Er is al veel gezegd over de opkomst van het populisme en niet zelden gaat het dan over populistische leiders die ‘het volk’ op een effectieve, maar kwaadaardige wijze bespelen. De vraag is echter of het wijzen naar die leiders wel een antwoord is op het populisme. Want kan ware macht niet louter ontstaan als gewone mensen het populisme willens en wetens omarmen?
Op 13 februari verscheen in de gezaghebbende Washington Post een interessant artikel over de retoriek van president Donald Trump. Na bestudering van maar liefst 23.000 nieuwsberichten kwam de krant tot de conclusie dat de woorden en het gedrag van Trump een directe stijging veroorzaken in het pesten van kinderen. Steeds meer kinderen worden gepest, het mag geen verbazing wekken dat de slachtoffers in overwegende mate behoren tot de groepen waar Trump tamelijk negatief over is. Kinderen uit zwarte gezinnen, Hispanic of moslim.
In het artikel komt de 17-jarige Mexicaans-Amerikaanse Ashanty Bonilla aan het woord. Het meisje werd slachtoffer van pesten en moest daarom zelfs naar een andere school. Ze zegt het volgende over pestgedrag. ,,Het is veel erger geworden sinds Trump is verkozen. Ze horen wat hij zegt. Ze denken dat het mag. De president zegt het, dus waarom mogen zij het niet zeggen?’’
Bonilla slaat hier de spijker op de kop. Natuurlijk is pestgedrag altijd aanwezig geweest in de samenleving. En dat zal altijd wel zo blijven. Maar hier wordt wel heel duidelijk dat de pesters een hele duidelijke rechtvaardiging zien voor hun pestgedrag. Ze kunnen kinderlijk eenvoudig hun eigen verantwoordelijkheid aan de kant schuiven omdat de machtigste man van de Verenigde Staten het voorbeeld geeft. En dat is op zijn minst zorgelijk te noemen.
Retoriek
De woorden van Bonilla en de bevindingen van de krant worden ook ondersteund door een onderzoek onder 10.000 kinderen in de Verenigde Staten. Maar liefst 2500 kinderen gaven aan op een racistische manier lastig te zijn gevallen door direct terug te herleiden verkiezingsretoriek van Trump. De slachtoffers werden toegebeten dat ze gedeporteerd zouden worden of dat er een muur gebouwd moest worden om kinderen met een andere afkomst te kunnen tegenhouden en weren.
Woorden doen er toe.
De meeste mensen zijn van nature tamelijk bange wezens. Op gevoel kiezen we vaak voor de veilige groep, niemand vindt het heel erg fijn om een eenling te zijn. Dat is dan ook vaak de reden dat de pester op het schoolplein door kan gaan met zijn gedrag. We zijn te bang om in te grijpen omdat we vrezen de volgende te zijn. Het is veel comfortabeler om te lachen om de kwetsende grappen en grollen van de bully dan om in opstand te komen met het risico zelf slachtoffer te worden.
Die tragische en laffe schoolpleindynamiek wordt door populisten bewust naar de politiek gebracht. En hoewel Donald Trump wel een heel duidelijk voorbeeld is, met zijn voortdurende persoonlijke, leugenachtige en denigrerende aanvallen op personen die anders denken dan hij, zien we het inmiddels ook terug in Nederland.
Ook hier maken politici die het niet zo nauw nemen met integriteit en de waarheid gebruik van de kwaadaardige methode om anderen op emotie af te serveren. Door bijvoorbeeld negatieve incidenten door individuen toe te schrijven aan een verondersteld kenmerk van een hele groep. Door journalisten te zien als ondermijners van de samenleving en dienaren van de macht, wetenschappers als ideologisch gedreven activisten en ‘knettergekke’ rechters als verlengstuk van de politieke macht.
Die woorden doen er toe en ze leiden ook hier direct tot onaangename gevolgen voor die groepen. Wetenschappers worden op sociale media met lasterlijke taal aangevallen, voor journalisten is het al niet veel beter. Grote nieuwsorganisaties moeten inmiddels zo nu en dan zelfs de hulp inroepen van beveiligers. Op sociale media is kritiek in de vorm van persoonlijke aanvallen inmiddels standaard.
Moed
Het is natuurlijk kinderlijk eenvoudig om als bestrijder van het populisme in dit kader te wijzen op die gemene leiders die ‘het volk’ ophitsen, maar het vergt wat meer moed om naar jezelf te kijken. Want die gemene leiders die uit zijn op macht voor de eigen selecte groep, zijn volstrekt machteloos als ze niet de steun krijgen van een deel van de bevolking.
Populisme gedijt alleen als mensen bereid zijn om de populistische boodschap te ondersteunen. Om heilig te strijden voor ‘wij’ tegen ‘zij’. Om de eigen normen en waarden als leidend en superieur te zien. Om de ander bij voortduring af te schilderen als inferieur en minderwaardig. Het is zorgelijk om te moeten constateren dat best veel mensen de bereidheid hebben om enthousiast mee te gaan in deze dynamiek.
Feitelijk staan wij met zijn allen op het schoolplein toe te kijken hoe de bully zijn slopende werk doet. Hoe hij een ander kleineert, vernedert en beledigt. Iedere dag opnieuw, steeds een stukje verder. Hoeveel mensen staan er op? Hoeveel mensen spreken zich uit?
Is het eigenlijk niet zo dat wij, omdat het ons wel goed uitkomt, gewoon meelachen bij het zien van het leed van een ander? De andere kant op kijken als de pester zijn slachtoffer weer eens slaat? Ook als die al op de grond ligt? Of zelfs meedoen met het pestgedrag om helemaal zeker te weten dat we ergens bijhoren?
Het gekke is dat de meeste mensen pesten afkeuren. Als hun zoon of dochter huilend thuiskomt na weer een dag vol pestgedrag, stampen we verontwaardigd naar de schoolleiding om op hoge poten opheldering te vragen en maatregelen te eisen.
Maar wat doen veel mensen als het populistische spook over het schoolplein waart? Laten we eerlijk zijn. Best veel mensen zwijgen. Omdat ze stiekem wel erg blij zijn dat het niet over hen gaat. Of omdat ze eigenlijk wel achter de pester staan. Omdat de ander namelijk anders is en niets te zoeken heeft in dit land, bijvoorbeeld. Omdat alles wat anders is als bedreigend wordt ervaren.
Gematigd
Ik heb op deze plek eens een ode geschreven aan de gematigde Nederlander. En ik denk nog steeds dat die verreweg in de meerderheid is. De meeste mensen denken helemaal niet zo extreem en staan open voor andere gedachten en andere manier om samen te leven.
Maar soms is het niet genoeg om louter gematigd te zijn. Soms moet je opstaan en de pester duidelijk maken dat hij moet kappen met zijn walgelijke gedrag. Soms moet je duidelijk maken dat wat hij zegt niet klopt en alleen maar zal leiden tot meer ellende en haat. Omdat wie zwijgt, toestemt.
Populistische leiders bestaan bij de gratie van de mensen die hen steunen. Uiteindelijk is die onvoorwaardelijke steun de laffe brandstof voor de motor van het populisme.
Waardeer dit artikel!!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt me ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.