Er moet mij iets van het hart. Ik vind mijzelf redelijk maatschappelijk betrokken. Maak mij druk over tweedeling, armoede, een goed functionerende rechtspraak en de kwalijke rol van nepnieuws en desinformatie. Allemaal zaken die van belang zijn en wat de politiek dus ook van belang maakt. En toch ben ik moe van de politiek.
Natuurlijk heeft het te maken met de aanstaande verkiezingen. Met lijsttrekkers die over elkaar heen buitelen om goede sier te maken met eigen standpunten en ideeën van de concurrentie onverbiddelijk affakkelen. Je ontkomt niet aan de ronkende verkiezingsspotjes met bombastische taal. Aan de talloze debatten. Onze politici zijn niet van de beeldbuis en de pagina’s te slaan. Van Voetbal Inside tot Nieuwsuur.
Al dan niet met hoge hakken in de sportschool.
Hypocrisie
Maar op de een of andere manier is het dit jaar anders. Misschien is het de leeftijd of het gegeven dat we de laatste jaren van het ene schandaal in het andere terecht zijn gekomen. Misschien is het wel de bijtende hypocrisie van partijen die jarenlang aan de knoppen hebben gezeten en nu ineens als bij toverslag de oplossing hebben voor problemen waar ze zelf op zijn minst medeverantwoordelijk voor zijn.
Misschien is het ook wel de ijzige constatering dat we als deel van de samenleving bij voortduring klagen over niet al te sociaal regeringsbeleid en toegenomen ongelijkheid, maar toch weer onverbiddelijk rechtsaf dreigen te slaan. Het suggereert op zijn minst dat akelig veel mensen die het erg goed hebben toch vooral bezig zijn om de eigen welvaart te beschermen.
Ooit zei een wijs iemand dat je in een goed werkende democratie moet kiezen voor de belangen van de meest kwetsbare medemens. Een mooi, maar kennelijk naïef standpunt. Aan de ene kant van het palet plegen mensen zelfmoord omdat er pas over zes maanden een psychiater beschikbaar is, aan de andere kant brommen mensen verongelijkt over de mogelijk extra belasting die moet worden betaald over een jubelton voor de kinderen.
Cynisch
Ik moet erkennen dat ik er diep cynisch van word. Voorbeelden? Onder leiding van de nieuwe rijzende ster Dilan Yeşilgöz zien we een liberale partij die zich ineens enorm druk maakt over bestaanszekerheid.
Met een diep bezorgd gelaat horen we de VVD zeggen dat mensen in supermarkten producten terug moeten leggen in de schappen omdat ze te weinig geld hebben. Dat hardwerkende burgers de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen.
Alsof de partij ineens in een zeldzaam moment van ongekende helderheid heeft ontdekt hoe het een deel van de burgers vergaat. Je zou bijna denken dat we te maken hebben met een frisse, nieuwe partij die vanuit het niets de politieke arena instapt om de boel eens flink op te schudden.
Het is toch werkelijk een gotspe van Olympisch niveau dat de partij in de Telegraaf met een advertentie de kiezer probeert over te halen met de slogan: klaar met oude politiek?
Lieve mensen van de VVD, jullie zijn de oude politiek.
Een Yeşilgöz overigens die niet achteruit wil kijken, maar vooruit. Wat ik wel begrijp, want als ze achterom kijkt, ziet ze een idealistische vrouw die zich bij de Socialistische Partij hard maakte voor het lot van vluchtelingen, omdat ze zelf had ervaren hoe ze ooit in Nederland welkom werd geheten. Door dezelfde gezinshereniging waar ze nu zo hard tegen ageert.
Het kan verkeren.
Knoppen
Maar goed. Natuurlijk is de VVD niet alleen verantwoordelijk voor beleid. Maar ze hebben de afgelopen dertien jaren wel (grotendeels) leidend aan de knoppen gezeten. Ze hadden alle gelegenheid om wat te doen aan problemen die bepaald niet nieuw zijn.
Maar ze kozen in overwegende mate voor de heilige markt. Jaar na jaar. Ze drukten gewone burgers in de mal van de ‘eigen verantwoordelijkheid’. De heiligverklaarde zelfredzaamheid. Wat natuurlijk heel mooi klinkt, maar feitelijk niets meer of minder is dan een excuus om je als overheid terug te trekken. Dat is altijd de mantra van de VVD geweest: laat de markt het maar regelen. Dan krijg je vanzelf de beste producten tegen de beste prijs.
Right.
We hebben gezien hoe dat uitpakt: in de woningmarkt (exit sociale woningbouw), in de zorg (waar de helft van het budget niet naar patiëntenzorg gaat), bij het openbaar vervoer (waar lijnen winstgevend moeten zijn en aanbod dus verschraalt) en in de energievoorziening.
Timmermans
Maar ik heb het ook met Frans Timmermans van GroenLinks/PvdA. Een gedreven politicus, een zwaargewicht, maar zijn halsstarrige nadruk op internationalisering en klimaatbeleid irriteert. Niet omdat we niet dringend iets moeten doen aan de onvermijdelijke klimaatverandering (niets doen kost meer), maar omdat hij kennelijk niet helemaal lekker aanvoelt dat een deel van zijn potentiële kiezers best welwillend is, maar nu wel iets anders aan hun hoofd heeft.
Mensen die aan het einde van hun geld nog een stuk maand over hebben. Met kinderen die nergens heen kunnen omdat er geen (betaalbare) woningen zijn. Die kampen met wachtlijsten in de zorg. Die geen idee hebben hoe rekeningen nog moeten worden betaald en die wonen in tochtige huizen met bizar hoge huurprijzen.
Vlekken
Het zijn die mensen die terecht in de vlekken schieten als ze horen dat burgers moeten investeren in zonnepanelen en warmtepompen. Dat ze op termijn toch echt een elektrische auto aan moeten schaffen. Dat ze zo snel mogelijk van het gas af moeten. Die noodzaak zullen veel mensen echt wel begrijpen en voelen, maar je kunt simpel niet groener als je al rood staat.
Kunnen en willen zijn verschillende dingen. Ik kan het niet helpen, maar Timmermans is toch een beetje de mondaine bureaucraat uit Brussel die de glazenwasser in Etten-Leur komt vertellen dat hij anders moet gaan leven.
Media
Maar ik erger mij ook aan de overdrive van de media. De Telegraaf die dagelijks negatieve berichten en columns de wereld in pompt over alles wat maar een beetje neigt naar links. Alsof ze daar aan de Basisweg ooit als kind van hun knikkers bestolen zijn door het zoontje van een linkse politicus.
Andere media verhalen over hoe Geert Wilders met zijn katten knuffelt of hoe Caroline van der Plas denkt dat ze een reïncarnatie is van een passagier van de Titanic. Media die ruim baan geven aan debatten die feitelijk niet meer om het lijf hebben dan elkaar met vooraf bedachte oneliners vliegen afvangen.
Messias
Misschien ben ik de politiek ook wel moe omdat wij – de kiezer en de media – voor de zoveelste keer een nieuwe Messias op het schild hijsen. Was het eerst Baudet die met zijn boreale uilen een daverende verkiezingsoverwinning behaalde, binnen een paar jaren denderde de oh zo gewoon gebleven Van der Plas met luid geraas op een trekker het Binnenhof binnen om voor boeren, burgers en buitenlui het land van een dreigende ondergang te redden.
Tijdens de Provinciale Statenverkiezing werd Lientje de grootste in alle provincies. In april van dit jaar peilde ze nog 30 zetels in de Tweede Kamer. Van die plotselinge opleving van het gezonde boerenverstand zijn nu in de peilingen nog negen zetels over. En dat is voor een deel te danken aan weer een nieuwe Messias, Pieter Omtzigt.
Omtzigt is een kundig politicus met een grote staat van dienst als Kamerlid. Maar dat een goed functionerend Kamerlid in no time een politieke partij op kan richten, die ook meteen in de peilingen als een van de grootste uit de bus komt, zegt iets. Sterker: die enorme winst bereikte hij in eerste instantie zelfs zonder maar een verkiezingsprogramma te hebben laten zien.
Eerst de Messias, later de inhoud.
Waterig
De forse standpunten en de maatschappij-veranderende ideeën vliegen ons om de oren, maar na 22 november zullen naar verwachting minstens vier partijen de koppen bij elkaar moeten steken om tot een waterig compromis te komen.
Beloftes in verkiezingstijd; ze zijn als door hormonen gedreven mierzoete woorden van een verliefd puberstel. Als een olijke sneeuwpop onder de felle zon.
Natuurlijk zal ik op 22 november gaan stemmen. Natuurlijk is het belangrijk. Maar ik kan ook niet anders dan bekennen dat de fut er wel uit is.
Dat het verleidelijk is om te denken: ze doen ook maar.
Waardeer dit artikel!!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.