Journalist of beul?

Het is lastig en het blijft altijd een discussie met veel mitsen en maren. Wat doe je als journalist met potentieel schadelijke informatie? Hoe ga je om met gegevens waarvan je weet dat publicatie ernstige gevolgen kan hebben voor anderen?

Op een woensdagochtend besluit ik een dagje alcohol te doen. Dat wil zeggen: ik volgde bij de politierechter in Groningen een hele rij rechtszaken rond rijden onder invloed.

Vergis u niet. Dit soort dagjes doen rechtbanken in het hele land en met enige regelmaat. We mogen dan wel allemaal graag naar Polen wijzen, maar we spugen er zelf ook niet bepaald in.

De politierechter ontvangt iedereen. Van hoog naar laag. In spijkerbroek of pak. Allemaal ooit veel te veel gedronken. En allemaal ooit besloten om toch in de auto te stappen. Let wel. We hebben het hier niet over mensen die een enkel biertje te veel op hebben. De recordhoudster op woensdag blies 1250 microgram. Dat kwam in haar geval ongeveer overeen met een vol krat bier.

Na drie zaken kwam een man in pak de rechtszaal binnen. Ongemakkelijk. Alsof hij zo snel mogelijk weer weg wilde. Veel te veel gedronken. 1090 microgram. Excuses. Had niet gemoeten. Er was een reden. Zijn vriendin had hem net verlaten. Normaal dronk hij nooit. Maar goed. Hij moest en zou met zijn auto acht kilometer verderop bij de supermarkt eten halen voor zijn katten. Hij voelde tijdens de heenreis ook wel dat het niet goed zat. En hij zou op zeker daar wel een taxi pakken naar huis. Lang verhaal.

Toen vertelde de man wat zijn beroep was. Hij was hoofd hospitality services van de Rijksuniversiteit Groningen. En hij wilde op zeker geen werkstraf uitvoeren.

‘Ik wil niet voor het aangezicht van dertigduizend studenten schoffelen. Dat kan niet. Ik heb immers een openbare functie’

Ik zal eerlijk zijn. Toen ik zijn  functie hoorde besloot ik al tot publicatie over te gaan. Ik vind een openbare functie op een opleidingsinstituut voor jonge mensen wel een soort van verantwoordelijkheid met zich meebrengen. Een rolmodel is misschien wat zwaar, maar toch.

Bovendien was het hoofd ook verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de kantines op de universiteit. En daar had ik een beeld bij. Een manager. Verantwoordelijk voor voedsel en drinken voor studenten die in de regel toch al niet overdadig lid zijn van de blauwe knoop. Ik vond daar wel een soort van een link.

Daarnaast was de stelling dat een werkstraf voor het aangezicht van studenten ‘niet kon’ voor mij ook al een reden om te publiceren. Het is apart. Het wijkt af. En dat is nieuws.

Maar toch.

De aangeslagen man vertelde de rechter ook dat zijn werkgever van niets wist. En dat heeft natuurlijk een reden. Ik vulde zelf alvast maar in dat publicatie niet direct een bonus voor hem op zou leveren.

De vraag is dan wat je als journalist dient te doen.

Wij zijn er niet om carrières te maken of te breken, vertelde een chef ooit aan mij toen ik besloot het nogal belastende verhaal van het stelende en zichzelf prostituerende topmodel Kim Feenstra op te schrijven.

En dat klopt.

Maar wij zijn er ook niet om mensen onnodig te beschadigen. Het is aan de rechter om te straffen. En aan de journalistiek om op basis van relevantie berichten te maken.

Tot zover de feiten. Nu verwacht u van mij wellicht een ferme en stoere stelling.

Maar eigenlijk weet ik gewoon ook niet wat wijsheid is. In dit geval besloten we bij de regionale omroep alleen de termen manager en universiteit te gebruiken.

Maar bij de Universiteitskrant deden we het anders. Hier werd de functie wel volledig in het daglicht gezet. Daar kun je van alles van denken, maar in het Google-tijdperk is dat niets anders dan het bekend maken van naam en rugnummer. Om maar te zwijgen over het Twitter-tijdperk. Al tijdens mijn tweets over de rechtszaak doken er twitteraars op die werkzaam waren op de universiteit en ‘met meer dan normale belangstelling’ de tweets volgden.

Wat is wijsheid?

Ooit liep ik weg bij een rechtszaak omdat een verzamelaar van kinderporno zei op zeker zelfmoord te plegen als hij in de krant zou komen. Hij woonde in een klein dorp en zou geen leven meer hebben als dit uit zou lekken. Ik geloofde hem. En zijn advocaat. En bleef weg.

Op een ander moment schreef ik een verhaal over een hooggeplaatste specialist van een groot ziekenhuis. Ook met drank op. En liet ik bewust gegevens weg die direct tot hem te herleiden zouden zijn.

Waarom?

Geen enkel stukje in de krant is een leven waard. En moet een enkel incident wel het einde inluiden van een mooie carrière in de medische wereld? Van talloze geslaagde en wellicht levensreddende operaties?

Maar ik weet ook. Er zijn mitsen en maren. Wellicht pikte de verzamelaar van kinderporno juist door het gebrek aan een schandpaal na zijn straf de draad weer op. Waardoor onschuldige kinderen opnieuw slachtoffer werden. Misschien bleef de specialist wel drinken en verknalde hij een operatie waardoor iemand voor het leven werd getekend.

En misschien maak ik mijn rol wel veel te groot en maakt het uiteindelijk allemaal toch niet zo heel veel uit.

Ik weet het niet. Uiteindelijk ben ik journalist geworden om verhalen te vertellen die verteld moeten worden.

En denk ik maar dat de verantwoordelijkheid van iemands handelen uiteindelijk altijd in handen van die persoon zelf ligt.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *