Ik zit nu ongeveer 11 jaar op Twitter en gebruik het podium daar op verschillende manieren. Om geld te verdienen, om te netwerken en soms om dingen aan te tonen. Mijn werk heeft alles met taal te maken en Twitter biedt een uitgelezen kans om aan te tonen dat mensen een boodschap niet rationeel, maar vooral emotioneel ontvangen. Vindt ik.
Jaren geleden ben ik begonnen met kleine experimentjes op Twitter. Iets twitteren wat volstrekt tegenstrijdig is bijvoorbeeld of helemaal niet mogelijk is. Of bewust een taalfout maken door een tweet te beginnen met ‘Ik wordt’ of ‘Ik vindt’. Met tienduizenden volgers leveren die tweets altijd een enorme bult aan reacties op en daar valt meer uit te halen dan wat op het oog een simpele provocatie lijkt.
Sommige mensen betitelen de tweets als aandachtszoekerij of als een domme provocatie. Maar dat is het niet. Het is eigenlijk al ontstaan voor Twitter überhaupt bestond. Samen met een goede vriend namen we mensen in de maling, louter om te kijken hoe reacties variëren, al naar gelang het beeld van de ontvanger over de zender. Hoe de emotie van de ontvanger een boodschap enorm anders over kan laten komen. En dan krijg je best een fascinerend inzicht.
Effect
Feitelijk rust deze dynamiek op het psychologische effect dat de wereld positief op ons overkomt als die wereld overeenkomt met wat je kent en gelooft. En negatief als er grote verschillen in zitten. Die emotie zegt iets over jezelf, niet over de zender van de boodschap.
We zien dat dagelijks in onze samenleving en in het debat terug. Een fervente hater van Thierry Baudet zal alles wat Baudet zegt afkraken, ook als Baudet iets zegt waar weinig tegenin te brengen valt. Een hater van links zal Klaver blijven demoniseren, ook als hij iets verstandigs zegt. De boodschap is dan niet langer de norm, het is de boodschapper. De emotie spreekt.
Met dit gegeven speelde ik deze week door de volgende tweet te plaatsen:
Ik vindt dat veel mensen op Twitter echt een abominabele taalbeheersing hebben. Wat is er met ons onderwijs aan de hand, zeg? Stelletje tokkies
Iets later plaatste ik de volgende tweet er onder, waar ik nog een stapje verder ging:
Zucht. Typisch Twitter. Krijg ik meteen weer verwijten. Kan ik het helpen dat mijn Nederlands beter is als die van jullie
De tweets zijn een beetje een evolutie van eerdere tweets, waarin ik zeer opzichtig een bekende taalfout maak, gekoppeld aan een verwijt naar anderen dat ze de taal niet beheersen. In dit geval ook nog eens met de toevoeging ‘onderwijs’ en ‘stelletje tokkies’.
Wat er dan gebeurt, is het volgende. De tweet kent bewust een aantal sterke triggers, waardoor de emotie van mensen heel snel naar boven komt. Vanaf dat punt krijg je twee kampen. In het ene kamp zitten mensen die mij kennen en sowieso al redelijk positief zijn over mij (ja, die zijn er ook nog). Die zien de overduidelijke koppeling tussen de bewuste taalfout en het gespeelde verwijt.
In het andere kamp zitten de mensen die mij toch al niet mogen (want te ‘links’, want journalist, want een te grote bek, want te lomp, want een rotkop, want sowieso een eikel). Dat kamp gaat helemaal los, verkneukelt zich om ‘een journalist die een taalfout maakt!’, koppelt van alles aan elkaar, roept de altright-trekkerbrigade er bij en ziet een kans om nu eens van mij een slachtoffer te maken. Alsof je met één hondenfluitje de kudde in opgewonden instemming bij elkaar brengt.
De specifieke inhoud van de reacties vind ik niet zo boeiend. Een ieder kiest daarin zijn eigen weg. Wat wel fascinerend is, is dat de letterlijke tekst door verschillende groepen heel anders wordt gezien. Dat ligt natuurlijk deels aan de tekst (sommige mensen voelen zich aangesproken), maar het ligt vooral aan de insteek van de ontvanger. Van het eigen wereldbeeld.
De toevoeging ‘tokkies’ en ‘onderwijs’ zorgt er in dit geval voor dat mensen die zich vermoedelijk toch al langer achtergesteld hebben gevoeld of een minder lange schoolloopbaan hebben gehad, vol op de emotie gaat zitten. Let wel: de eigen emotie. De reacties zeggen vooral heel erg veel over de beleving van de ontvangers. De grap wordt gemist omdat de emotie de rede wegdrukt. De negatieve emotie draait vervolgens door in een stortvloed aan persoonlijke beledigingen.
Hoe ironisch.
Media
Dat is wat taal kan doen en dan gaat het beslist niet alleen om een onschuldige tweet. Hetzelfde effect gaat namelijk ook op voor artikelen in de media. Een verhaal over de Gay Pride in Amsterdam bijvoorbeeld (of sowieso over LHGBT) heeft ook een soortgelijk effect. De een leest met plezier een reportage en is blij dat er aandacht voor is, de ander mailt de redactie boos dat de krant nu eens op moet houden met die smerige, onnatuurlijke homo-propaganda.
Opnieuw: de belevingswereld en het wereldbeeld van de lezer bepalen de reactie. Niet het stuk zelf. Maar het kan natuurlijk subtieler. Op 20 april twitterde ik deze tekst:
‘Mensen hebben wel veel kritiek op Donald Trump, maar ik weet nog dat Obama als president veel te laat reageerde op 9/11. Zo is het ook’.]
De tweet ging viral (zoals dat zo lelijk heet) en nu waren er zeker drie kampen, maar eigenlijk nog veel meer. De mensen die mij kennen en positief over mij denken zagen de tamelijke opzichtige fout. Ze kennen mij al langer dan vandaag.
Maar nu kwamen er minstens twee kampen bij. Een rechts kamp dat op probeerde te komen voor Donald Trump (‘jij bent fake-nieuws, Klomp, hoezo reageerde Trump te laat!!, het was de linkse WHO!!) of juist enthousiast reageerden ‘omdat iemand die Keniaan Onana eens op zijn plek had gezet’. En aan de andere kant een linksig kamp dat omstandig uit begon te leggen dat een journalist toch hoort te weten dat Barack Obama toen toch echt nog helemaal geen president was…
Ik vond het opnieuw een mooi voorbeeld van de dynamiek dat de ontvanger toch vooral reageert vanuit het eigen wereldbeeld. De Obama-fans voelden een negatieve emotie, want hun held werd aangevallen, de Trump-fans voelden of een negatieve emotie omdat er kritiek was op hun grote leider, of juist een positieve emotie omdat iemand Obama in een negatief daglicht had gezet.
Nu kunt u natuurlijk denken, leuk hoor; die spelletjes op Twitter. Maar ga eens aan het werk, Klomp. Met dat getwitter altijd.
Dat kan. Maar feitelijk gaat het hier om een mechanisme waar de journalistiek steeds vaker en steeds nadrukkelijker mee te maken krijgt. De nieuwsconsument ziet in een nieuwsbericht al lang niet meer een selectie van feiten onder elkaar in een krant. Feiten waarmee je – als het goed gedaan is – zelf een afgewogen mening kunt vormen. Op basis van rationaliteit.
De nieuwsconsument ziet steeds vaker een volstrekt gekleurd bericht nog voor het bericht rustig doorgenomen is. Omdat de journalisten ‘allemaal links zijn’. Of omdat het eigen wereldbeeld gewoon veel belangrijker is dan de feiten. Een artikel over Greta Thunberg kan niet kloppen, ‘want op Facebook staat dat ze in dienst is van de NWO’. Berichten over 5G zijn ‘door de overheid voorgekauwd want jullie krijgen subsidie van die overheid’, een reportage over het leven van George Soros is per definitie nep, want er staat niet in dat Soros onderdeel is van ‘een machtige en dodelijke elite die ons homeopathisch wil verdunnen’.
De lezer brengt meer dan ooit een sterk gekleurde versie van zijn eigen werkelijkheid mee. Waardoor de boodschap niet langer op waarde wordt gewogen, maar de emotie alles overheerst.
Waardeer dit artikel!!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.