In bed met je dochter

Onze kinderen zijn pas echt veilig voor seksueel misbruik als alle zieke monsters achter de tralies zitten.

Toch?

Of niet? Wat nu als seksueel misbruik soms in de plaats komt van een wezenlijke behoefte in de mens?

Henk is een tragische man. Zijn huwelijk was al lang niet meer wat het ooit geweest is. Hij verloor zijn baan. Het gezin zwaar in de schulden.

Hij was eenzaam. Zegt hij. Had behoefte aan lichamelijke geborgenheid.

Zijn gezin zit wat raar in elkaar. Als vader slaapt hij bij zijn stiefdochter Els (7) op de kamer. Soms gaat hij naar de kroeg. En als hij dan dronken thuiskomt, verstopt Els zich in de kast.

Omdat ze wel weet wat er gaat gebeuren als ze dat niet doet. Pas als ze zijn gesnurk hoort, weet ze dat ze veilig kan slapen. Alleen.

Vanaf haar 7e tot aan haar 12e is Els de vaste bedpartner van haar stiefvader. In de letterlijke betekenis van het woord. Ze krijgt geen straf voor kattenkwaad als ze doet wat hij wil.

Ook als ze daarvoor naakt op zijn gezicht moet zitten. En moet horen hoe zijn ademhaling steeds sneller gaat. Tot het na twee minuten ineens stopt.

Els mag ook best een televisie op haar kamer. Ze mag wel meer van haar vader.

Maar echt gratis is het nooit.

Vertellen doet ze het niet. Jaar na jaar. Bang. Angstig gemaakt door hem. Omdat hij anders op zeker haar moeder zal verlaten. Dat had hij ooit zo indringend gezegd. Jong als ze is voelt ze de verantwoordelijkheid.

Waardoor ze zwijgt.

Uiteindelijk stopt het. Een nichtje van Els merkt op dat de kusjes van Henk steeds langer duren. Els wil niet dat hij nog een slachtoffer maakt.

Ze zegt wat ze al die jaren heeft verzwegen.

Henk moet naar de politie. Het onderzoek start. Deskundigen zien in hem geen pedofiel. Hij is niet gestoord in de medische betekenis van het woord. Er ligt geen advies voor een behandeling.

Henk verklaart bij de politie dat hij inderdaad opgewonden werd. Maar niet van Els. Terwijl hij met haar bezig was dacht hij aan andere vrouwen.

‘Els was een soort vervanging van mijn vrouw. Een uitlaatklep. Ik zocht lichamelijke geborgenheid. Iemand om vast te houden.’

Ik weet niet of Henk de waarheid spreekt. Maar ik weet wel dat meer verdachten met dit verhaal naar buiten komen. Je dochter je vrouw. Ook in bed.

Een groen blaadje van dezelfde boom.

Henk heeft geen bordje op zijn hoofd. Hij ziet er niet gevaarlijk uit. Voor zover wij weten dwalen in zijn hoofd geen pedoseksuele gevoelens.

Justitie eist geen langdurige behandeling om het monster in bedwang te kunnen houden. Geen inzet van hulpverleners om een kans op recidive te verkleinen. Niemand zet vraagtekens bij protocollen.

Wat justitie betreft moet Henk netto een maand of twintig zitten. In afwachting van zijn vonnis is hij vrij man. Tot aan de dag van vandaag rijdt hij passagiers rond in zijn stadsbus in een grote stad in Nederland.

U stapt gewoon bij hem in de bus. Maakt een praatje. Misschien deelt u wel uw walging over Robert M. met hem. Wellicht knijpt hij even licht in de wangetjes van uw kind.

En denkt u: wat een aardige buschauffeur. Met dat akelige nieuws van de afgelopen tijd zou je bijna gaan denken dat de wereld bestaat uit monsters.

Terwijl ik denk: wat is eigenlijk erger?

Een uitzonderlijk man als Robert M? Die vreselijke dingen heeft gedaan waarvan wij gelukkig kunnen stellen dat het tamelijk zeldzame incidenten zijn?

Of mannen als Henk?

Die zich wel alleen voelen, maar niet alleen zijn.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *