Hof slaat plank mis over klimaatactivisten

Het gerechtshof in Den Haag heeft een week geleden besloten dat de klimaatactivisten die het schilderij Meisje met de parel te lijf gingen, niet gestraft hoeven te worden. Onderdeel van die beslissing is dat het strafrecht geen ‘chilling-effect’ moet hebben op demonstraties. Hoewel de uitspraak zelf grotendeels wel te volgen is, slaat het Hof op dit punt toch wel flink de plank mis.

Vooropgesteld: het recht om te demonstreren is een groot goed. Uit (internationale) jurisprudentie blijkt ook dat een zekere verstoring van de openbare orde voor lief moet worden genomen. Dat rechters menen dat je het recht om te demonstreren niet af moet schrikken met het strafrecht is dan ook zeker billijk te noemen.

Maar hier speelt natuurlijk wel wat meer. Heel wat meer.

Mauritshuis

In oktober 2022 beschadigden twee mannen de glasplaat en de lijst van het schilderij van Johannes Vermeer in het Haagse Mauritshuis, om zo aandacht te vragen voor de klimaatcrisis. Het duo gooide rode vloeistof op de glasplaat en lijmde zichzelf vast aan het schilderij en de achterwand. Een derde man filmde het tafereel.

Dat kun je met de beste wil van de wereld geen volledig risicoloze onderneming noemen: het Meisje met de parel heeft een geschatte waarde van 200 miljoen euro.

Het Openbaar Ministerie vervolgde het drietal dan ook terecht wegens vernieling en openlijke geweldpleging. Ook bij demonstreren liggen grenzen.

Celstraf

De mannen werden in eerste instantie door de rechtbank veroordeeld tot twee maanden celstraf, waarvan een maand voorwaardelijk. In hoger beroep is het Hof nu echter van mening dat een straf weliswaar op zijn plaats was geweest, maar dat een straf:

‘Niet zo ingrijpend moet zijn dat het een ontmoedigende werking heeft op mensen die van hun recht op vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vreedzame vergadering gebruik willen maken in het kader van een protestactie’.

Opmerkelijk

En dat is een opmerkelijk standpunt, want we hebben het hier niet over een onschuldige vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid of een tijdelijke verstoring van het openbare leven, maar over een bewezen (poging tot) moedwillige vernieling van een zeer kostbaar kunstwerk. We hebben het over een zeer specifieke manier van demonstreren dat mijlenver afstaat van wat een demonstratie doorgaans is.

En wat is eigenlijk qua straf ‘zo ingrijpend’? Er zit nogal wat licht tussen een maand celstraf en helemaal niets. Natuurlijk weet ik dat het Hof rekening houdt met het al uitgezeten voorarrest, maar dat lossen ze doorgaans op door een celstraf te eisen, waarbij het onvoorwaardelijke gedeelte gelijk is aan het voorarrest.

Op die manier leg je als normbepaling en als signaal naar de samenleving dus wel een straf op, maar hoeft de dader niet meer terug naar de cel. Het Hof weigert deze logische route nu niet alleen, maar koppelt er ook nog eens – en wat mij betreft ten onrechte – het argument van ontmoediging aan.

Dubbel

Maar wat moeten we dan precies niet ontmoedigen? Vernieling? Openlijke geweldpleging? Wat hebben die zaken dan te maken met het recht op demonstratie en ‘vreedzame vergadering’?

Het Hof is ook behoorlijk dubbel, omdat de raadsheren niet alleen stellen dat ‘deze wijze van meningsuiting en actievoeren een grote inbreuk heeft gemaakt op de rechten en belangen van anderen’, maar ook dat beschadiging van het schilderij zelf (dus los van de lijst en de glasplaat) ‘niet denkbeeldig was geweest’.

Met andere woorden: de daders namen het risico van beschadiging van het schilderij zelf op de koop toe.

Preventie

Je kunt veel vinden van de rechtspraak, maar het is onweerlegbaar zo dat algemene preventie een van de strafdoelen is. Oftewel: een signaal aan anderen afgeven dat grenzen zijn overschreden en dat bepaald gedrag niet getolereerd wordt in de maatschappij. Dat er sancties staan op ongewenst gedrag.

Hoewel het Hof de actie an sich ook als strafbaar ziet, doen ze wat dit betreft echter het tegenovergestelde: de mannen worden (onder meer) niet daadwerkelijk gestraft omdat het signaal niet uit moet gaan aan anderen dat ze niet zouden mogen demonstreren.

Er mag immers geen chilling-effect van uitgaan.

Onbegrijpelijk

Natuurlijk staat vast dat de demonstranten hun best hebben gedaan om het schilderij zelf niet te beschadigen, maar die kans was er wel degelijk, zoals ook door het Hof aangegeven. Het is wat mij betreft dan ook behoorlijk onbegrijpelijk dat het Hof voor dit specifieke geval van mening is dat een straf geen ontmoedigend effect moet hebben.

Het lijkt mij nou juist dat er in dit geval bij uitstek alle reden is om dit in potentie zeer risicovolle gedrag te ontmoedigen. Het is immers bepaald niet zo dat de vrije meningsuiting of het vreedzame recht om te betogen op wat voor manier dan ook ingeperkt zou worden door wel een straf uit te delen voor deze specifieke vernieling.

Het staat iedereen immers dan alsnog vrij om – zelfs in een museum – te demonstreren en het recht op vrije meningsuiting uit te oefenen. In een gang of hal van een museum luidkeels oreren dat we het klimaat moeten redden, is op basis van deze specifieke uitspraak immers helemaal niet verboden.

Dus welke manier van demonstreren zouden we dan eigenlijk ontmoedigen door voor dit zeer specifieke strafbare feit wel een straf op te leggen?

Onlogisch

Dat de drie daders (naast hun voorarrest van 27 dagen) geen straf krijgen is op zich prima te verdedigen. Een celstraf van grofweg een maand voor vernieling is nou ook weer niet licht te noemen. Maar dat het Hof expliciet het niet opleggen van een straf koppelt aan het niet willen ontmoedigen van dit soort acties is onbegrijpelijk, onnodig en onlogisch.

Er is namelijk alle reden om aan te nemen dat klimaatactivisten zich gesterkt zullen voelen door deze beslissing en mogelijk nog fanatieker musea in Nederland zullen bezoeken om met bekladden of vastlijmen aandacht te vragen voor klimaatproblemen. Is het niet immers het Hof zelf die heeft gesteld dat een straf voor dergelijk gedrag zou ontmoedigen en inperken?

Juist nu we wat mij betreft op een punt zijn aangekomen dat de rechtspraak de kaders scherp moet stellen, is de uitkomst dat de kaders ruimer worden gezet. Want dat is feitelijk wat het Hof nu zegt:

Ja, dit gedrag is (ook in het kader van een demonstratie) strafbaar, maar we moeten oppassen dat we met het daadwerkelijk afstraffen mensen niet ontmoedigen om gebruik te maken van hun recht om te demonstreren.

Aansporing

Ik heb kennis en ervaring genoeg in het strafrecht om in te zien dat deze uitspraak juridisch gezien natuurlijk geen aansporing is tot het plegen van strafbare feiten. Maar er is naast de juridische wekelijkheid ook een maatschappelijke werkelijkheid. En binnen die werkelijkheid zien en ervaren mensen deze specifieke uitspraak als een aanmoediging om door te gaan met dit soort klimaatacties.

Het had dan ook op de weg van het Gerechtshof gelegen om in de uitspraak stil te staan bij de reikwijdte van het recht om te demonstreren en dus ook bij de grenzen van dat recht. Zoals eerder bijvoorbeeld gedaan is met de veroordeling van XR-rebellen die opriepen tot het blokkeren van de A12 in Den Haag. Daar werd duidelijk gesteld dat het blokkeren van een weg in dit geval een strafbaar feit is en een oproep daartoe dus niet valt onder de reikwijdte van het demonstratierecht.

Signaal

Het hof kiest in de zaak van het Meisje met de parel echter een andere insteek. En als je in een uitspraak overduidelijk stelt dat mensen (ook in het kader van een demonstratie) de wet hebben overtreden, dan past het niet om die specifieke overtreding zo direct te koppelen aan een waarschuwing voor het ontmoedigen van anderen.

Sterker nog: dan past het om juist het signaal naar anderen af te geven dat demonstreren op deze manier dus niet toegestaan is en consequenties zal hebben.

Ik vind het een gemiste kans. Hier had het Hof klip en klaar aan kunnen geven dat er grenzen liggen aan het recht om te demonstreren. En dat er een harde en duidelijke grens ligt bij vernieling van andermans eigendommen.

Banden

Ik ben persoonlijk wel benieuwd wat er gaat gebeuren als klimaatactivisten de banden van zware SUV’s leksteken in een grote stad in Nederland.  Want ik hoor hun advocaten dan al driftig bladeren in de recent ontstane jurisprudentie. Ik hoor ze al zeggen dat de demonstranten er alles aan hebben gedaan om de auto zelf niet te beschadigen en dat het toch niet aan de rechtspraak is om demonstreren in de toekomst te ontmoedigen door een straf op te leggen.

Wat mij betreft gaat iedereen en zijn moeder tegen van alles en nog wat demonstreren. Maar laten we niet over de grens van vernieling gaan. Of je nu boer bent of klimaatactivist.

Het recht op vrije meningsuiting stopt bij het recht van anderen om geen slachtoffer te worden van vernieling en openlijk geweld. Als zelfs de rechtspraak die weg niet meer volgt, dan zijn we het spoor bijster met zijn allen.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *