Ik las vandaag de afscheidsbrief van een vader. Hij vertelde aan honderden ouders en leerkrachten dat hij nu eindelijk rust heeft. Samen met zijn drie zoontjes.
Dat hij niet meer wil vechten. Tegen een ex. Tegen procedures. Tegen zijn eigen depressie. En dat hij daarom een keuze had gemaakt. Een keuze die het einde zou betekenen van de levens van hele jonge kinderen.
Ik stond op een klein weggetje ergens in Drenthe en keek naar een politielint. Achter het lint, ergens op een op het oog vrolijk bungalowpark, lagen de lichamen van drie dode jongetjes. En hun vader.
Ik las de brief van de vader in mijn functie als journalist. En met mij lazen vele journalisten mee. En omdat het ons werk is en het beestje een naam moet hebben noteerden wij bijna allemaal
Dat vinden wij logisch. Een vader die zijn kinderen zo bruut uit het leven jaagt: dat is moord. Maar ik moest ook denken aan andere drama’s waar ik eerder professioneel bij betrokken was. En toen viel me iets op:
Hoe denken wij eigenlijk over moeders die hetzelfde doen? Die op hun kind gaan zitten of het verstikken met een kussen?
Gek genoeg maken we daar onderscheid in. De brute onbegrijpelijke kindermoord is ineens een ‘incident’ en een:
En eigenlijk is dat best gek. Zijn wij aardiger voor moeders? Hebben wij meer begrip voor vrouwen? Kunnen we wellicht alleen geloven dat moeders alleen in staat zijn om hun eigen kinderen te doden als het echt louter en alleen om een echt drama gaat?
Hebben we soms meer begrip voor moeders omdat zij wellicht meer recht hebben op het kind? Het gedragen hebben en ter wereld hebben gebracht? En dus ook ergens een heel klein beetje meer het recht hebben het te doden?