Vandaag is de rechtszaak tegen Johnny B. begonnen. De vermeende pyromaan van ’t Zandt. Hij zou de man zijn die het Groningse dorpje lange tijd in de greep hield met zijn branden. Zelfs het leger werd ingezet om de angst van het dorp te bestrijden.
Zittingszaal 14 zit stampvol. Er is letterlijk geen stoel meer vrij op de publieke tribune, zelfs achter het glas (kogelvrij, zo wil het verhaal) is het een drukte van belang. Uiteraard is er veel pers. De regionale journalisten (Dagblad, Radio Noord, TV Noord, Ommelander Courant) allemaal rechts, de landelijke (Volkskrant, NRC, ANP, NOS) links. Gek genoeg zit De Telegraaf aan een tafel waar normaal gesproken een verdachte hoort te zitten (en zo lijkt het even wel een zitting van de Raad voor de Journalistiek….)
De wat bijzondere verdeling van de pers berust niet op een afspraak of vooraf bedachte tafelschiking, het ontstaat blijkbaar zo. Ook journalisten voelen zich veiliger bij bekenden.
Buiten staat een indrukwekkende satellietwagen van de NOS. Altijd een teken dat er iets ‘groots’ aan de hand is en altijd goed voor nieuwsgierige blikken van voorbijgangers. Vlak voor de ingang staan de jongens van rampenwebsite 112groningen.nl. Verzot zijn op ongelukken en branden betekent blijkbaar ook verzot zijn op vermeende pyromanen.
Binnen is officier van justitie Johan Severs aan het woord.
Als hij op staat om zijn strafeis te formuleren, draait (onzichtbaar voor hem) zijn luxe kantoorstoel achter hem een half rondje.
Minuut na minuut staat hij daardoor pontificaal voor zijn eigen hoge rugleuning. Als hij zonder acht te slaan op de (potentieel) penibele situatie zou gaan zitten, zou hij onvermijdelijk en op zeer lullige wijze vallen. Misschien wel met de benen hulpeloos in de lucht. In combinatie met zijn lange toga een bijna Sinterklaas-valt-van-het-paard-achtige slapstick.
Er staan drie snorrende tv-camera’s op hem gericht. Waaronder die van de NOS.
Na een goed kwartier doorbreekt een bode (die helemaal idolaat is van vuurtorens, maar dat is een geheel ander verhaal) de geconcentreerde stilte van zittingszaal 14. Ze loopt in alle rust de trap van de publieke tribune af, linksaf de drie rechters voorbij en langzaam langs de druk pratende officier van justitie. Alsof ze toevallig toch even -volstrekt normaal- aan de andere kant van de rechtszaal moet zijn.
Eenmaal aan de achterkant van de officier aangekomen draait ze – alsof ze het dagelijks doet -met een handig gebaar zijn stoel weer in de juiste -valvrije- stand. De officier gaat onverstoorbaar door. De handige interventie van de bode lijkt volledig aan hem voorbij gegaan.
Wat de uitkomst van deze strafzaak ook moge zijn.
Ik vond het een bijzondere rechtszaak.