Hypocriet in het kwadraat

Mensen die zich voor de rechter moeten verantwoorden zijn niet altijd even betrouwbaar. Om het maar zacht uit te drukken. Ze liegen. Alsof het gedrukt staat. Draaien zich in duizenden bochten om maar niet te hoeven aanvaarden wat soms zo pijnlijk duidelijk op papier staat.

Het is niet zo moeilijk om je daar kapot aan te ergeren. Sterker:  Het is kinderlijk eenvoudig.

En dat doen we dan ook.  Massaal. En met liefde. Kijk die gekke, gestoorde verdachten eens liegen. Wat zijn ze toch anders. Wat zijn ze toch slecht.

Ik krijg die reacties als geen ander mee als ik via @twitcourt over rechtszaken twitter. In de reacties lees ik de ergernis terug over die slechte criminelen die maar geen verantwoordelijkheid wensen te nemen voor hun eigen daden. Die de raarste uitvluchten bedenken om er maar onderuit te komen.

Natuurlijk.

De mensen die reageren hebben gelijk. Volkomen. Het is ook nodig om verantwoordelijkheid te nemen. Om je niet te verschuilen achter de rest van de wereld. Om jezelf te durven tonen in de zwakste momenten van je leven.

Uiteraard.

Maar ik vraag me altijd af hoe hypocriet we zijn als we deze reacties de wereld in blazen.

Want wat zouden wij doen als we voor het hekje van de rechter staan? Hoeveel verantwoordelijkheid durven wij onszelf in de schoenen te schuiven? Wie durft in het openbaar en met een heftige sanctie in het vooruitzicht volledige openheid te geven over het slechte in zichzelf? Wie durft dat eigenlijk zelfs maar in de kroeg te doen? Met een borrel op en een publiek waar niemand ook maar een begin van een plan heeft om een kritische noot te kraken?

Ik vrees maar weinig mensen. Niet in de laatste plaats ikzelf.

Ooit stond ik daar. Voor drie rechters. Als verdachte.  Ik weet wat het is om indringende vragen te krijgen over mijn verantwoordelijkheid.  En ik weet ook hoe verleidelijk het is om die waarheid te kleuren. Om mijn eigen waarheid over te brengen. Of om gewoon maar een deel van de vraag van een antwoord te voorzien. Het deel waarover ik me nog goed wenste te voelen.

Ik leef en doe soms domme dingen. Dingen waar ik anderen mee beschadig. En ik weet exact hoe ik mezelf kan verantwoorden. Op een manier waar ik nooit de schoonheidsprijs voor zal krijgen.

In mijn hoofd zit zelfs een perfect systeem. Een door de jaren heen gegroeid mechanisme om mezelf in luttele seconden vrij te pleiten. Van die hinderlijke parkeerschade. Dat veel te harde jagen over de snelweg. De vele leugentjes om bestwil. Die afspraak die ik met veel woorden afzeg omdat  een andere afspraak me veel leuker lijkt. Het bedrog.

Noem me gek. Noem me gestoord. Of gewoon menselijk.

Maar ik heb niet de indruk dat anderen nu zo gek veel beter in elkaar zitten dan ik.

We zijn geprogrammeerd om eerst naar ons eigen belang te kijken. En dan naar dat van een ander. Wij zijn dagelijks de vleesgeworden altruïstische paradox. Geven om te nemen. We gebruiken mensen instrumenteel om te komen waar we graag willen zijn.

Mannen misbruiken hun macht. Of hun kracht. Vrouwen zetten vilein hun manipulatieve krachten in of een flinke dosis erotisch kapitaal. En noemen dat dapper – maar tamelijk naïef –  hun charme.

We zetten alles op alles om zaken naar onze hand te zetten. Om die vriend, vader, moeder, kennis, minnaar, buurman of rechter te laten doen wat wij willen.

Ik zie die dynamiek dagelijks in de rechtbank terug.

Mij zegt het inmiddels genoeg dat ik opschrik van mijn mijmeringen als een verdachte zijn eigen aandeel in de ellende ziet en ruiterlijk erkent dat hij fout zat. Dat er in zijn hoofd iets zit dat niet goed is. Een in elkaar gezet systeem waar anderen schade van ondervinden. En dat hij nu voor eens en altijd – en ongeacht de consequenties – eerlijk wil zijn. Zichzelf wil zijn.

De held.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *