Hans Janmaat zou nu geaccepteerd worden

Afgelopen week sprak Pieter Omtzigt (NSC) over het beteugelen van migratie en het tekort aan woningen. Een belangrijk thema. Omtzigt koppelde de woningnood echter niet alleen aan een rem op migratie, maar zei ook dat het hoog tijd is om eerst te denken aan de rechten van Nederlanders in plaats van aan de rechten van migranten. Daar kun je van alles van vinden, maar ik moest ineens aan Hans Janmaat denken. 

‘Het is hoog tijd om nu eerst te denken aan de rechten van Nederlandse huishoudens die geen woning kunnen krijgen in plaats van de rechten van migranten. Iedereen heeft het over de rechten van de migranten. En niemand heeft het over de rechten van bestaanszekerheid van die 390.000 huishoudens die geen huis hebben in Nederland’, zo omschreef het Algemeen Dagblad de woorden van Omtzigt.

Instroom

Omtzigt wil een richtlijn voor de instroom van migranten die rond de 50.000 per jaar ligt. Dat zijn opvattingen waar je op zich best valide argumenten voor kunt bedenken. Begrijp mij goed: Pieter Omtzigt is absoluut niet te vergelijken met Hans Janmaat, de extreemrechtse en onbetwiste paria van de Nederlandse politieke geschiedenis.

En toch dook ergens in mijn achterhoofd ineens Janmaat op. Niet omdat Omtzigt mij als persoon aan hem deed denken, maar omdat ik mij op dat moment niet aan de indruk kon onttrekken dat Janmaat, als hij in het huidige tijdsgewricht had geleefd, met een aan waarschijnlijkheid grenzende waarschijnlijkheid wél geaccepteerd zou worden.

Eigen volk

Janmaat heeft een heleboel kwalijke, beledigende en vernederende dingen gezegd over buitenlanders, maar zijn kernboodschap was dat de Nederlander altijd voorop moet staan. Met oneliners als ‘Eigen Volk Eerst’ en ‘Vol = vol’ deed hij een klemmend beroep op de overheid om de eigen burger te dienen. Door alle problemen van die tijd moest volgens Janmaat de grens gesloten blijven voor nieuwkomers.

In dat opzicht verschilt hij overigens niet veel van politici ter radicaal rechterzijde heden ten dage. Sterker nog: politici als Thierry Baudet (‘Ik vind het fijn om in een land te wonen waar mensen op mij lijken’) en Geert Wilders (Ik kies voor eigen land eerst, dat is politiek) denken er wat dat betreft hetzelfde over. Al jaren.

Omvolking

Baudet maakt er geen geheim van de eigen cultuur als superieur te zien en heeft de mond vol over omvolking en het ‘blank houden’ van Europa. Wilders, die vlak voor de verkiezingen ineens een milde variant speelt van zichzelf, is wat dat betreft nauwelijks beter.

Laten we eerlijk zijn: doen de woorden van Hans Janmaat niet in ieder geval een beetje denken aan wat Pieter Omtzigt in de context van woningnood zegt? Hoe verschilt ‘Eigen volk eerst’ en ‘vol is vol’ eigenlijk in de kern van ‘eerst denken aan de Nederlanders’ en ‘het loopt ons over de voeten’?

Natuurlijk zie ik de verschillen wel – in intentie en context – maar ik zie ook de overeenkomsten. En ik zie het zeker ook in het licht van de huidige politieke ontwikkelingen, waarbij niet uit te sluiten valt dat de PVV mee gaat regeren.

Haat

Hans Janmaat werd in zijn tijd met een grote passie gehaat. Collega-politici wilden niet met hem gezien worden en sommigen verlieten letterlijk de zaal als hij sprak. Toen hij in 1982 werd gekozen als lid van de Tweede Kamer voor de Centrumpartij gaven de andere 149 Kamerleden eensluidend een verklaring af waarin zij afstand namen van hem. Alle 149. Journalisten doorspekten hun verslagen met nauwelijks verholen afkeer.

Janmaat werd meerdere malen door rechtbanken veroordeeld om uitspraken die vandaag de dag waarschijnlijk niet eens tot ophef zouden leiden. Zelfs de Telegraaf, toch bepaald doorgaans niet te beroerd om radicaal-rechts bombastisch op het schild te hijsen, negeerde hem grotendeels. Een Wierd Duk was nog niet toegetreden tot de Basisweg. Tot zijn dood werd Janmaat als een melaatse behandeld. Er was zelfs geen uitgever die zijn biografie in boekvorm wilde gieten.

Gemeengoed

Het zegt iets over Nederland dat een deel van de radicale retoriek van Janmaat inmiddels aardig gemeengoed is geworden. We zijn met zijn allen opgeschoven.

Natuurlijk heeft dat oorzaken. Er zijn groepen asielzoekers die zich misdragen (maar veel minder dan wat dagelijks vanuit de onderbuik opborrelt). De multiculturele samenleving is in veel wijken van grote steden een feit en dat gaat niet altijd goed. En het is een feit dat de woningmarkt er buitengewoon slecht bijstaat.

De vraag is echter of we dan ‘de migrant’ als oorzaak van de problemen moeten gaan zien, of als onderdeel van het probleem. De woningnood is niet veroorzaakt door migranten. Tijdens de kroning van koning Beatrix in 1980 ontstonden er al rellen. Vonden mensen Beatrix niet zo aardig? Nee. De woningnood zorgde voor een groot deel van de onvrede.

‘Geen woning, geen kroning’ was het devies.

Woningbouw

Onder leiding van VVD’er Stef Blok werd de woningbouw vergenoegd aan de markt overgelaten.  Als je eerlijk naar de problemen kijkt, dan hebben vooral de liberale partijen (dezelfde partijen die de immigratie uberhaupt op gang hebben gebracht in de zucht naar goedkope arbeid) de schaarste op de woningmarkt veroorzaakt.

Het is op zijn zachtst gezegd een beetje cru om nu immigratie zo nadrukkelijk te koppelen aan nijpende woningtekorten. Zeker als je bedenkt dat een grote groep migranten bestaat uit mensen van binnen de EU die legaal in Nederland aan het werk gaan omdat wij hier banen hebben waar de gewone Nederlander niet voor te porren is.

Het is niet voor niets dat werkgevers bepaald niet blij zijn met de plannen van Omtzigt om de migrantenstroom rond de 50.000 per jaar te houden. Dat betekent feitelijk dat je op een gegeven moment de grenzen deels moet sluiten, een plan dat door allerlei internationale verdragen en het vrije verkeer binnen de Europese Unie praktisch kansloos is.

Retoriek

Maar goed. Feitelijk wil ik het in dit verhaal niet hebben over woningnood, maar over de retoriek die steeds verder opschuift.  Ik heb absoluut de overtuiging dat Omtzigt het niet kwaad bedoeld en – nogmaals – je kan en mag hem niet vergelijken met Hans Janmaat, maar als je stelt dat het hoog tijd is om te denken aan de rechten van een bepaalde groep in plaats van die van een andere groep, wat zeg je dan eigenlijk over rechten?

Zeg je dan niet dat rechten wel voor de een gelden en niet voor de ander? Dat kan, maar dat noem je dan geen rechten, maar privileges. Is dat erg? Dat ligt aan je eigen wereldbeeld.

Ik constateer slechts dat we door de jaren heen kennelijk anders zijn gaan denken over hoe we de samenleving inrichten en voor wie rechten gelden en voor wie niet of veel minder. We hebben het hier namelijk niet over illegale immigranten die beslag leggen op schaarse huizen, maar over mensen die legaal in Nederland mogen werken of die volgens geldend recht in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning.

Hoe je er ook over denkt: termen als ‘vol is vol’ en ‘eigen volk eerst’ zijn inmiddels mainstream geworden. Dat is beslist niet de schuld van Pieter Omtzigt, maar het zegt iets over hoe onze samenleving aan verandering onderhevig is en welke richting we waarschijnlijk gaan.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen