In een flits voorbij

Is het mogelijk om je eigen vrouw te verliezen bij een vreselijk ongeluk en dan toch vervolgd en veroordeeld te worden?

Ja. Dat is mogelijk.

Nederland telt ruim 8 miljoen automobilisten. De kans is groot dat u er een van bent. Ik neem u daarom maar even mee naar een donkere en deels verlaten snelweg op het platteland in Groningen. De A7. Omdat ik wel benieuwd ben wat u zou doen. Met al uw menselijke beperkingen. Ik excuseer me bij voorbaat voor de lengte van het verhaal. Het is iets langer dan doorgaans online de norm is.

Ik ken de snelweg A7. Omdat ik er regelmatig rij. En omdat ik de verhalen van de vreselijke ongelukken op die vaak eenzame route tussen Groningen en Duitsland in mijn hoofd heb zitten. Verhalen die er nooit meer uit zullen gaan.

Over een man die iets zwarts zag fladderen op de weg voor hem. Het bleek een Duitse student op een motor. Over een vrouw die met haar jonge kinderen op de vlucht was voor haar man en besloot lopend benzine te gaan halen toen de auto er op de snelweg mee stopte. Ze kwam nooit meer terug.

Ik denk nog wel eens terug aan die auto met die kindjes er in. Waar is mamma nou?

Op 29 december 2012 rijdt Berend (68) met zijn vrouw en een bevriend echtpaar over de A7. Het is donker. Ze hebben net een bezoekje gebracht aan iemand die ziek is. In de verte probeert een vrachtwagen via de oprit bij Sappemeer uit alle macht 30 ton suikerbieten de snelweg op te zeulen. De trekker van de zwaar beladen bietenwagen trekt de combinatie eenmaal op de snelweg met veel moeite naar een schamele 60 kilometer per uur.

Het verschil in snelheid tussen Berend en de bietenwagen is groot. Te groot. Berend ziet de truck wel, maar reageert te laat. Om een ongeluk te voorkomen, stuurt hij naar links.

Dan wordt het even donker in zijn geheugen. Het eerste wat weer in zijn hersenen is opgeslagen is de stand van zijn auto. Achterstevoren en tot stilstand op de linkerstrook van de snelweg. De strook bedoeld voor verkeer dat nu in volle vaart op hem af kan razen. Hij weet dat hij de vangrail heeft geraakt. In de verte verschijnen koplampen.

Ook Jacob is onderweg op de A7. Hij is met zijn hele gezin naar Duitsland geweest. Zijn vrouw draait aan de knoppen van de radio. Een van zijn dochters slaapt. De andere zit verscholen in haar mobieltje. Jacob rijdt op dat moment achter een ambulance. Ergens in de buurt van de oprit bij Sappemeer. Hij haalt de ziekenwagen in en raast met 125 km/h per uur verder.

Op de linkerstrook van de snelweg.

125 km/h is hard. U heeft vast wel eens op een parkeerplaats aan de kant van de snelweg gestaan en gekeken naar de voorbij denderende auto’s. Ik plaats wel eens een denkbeeldige muur op die snelweg en stel me dan voor hoe hard de klap moet zijn.

Het is duizelingwekkend.

Berend zag Jacob komen. Hij seinde nog met zijn lampen. Eerst was er de verbijstering. Waarom stopt hij niet? Ik sta hier toch! Ik sta hier al twaalf seconden! Toen de klap. Daarna de aanblik van zijn vrouw die nog naar hem lachte en daarna overleed.

De plek van een ongeluk is een rare plek. Weet ik uit verhalen van mensen die er zijn geweest. Eerst is er niets. Dan is er chaos. Berend stapt na de enorme klap verdwaasd uit en voelt dat zijn been hem niet kan dragen. Hij kruipt verder naar de berm en hoort een vrachtwagenchauffeur vragen hoe het met hem gaat. Zijn antwoord is duidelijk: ‘Zit mijn been er nog aan?’

Op dit punt in het verhaal verlaat ik de feiten. Omdat ik ze niet heb. Omdat ik niet kan kijken in het hoofd van anderen. Maar wel in het hoofd van mezelf. Denkt u even mee. En bedenk dat alles in luttele seconden gaat.

U rijdt met 125 km/h over de snelweg. In de verte ziet u een bietenwagen. U ziet hem wel, maar in uw hoofd zit een standaard plaatje van rijdende vrachtwagens en hun snelheid. In de regel komen ze ongeveer met dezelfde vaart op u af. Het plaatje in uw hoofd houdt geen rekening met 60 km/h. Daar komt bij. Bietenwagens zijn slecht verlicht. De achterkant vaak besmeurd met modder.

Zou u de bietenwagen op tijd hebben gezien? Op tijd genoeg om normaal en zonder heftige stuurcorrecties naar links te sturen? Ook als u ietwat vermoeid zou zijn? In gesprek met iemand naast u? Denkend aan zorgen die maar niet willen verdwijnen? Piekerend over het leed van anderen?

U rijdt met 125 km/h over de snelweg. Een ambulance voor u doet het wat kalmer aan, dus u haalt in. Op de linkerstrook ziet u in de verte een auto. Het plaatje in uw hoofd begint samen te komen. Een auto. Met wit licht. Dat wil dus zeggen dat hij aan de andere kant rijdt. Toch? U haalt uw voet niet van het gaspedaal. Dat doet u nooit bij een tegenligger aan de andere kant van de snelweg. Als u nadert, begint het plaatje andere vormen aan te nemen. Beweegt die auto wel? En aan welke kant staat hij eigenlijk? U ziet de auto met zijn lichten knipperen. Huh? Waarschuwt die man aan de andere kant voor een flitser? Wat is dit?

Dan ziet u het werkelijke plaatje. Er staat een auto stil. Op uw rijbaan. Hoe kan dat nou? Wie parkeert zijn auto daar nou in godsnaam? Voor u kunt reageren, klapt u er op. En is uw gezin gewond.

Ik weet natuurlijk niet wat u allemaal denkt bij het lezen van dit verhaal. Maar ik snap beide automobilisten goed. Ik ben ook wel eens op een wegversperring afgereden met in mijn hoofd eerst een vraagteken en pas daarna een uitroepteken. Wij zijn in het verkeer gewend aan dat wat we kunnen verwachten. Op het onverwachte reageren we ook, maar stukken trager. En met 125 km/h is traagheid een gevaarlijk wapen.

Het Openbaar Ministerie heeft de conclusie van het hierboven beschreven ongeluk klaar. Er was niemand overleden en er zou niemand zwaargewond zijn als Berend in eerste instantie geen beoordelingsfout had gemaakt. Als hij gewoon normaal had gereageerd op een langzamere verkeersdeelnemer. Jacob had nooit van zijn leven rekening hoeven te houden met de stilstaande auto van Berend op de snelweg. Dat is zuur voor Berend – die immers zijn vrouw verloor – maar het strafrecht is ook bedoeld om de norm vast te stellen. Om te voorkomen dat automobilisten er met de pet naar gooien en daarmee verantwoordelijk worden voor de dood van een ander. Om andere weggebruikers te waarschuwen voor de gevolgen van onoplettendheid en onvoorzichtigheid.

Let wel. Verkeerszaken in het strafrecht draaien niet om opzet. Natuurlijk is Berend wel de laatste die zijn vrouw dood had gewild. Maar het draait wel om schuld. En de harde conclusie van het OM is dat Berend schuld heeft aan het ongeluk.

En dus aan de dood van zijn vrouw.

Mijn conclusie is dezelfde, maar toch iets anders. Iets beangstigender ook. De dood van de vrouw van Berend is volgens mij veroorzaakt door een ingebakken menselijk ‘gebrek’.

We zijn simpel niet in staat om met 100% zekerheid kundig te reageren op de snelle wereld om ons heen.

Gisteren Berend en Jacob. Morgen u.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *