Johnny B., de man die verantwoordelijk zou zijn voor een reeks branden in ’t Zandt, heeft gisteren vijf jaar celstraf tegen zich horen eisen.
Vijf jaar celstraf is een zeer forse straf.
Voor drie brandstichtingen in lege gebouwtjes, vier pogingen daartoe (waar geen vlammetje aan te pas kwam, behalve die van een kaars), het bezit van een grote hoeveelheid vuurwerk en het versturen van dreigbrieven (envelop met poedersuiker of krijt).
Ik vind vijf jaar een enorm lange tijd. Normaal voorbehouden aan doodslag, zeer gewelddadige verkrachtingen en soms moord. Vijf jaar cel is onmenselijk lang.
Ik moest bij het aanhoren van de eis dan ook denken aan de brievenbuspyromaan van de Oosterparkwijk in de stad Groningen. Deze brandstichter ging bij nacht en ontij op pad en trok gordijnen door de brievenbus van de voordeur om zo brand te veroorzaken. Ook gooide hij brandende rotzooi door de brievenbus. Of mensen nu thuis waren of niet.
In de Oosterparkwijk staan maar weinig vrijstaande lege schuurtjes.
De Oosterparkwijk is een echte stadswijk. Er wonen veel mensen (beduidend meer dan in ’t Zandt) en de huizen staan veelal dicht op elkaar. De wijk lijkt bepaald niet op het uitgerekte Groningse dorpje ’t Zandt, waar her en der genoeg (vrijstaande) lege schuurtjes staan. Een vrijstaand huis in de stadswijk is als een gave tand in het gebit van een oude aan heroine verslaafde zwerver.
In de Oosterparkwijk kregen de bewoners te maken met een reeks van veertien branden. Er was vijf keer daadwerkelijk ‘gevaar voor leven’ (zo kon een oude vrouw haar huis niet meer door de brandende deur verlaten en moest door het raam). Ook hier leefden veel mensen in angst. Voor zover ik weet is het leger er niet aan te pas gekomen.
Het Openbaar Ministerie eiste toen een celstraf van drie jaar, waarvan ook nog een deel voorwaardelijk. De rechtbank legde uiteindelijk een celstraf op van veertig maanden, waarvan twaalf voorwaardelijk. Met behandeling.
En dat is in de verste verte niet gelijk aan een celstraf van vijf jaar.
Justitie meet met twee maten (en mag dat doen, laat daar geen misverstand over bestaan).
Wat het Openbaar Ministerie betreft moet Johnny B. niet worden gestraft voor wat bewezen kan worden, maar voor het beeld dat is ontstaan in de loop der maanden. De twintig branden, de inzet van het leger, de enorme aandacht van de politie, het peilbaken onder zijn auto en feit dat hij zo lang niet te pakken was.
Maar dat is slechts mijn mening.
Rechtbankverslaggevers hebben wel vaker last van nuance-drift: