Niets mis met vooringenomen rechters

 

Ik had me voorgenomen niets te schrijven over het proces tegen Wilders. Puur omdat ik rechtbankverslaggever ben en die rechtszaak weinig met de dagelijkse rechtspraktijk te maken heeft.

Maar toch.

Iets moet me van het hart.

Er is veel te doen over wraking. Een instrument voor advocaten om vooringenomen rechters tot bedaren te brengen. Tot voor kort maar weinig gebruikt.

Advocaten zijn niet dom. Je wraakt de ene week met succes een rechtbank, maar staat de week erop doodleuk met een andere verdachte voor dezelfde rechters. Dat maakt de meeste advocaten nederiger dan ze willen zijn.

Maar hoe meet je eigenlijk of een rechter vooringenomen is?

In de praktijk gaan advocaten af op wat rechters tijdens het proces zeggen. Hoe ze een verdachte behandelen. En of ze hem of haar wel voldoende ruimte geven.

In het proces tegen Wilders staan de rechters onder grote druk. Elk woord gaat op de weegschaal. Blijkbaar verwachten we dat rechters met een uitgestreken gelaat uiterst neutrale vragen stellen en zich onthouden van enig commentaar. Verbaal of non-verbaal.

En daar breekt de link tussen de rechtspraktijk en het proces tegen Wilders.

Ik zie en hoor vrijwel dagelijks rechters die grapjes maken, bozig worden of verdachten tot de orde roepen. Ik zie hoe ze afkeurend kijken naar sommige verdachten. Hoe ze de wenkbrauwen fronzen. Hun hoofd schudden. Getuigen weigeren. Of een verhoor na twee zinnen afkappen omdat een verdachte verbaal te wild is. 

Soms zeggen rechters gewoon hardop dat de verdachte liegt. Dat hij ongeloofwaardig is. Slecht in zijn gedrag.

Of dat hij alle schijn tegen heeft.

En dat werkt prima.

Sterker nog.

Ik heb het niet zo op de neutraal ogende rechter die de kerk altijd in het midden laat.

De beste rechter die ik ken, is de rechter die een verdachte over hete kolen laat lopen. Die niet bang is om te provoceren. Of om een gewaagd standpunt in te nemen. Een rechter die zijn toon af laat hangen van de man of vrouw voor hem. Zacht als het moet. Flinterhard als het kan.

Het is een rechter die het strafdossier soms dicht op tafel laat liggen en de verdachte op de man af vraagt wat er nu echt aan de hand is. Die vette vraagtekens zet. Desnoods herhaaldelijk. 

Hij confronteert de verdachte met rare uitspraken of stevige verklaringen van getuigen. Spreekt hem aan op zijn gedrag.Vraagt hem waarom hij lacht. Of trilt. Of huilt.

Zegt hem dat hij er niet best voor staat.

En neem het hem eens kwalijk. 

Een rechter leest voor de zitting het strafdossier. Dat dossier is samengesteld door het Openbaar Ministerie. Dezelfde club die de verdachte graag achter tralies wil hebben.

Natuurlijk is de rechter vooringenomen.  

En daar is niets mis mee.

Een rechter die denkt te weten hoe het zit.

Laat ruimte voor twijfel.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *