar ten prooi gevallen aan een groep woeste vrouwen en een boze man. Toen ze weerloos op de grond lag, trok ze een mes en stak ze een van de dames in een arm.

Poging doodslag, vond de officier van justitie. Mag niet en dus straf.

Noodweer, meende de rechtbank. We hebben het liever niet, maar je kon niet anders.

Vandaag stond de ruzie opnieuw op de agenda van de rechtbank. Maar nu met andere hoofdrolspelers.

Een moeder (niet aanwezig),  twee dochters en de boze man. Allemaal verdacht van openlijke geweldpleging. Na de ruzie in de bar, doken zij massaal op het meisje met het mes. Schoppen, slaan en aan de haren trekken.

De rechtszaak zelf verliep volgens een te verwachten patroon.

De verdachten vonden dat het allemaal wel wat meeviel. Een van de dochters kwam met een bijzonder alibi. Ze wist 100% zeker dat zij niet had getrapt. Waarom? ‘Ik was ja zeven maanden zwanger!’

Justitie sprak van een ernstig feit. En van gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij.

Wat mij bijbleef was de reactie van een van de verdachten bij het horen van de eis.

De 60 uur werkstraf waar de officier van justitie mee op de proppen kwam, werd met een grote glimlach begroet. De man schrok daar zelf zo van, dat hij zijn hoofd snel achter de rug van zijn advocaat verborg. 

Een bijzonder beeld.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *