Het monster in ons hoofd

De tragische vondst van de 9-jarige Gino maakt de tongen flink los op sociale media. Door menigeen werd een klemmend beroep gedaan op de invoering van de doodstraf. De dader is in de ogen van velen een monster. Het is een logische reflex op de gewelddadige dood van een kind, maar het is ook een bezweringsformule die met de werkelijkheid doorgaans weinig van doen heeft.

Vooropgesteld; ik doe helemaal niets af aan de gevoelens van walging en woede over de volstrekt zinloze dood van een jongen van negen jaar oud. Iedereen heeft het recht om zijn emoties te uiten en het is logisch dat woede ook meteen omgezet gaat worden in stevige taal. Je kind verliezen is de ergste nachtmerrie en dat is voor iedereen invoelbaar. Dit zijn diep misselijkmakende incidenten waar iedereen automatisch walging bij zal voelen en in het verlengde daarvan de dringende behoefte heeft om die gevoelens te ventileren.

De grote vraag is wel: als je daders wegzet als monsters, ontsla je dan als maatschappij jezelf niet ook van de plicht om te analyseren hoe dingen kunnen gebeuren en hoe je dit soort ernstige misdrijven kunt voorkomen?

Reflex

Voor de duidelijkheid: ik voel mij op dit moment niet goed genoeg geïnformeerd over de in deze zaak aangehouden verdachte Donny M. om stevige uitspraken over hem te kunnen doen. Daar is het te vroeg voor. Verhalen genoeg over een ‘ernstig beschadigde en verwaarloosde man’, maar we weten vooral heel veel nog niet.

Waar ik het wel over wil hebben is – in zijn algemeenheid – de automatische reflex waarin wij schieten als we horen of lezen over gruwelijke daden. Om onze eigen gevoelens van onrust en angst te bezweren drukken we de dader in een speciaal vakje. Hij (meestal is het een hij) of zij hoort niet bij ons, er moet wel sprake zijn van een speciale categorie: een monster. Een mythisch wezen, niet menselijk.

Rechtbankverslaggevers en mensen die werken in de forensische hulpverlening hebben de luxe niet om gruweldaden onverkort in het vakje ‘monster’ te stoppen. Wij zien namelijk dat moordenaars en (kinder)misbruikers veel meer zijn dan hun gedrag. Het zijn doorgaans bekenden van het slachtoffer, op het oog normale ouders, partners, buren, huisvrienden, opa’s of coaches. Het zijn bepaald niet de gepukkelde, in zwart getooide en onverzorgde struikrovers die vanuit de bosjes ongeschoren op ons loeren. Jonge kinderen die slachtoffer worden, worden meestal door de eigen ouders omgebracht, vrouwen door hun eigen partner.

Karikatuur

Op het internet en in de kroeg is al snel sprake van een karikatuur van de werkelijkheid. Van daders die volstrekt buiten de maatschappij staan en die bij nacht en ontij op pad gaan om (weer) toe te slaan. Omdat ze niet als ons zijn, maar inherent slecht en levensgevaarlijk. Ware onmensen die het verdienen om lang weg te rotten in een kale cel.

Ik denk dan altijd aan de moordenaars en misbruikers die ik in 22 jaar tijd voorbij heb zien komen in de rechtszalen. Uitzonderingen daargelaten waren hun gedragingen gruwelijk, maar waren ze dat zelf doorgaans niet. Vaak gaat het ook nog eens om mensen die gedreven door stoornissen handelen (waardoor moord meestal doodslag is).

Mensen die vanuit een psychose of ernstige stoornis handelen zijn zelf geen monsters. Het is de kortsluiting in hun hoofd die overgaat tot de gruweldaden. Het zijn de stemmen of de psychoses die handelen. Ze zijn daarom niet of maar in zeer beperkte mate toerekeningsvatbaar. En als je iemand iets niet toe kan rekenen, dan is een term als monster een loze term. Een karikaturale bezweringsformule. Een poging om het kwaad buiten ons te leggen, omdat het kwaad dan altijd de ander is. Een niet menselijke eigenschap waarmee je miskent dat ieder mens onder bepaalde omstandigheden een gewelddadig wezen kan zijn.

Filemon

Programmamaker Filemon Wesselink kwam daar ook achter toen hij voor zijn programma ‘Ik heb iemand gedood’ met moordenaars sprak.

‘Ik ben erachter gekomen dat moordenaars niet per definitie gewetenloze monsters zijn. Ze lijken misschien wel meer op jou en mij dan je zou willen’

En daar komt nog iets bij. Toen bekend werd wie de verdachte is van het doden van Gino, werden meerdere mensen ten onrechte aangezien als verdachte. De politie moest zelfs op Twitter corrigerend optreden. Als mensen de verdachte zien als monster en uit pure woede zelf vergelding zoeken, wat kan dit dan voor gevolgen hebben voor die mensen? Je moet er niet aan denken als er ook fysiek een heksenjacht ontstaat op onschuldige mensen.

Jeugdrecht

De ophef over de dood van de 9-jarige Gino werd versterkt toen bekend werd dat de verdachte op 17-jarige leeftijd werd veroordeeld voor seksueel misbruik van minderjarigen. PVV-politicus Geert Wilders was er als de kippen bij om ‘D66 en softe rechters’ verantwoordelijk te houden. Want de dader van toen had onverkort dertig jaar celstraf moeten krijgen, dan was Gino nu nog in leven.

Het was een act voor de bühne, omdat een dergelijke celstraf voor een (toen) 17-jarige en een zedendelict helemaal niet mogelijk is. Uit de nieuwsberichten die de afgelopen dagen verschenen valt op te maken dat de verdachte volgens het jeugdrecht werd veroordeeld en dat wil zeggen dat een maximale celstraf van twee jaar aan de orde is. Hij kreeg vijf maanden jeugddetentie en een voorwaardelijke PIJ-maatregel van drie jaar. Volgens de rechters was een voorwaardelijke straf passend, omdat de dader al een behandeling moest ondergaan in een kliniek.

Beïnvloedbaar

Daar kun je van alles van vinden, maar het is wel in lijn met de bedoeling van de wetgever en dus ironisch genoeg iets waar Wilders meer invloed op uit kan oefenen dan rechters. Jongeren zijn nog beïnvloedbaar en daarom ligt de nadruk in het jeugdrecht op behandeling en begeleiding. Op zich is dit logisch, het misdrijf waar een veroordeling op volgt is niet meer ongedaan te maken, maar er kan wel worden gekeken naar de toekomst. Juist om te proberen nieuwe slachtoffers te voorkomen en de nog te kneden dader weer in het juiste spoor te duwen. Het is een pragmatische keuze.

Het moet allemaal nog blijken wat er in deze casus mis is gegaan. Er blijven veel vragen over. Is de behandeling van de grond gekomen? En als dit niet het geval is, waarom is er niet alsnog overgegaan tot het in werking treden van een PIJ-maatregel? Hoe zat het met toezicht? Daar zal binnen het forensische veld goed en diepgravend onderzoek naar moeten worden gedaan.

Systeem

Mijn punt is echter een andere. Kindermoord komt – relatief gezien – maar heel weinig voor. Je kunt een systeem dat gericht is op voorkoming van recidive en het weer op de rails trekken van jongeren niet inrichten op basis van (toekomstige) incidenten. Als je afstapt van het logische idee om jonge verdachten een korte celstraf te geven en de nadruk te leggen op behandeling, dan kan dit gaan gelden voor een heleboel adolescenten.

En dan zal het ook gaan gelden voor uw eigen kinderen, denk namelijk niet dat het u niet kan overkomen. Jongeren zijn impulsief en hun pad naar volwassenheid kan hobbelig en onbestendig zijn.

Veiligheid

Kunnen we met het opleggen van een behandeling 100% veiligheid garanderen? Nee, zeker niet. Die gedroomde veiligheid is een schijnveiligheid. Maar het is wel het beste systeem dat we hebben. Het alternatief is namelijk om een jonge verdachte kaal af te straffen. Om hem weg te stoppen in kale detentie.

Je hoeft geen forensisch deskundige te zijn om te bedenken wat er dan met een jonge geest zal gebeuren. De dader zal geïnstitutionaliseerd raken, in aanraking komen met andere daders, nog minder open staan voor gedragsverandering en eenmaal op vrije voeten zonder mentaal gereedschap en opleiding weer op de samenleving worden losgelaten.

Als je de recidive-cijfers na detentie en na behandeling bekijkt, dan weet je waar de voorkeur zou moeten liggen.

Rationeel reageren op een vreselijk misdrijf is buitengewoon lastig en je kunt veel weerstand verwachten als je het toch doet. En toch is dat wat ons rechtssysteem doet. Officieren van justitie en rechters kijken verder dan de emotie en proberen zo goed en zo kwaad als dat gaat met een passende straf of maatregel te komen voor ieder individueel geval. Niemand heeft daarbij een glazen bol.

Straf

Geert Wilders weet dat als geen ander. In een miljoenen-verslindend proces werd hij voor groepsbelediging veroordeeld, maar kreeg hij geen straf. Wat de rechters betreft is de veroordeling op zich voldoende, mede omdat Wilders door zijn intensieve beveiliging al de gevolgen draagt voor het uiten van zijn mening.

Een pragmatische keuze dus op basis van de speciale omstandigheden van het geval. Zo werkt onze rechtspraak en zo zal dat ook moeten gelden voor andere verdachten. We kunnen ons systeem niet volledig anders in gaan richten op basis van incidenten. Telkens weer zal er afgewogen moeten worden wat op dat moment passend is en hoe we recidive in de toekomst zo goed als mogelijk voorkomen.

Uitwassen

De ongemakkelijke waarheid is dat het strafrecht achteraf komt en nooit in staat zal zijn om ernstige uitwassen te voorkomen. Daar komt bij dat de preventieve werking (‘ik doe het niet, want er staat een straf op’) door velen nogal overschat wordt, met name geweldsmisdrijven worden doorgaans in een impuls gepleegd. In een opwelling, vanuit een stoornis of heftige gemoedsbeweging.

Recht spreken is altijd achteraf proberen om er nog het beste van te maken. Soms werkt dat. En soms ook niet. Als je 100% veiligheid verwacht, zal teleurstelling altijd je deel zijn.

Het staat iedereen uiteraard volkomen vrij een dader te typeren. Maar zoals ik mijn verhaal al begon: met de gemakzuchtige term ‘monster’ ontsla je jezelf als maatschappij in mijn ogen wel heel snel van de plicht om te kijken hoe dingen kunnen gebeuren en hoe je ze kunt voorkomen.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt me ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen