Het ongelijk van slachtoffers

Nederland moet een land worden waar slachtoffers veel meer rechten krijgen. In ieder geval in de rechtszaal. Die geluiden worden steeds sterker. Ik ben daar faliekant op tegen.

Het lijkt zo logisch. Een slachtoffer is zielig en weerloos. Daar moeten we met zijn allen keihard voor opkomen. Laat de dader maar bloeden.

Nu hebben we in Nederland een klein probleempje. Justitie brengt geen daders voor de rechter, maar verdachten. Een detail, zult u wellicht zeggen. Maar wel een detail met enige waarde.

Henk is een man en Henk was ooit kwaad. Zo kwaad dat hij een conflict kreeg met zijn buurman. Uiteindelijk had Henk een mes in zijn hand omdat zijn woede geen kant uit kon. Hij deed niets met het mes. Het woord dreigen zou al te veel eer zijn geweest voor de gegeven situatie. Fout. Niet goed. Straf in aantocht. De rechter keek echter niet alleen naar Henk en zijn woede. Hij zag ook wel dat zijn ‘slachtoffer’ een grote rol had in het conflict. Die had zich bepaald agressief opgesteld.

Henk kreeg een geheel voorwaardelijke straf. Omdat juist het slachtoffer zijn eigen rol had.

Marja kwam er minder genadig vanaf. Maar toch. Ooit kreeg ze ruzie in de kroeg met Janet. Die ruzie liep volledig uit de hand. Eenmaal buiten zette Marja haar tanden in de wang van Janet en liet ze niet meer los. Zes hele minuten lang. De vingers van twee potige mannen kregen de kaken van de bijtende Marja niet los. Ze hield vast tot de politie er was.

Een mensenwang is geen partij voor hard bijtende tanden. Janet zal haar leven lang het litteken dragen.

Marja krijgt haar straf. Uiteraard. Maar dat scheelde niet veel. De rechter vond namelijk dat Janet die nacht buitengewoon vervelend was geweest in de kroeg. Dat ze de boel op had laten jutten. En dat het Janet was die eenmaal buiten letterlijk de aanval op Marja had ingezet. Door haar klappen te geven. Haar achterna te lopen. En haar vast te houden zodat ze niet weg kon.

Marja mocht niet reageren zoals ze reageerde. Je tanden in iemands wang zetten en minuten als een dolle hond vastbijten is geen redelijk verweer tegen een aanval. Maar toch. Volgens de rechter had het slachtoffer tonnen boter op haar hoofd. En was Marja er wel mee weggekomen als ze een iets minder zwaar middel in had gezet om zichzelf te bevrijden.

Voor mij zijn dit geen unieke rechtszaken. Onder rechtbankverslaggevers is het inmiddels een bekend gezegd: ‘Wie na geweld het eerst bij het politiebureau is, heeft gelijk’

Slachtoffers hebben soms meer dan wij graag willen horen een aandeel in geweld en bovendien soms een belang bij het verdraaien en ombouwen van de waarheid. Dat geeft niet. We zijn allemaal mensen. In onze emotie hebben we zelden ongelijk.

Maar het is wel eens tijd geworden om in deze tijden van toenemend slachtoffer-fetisjisme te beseffen dat slachtoffers in de rechtszaal slechts een partij zijn. Een partij waar met recht kritisch naar moet worden gekeken.

In onze rechtsstaat noemen we een verdachte verdacht omdat zijn schuld nog bepaald moet worden. Door het Openbaar Ministerie aangedragen bewijs moet eerst door de screening van onafhankelijke rechters.

Moeten we een slachtoffer dan niet ook maar eens in eerste aanleg een vermeend slachtoffer noemen?

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *