Kom naar de rechtbank!

Gastschrijver Gert aan het woord:

Naar aanleiding van de wedstrijd van Rechtbankverslaggever: ‘waar ben ik op vakantie geweest?’ ben ik door Chris Klomp uitgenodigd voor een geheel verzorgd dagje rechtbank. Ik heb daar graag gebruik van gemaakt, want in mijn hele leven (ik ben 57) heb ik nog nooit een rechtszaal van binnen gezien.

Dat betekende wel: om vijf uur opstaan om op tijd in Groningen te zijn. Om 08.45 was ik bij de rechtbank. Eerste verrassing: aanmelden, bagage door de scanner, alle zakken legen. Het leek Schiphol wel. De rechtbankverslaggever stond er al om mij op te halen. Daarna koffie en korte briefing in de perskamer, waar even later Rob Zijlstra ook kwam opdagen.

 Tijdens de briefing bleek er een klein probleem: om de diverse machten gescheiden te houden mogen de rechtbankverslaggevers geen gebruik maken van de kantine. In de wachtruimte stonden diverse personen wat te keuvelen. Ik mocht van de bode aan de perstafel zitten, zodat ik ook aantekeningen kon maken, waarvoor dank.

Zittingszaal 14 blijkt een lichte, ruime zaal. Vooraan, op een kleine verhoging, de balie waarachter de rechtbank en de OvJ zitten. De balie bestaat uit twee delen, met een tussenruimte van ongeveer 20 cm. Dit opnieuw om de scheiding der machten. Daartegenover: twee tafels voor de verdachten, hun advocaten en de deskundigen (bv. reclassering). Daarachter: twee tafels voor de pers. Daar weer achter, oplopend: de publieke tribune. Helemaal achteraan (achter een kogelvrije glazen wand): ruimte voor ‘gevaarlijke’ bezoekers.

De suppoost vraagt ons op te staan voor de rechters. Onder begeleiding van 2 parketwachten komt de verdachte binnen. Veelpleger. Een lange, magere, gemillimeterde Nederlandse man van 51. Lange broek, overhemd en bodywarmer. Zware hoge schoenen. Linkerbeen over rechter geslagen. Hij zou een traantje onder zijn linkeroog getatoeerd hebben, maar dat kan ik vanuit mijn positie niet zien.

Wat de rechters en de OVJ vanuit hun hoge zitpositie dan weer niet kunnen zien, is dat hij steeds zenuwachtig zijn linkervoet optrekt als hij aan het woord is. Regelmatig laat hij zijn hoofd moedeloos voorover zakken. Hij zou al sinds zijn 17e in regelmatig met Justitie in aanraking zijn gekomen en een historie van pleeggezinnen hebben.

Geconfronteerd met de aanklachten (vernieling, joyriding, inbraak in een theehuis op een begraafplaats) kan hij zich bijna niets herinneren, als gevolg van drank en/of drugs (GHB). Mijn indruk is, dat het hier vooral gaat om een sneue, mislukte persoon die zijn eigen leven totaal niet meer onder controle heeft. Onder de juiste begeleiding zou hij er nog veel van kunnen maken.

Dan de tweede zaak. Drugshandel. Ik zat aan de perstafel, schuin rechts achter Hakim. Op een zeker moment werpt hij een panische blik over zijn rechterschouder, in mijn richting. Hij is 21, ernstig in de problemen. Mede door zijn ouders, vind ik. In de loop van de zaak was er ook nog sprake over ‘naar Maastricht gaan’. Het ligt misschien aan mij, maar dan moet ik toch onmiddellijk denken aan het fenomeen ‘drugsrunner’.

De derde en laatste zaak. Een Nederlandse veelpleger van 43. Aanvankelijk met de handen in de zakken. Verdacht van insluiping en straatroof. Hij blijkt al sinds 1993 verslaafd te zijn. Er was in het verleden sprake van medicatie, ISD en isoleercel. Zijn geheugen laat hem in de steek. Dingen die aantoonbaar twee jaar geleden zijn gebeurd, zijn volgens hem veel langer geleden.

Toch heeft hij wel enige zelfkennis, getuige opmerkingen als: ‘Ik ben ook een van die moeilijke mensen’ ‘Iemand met een mes bedreigen bij een pinautomaat is mijn ding’ In een nieuwe ISD-maatregel heeft verdachte eigenlijk geen zin. Hij zit liever zijn straf uit, om daarna met ‘vrienden’ en ‘familie’ op het rechte pad te komen. Ik schat zo in dat de rechter daar niet in meegaat.

Gaandeweg het proces laat hij zich min of meer overtuigen een ISD-maatregel voor hem toch wel het beste zou zijn. Voor de felle discussie met een van de rechters biedt hij, wanneer hij het laatste woord krijgt, zelfs zijn excuses aan. Mijn complimenten.

Wat ik naar mijn mening gezien heb, zijn twee draaideurcriminelen die hun eigen leven niet meer op de rails hebben of kunnen krijgen. Met alle mogelijke hulpverlening daaromheen. Verder twee jeugdige (liegende?) dealers, waarvan één in een staatkundig weinig benijdenswaardige positie.

Tenslotte: ik wil iedereen aanbevelen om eens een bezoek te brengen aan een zitting van de rechtbank in zijn of haar woonplaats. Je ogen gaan open. Rechtbankverslaggever en Rob, bedankt!

De sfeer was prima, en de lunch smaakte uitstekend.

Gert.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *