Pappa is dood

We leven allemaal in dezelfde maatschappij. Maar soms niet allemaal tegelijk. Er zijn mensen die door vreselijk verdriet asynchroon leven. Omdat de dagelijkse realiteit zo verschilt van die van ons.

Sandra van Kolfschoten uit Oosterbeek (42) staat midden in het leven. Haar leed is met haar levendige dochter Alex (6) aan haar zijde voor het vluchtige oog niet eens zo zichtbaar. Maar dat is schijn. Het leven is niet zachtzinnig geweest voor haar. Een jaar geleden stuitte ze in haar badkamer op het verstilde lijf van haar grote liefde Giorgio (35). Vanuit het niets was het leven uit hem vertrokken. Zonder ziektegeschiedenis. Zonder waarschuwing.

Zijn plotselinge hartstilstand was niet de eerste mokerslag. Sandra overwon zelf een vreselijke ziekte. Haar beste vriendin Jeanne niet. Door haar dood wist Sandra het zeker. Het geluk thuis moest ze koesteren. Dat zeiden Sandra en Giorgio dan ook vaak tegen elkaar: ‘Wat zijn we gelukkig’. Dit was het en zo zou het altijd zijn.

Tot 29 juni 2012.

,,Ik was uit logeren geweest met mijn dochter Alex en net weer thuis. Zijn portemonnee lag op tafel. Raar omdat hij die dag zou werken. Maar ik dacht er verder niet over na. Ik volgde Alex naar boven en zag in de badkamer de laden van een kastje op de grond liggen. Toen zag ik hem. In de badkuip. Ik wist meteen dat hij dood was. Alex zei ook direct: ‘Pappa is dood hè?’

De achtbaan van gevoelens begint dan hard en zonder rem te rollen. Nu bijna een jaar later doemt de fatale datum opnieuw op. Sandra voelt de pijn en het verdriet meer dan ooit. ,,De laatste weken heb ik minder lucht. Moet soms nadenken bij het ademen. Alsof er iets zwaars op me ligt. De zwaarwichtigheid van het verlies. De dood grijpt diep in je leven. Eerst heel primair. Je hart wil ook ophouden met kloppen. Je kunt niet meer eten. Je keel zit letterlijk dicht. Je leeft omdat je lijf vol stresshormonen zit. Je leven speelt zich af in een bubbel. Er is geen buitenwereld.”

Sandra moet alles combineren. De adembenemende rouw. Haar nieuwe alledaagse leven. Het grote gemis. Haar eigen werk voor haar adviesbureau staat op pauze. Maar voor hoe lang? Van haar arbeidsongeschiktheidsverzekering krijgt ze omfloerst te horen dat er een tijd staat op rouw. De wereld wil verder. Het alledaagse leven moet verder. ,,Je kunt nog zo zelfstandig en onafhankelijk zijn, maar ook dat blijkt allemaal verweven met je partner. Alledaagse zaken kun je anders organiseren, maar het gemis zit dieper dan het regelen en is niet te vervangen.”

Ook de opvoeding van Alex, uitgerekend een product van de liefde die zo ruw werd onderbroken, staat nooit stil. In haar ziet ze hem. Het was Alex die deze paradox ooit pijnlijk duidelijk omschreef: ‘Weet je waarom ik je zo hard knuffel mam? Ik wil zo dicht mogelijk bij je hart komen, want daar is pappa en dan ben ik ook dichter bij hem.’

De jonge weduwe vindt steun bij lotgenoten van Stichting De Jonge Weduwe. Zondag was de premiere van hun korte film. Kleine, intieme portretjes waarin weduwen vertellen wat mensen zoal tegen ze zeggen. ,,Mensen vroegen al snel of het ritme er al weer in komt. Of het al makkelijker wordt. Of ze vragen je of ‘alles’ goed is. Nee dus. Alles is helemaal niet goed. Mijn man is dood, weet u nog? Op rouw staat geen tijd. Ik wilde ook niet dat alles weer gewoon werd. Ik wilde blijven stilstaan. In het moeilijke blijven. Maar ik snap de reacties wel. Het wijntje smaakt toch net iets minder goed met zo’n verdrietige weduwe die langsfietst door de straat. Mijn plek op feestjes vroeger was ook niet bij de tafel der verdrietigen.”

Wie denkt dat Sandra ongelukkig is, komt bedrogen uit. Haar eigen verslaving aan geluk voorkomt dat. ,,Men zegt dat mensen die heel erg gericht zijn op geluk niet om kunnen gaan met tegenslag. Mijn gerichtheid op geluk maakt echter juist dat ik gelukkig kan zijn. In al mijn ongeluk. Als Alex en ik de kaart van haar vette verjaardagsfeest versturen bijvoorbeeld. Of toen we samen hartjes uithakten in de grafsteen van Giorgio. De betekenisvolle ontmoetingen die je ook hebt. Je leert door de dood wie de babbelaars zijn en wie er echt toe doen. Gewoon omdat ze er altijd zijn.”

Sandra is niet zielig of hulpbehoevend. ,,Leed overkomt iedereen. Bij de Stichting De Jonge Weduwe zitten krachtige en zelfstandige vrouwen. Managers. Docenten. Agenten. Ze hadden alles goed voor elkaar. Ineens was het geluk weg. Rechtvaardigheid is een door ons bedacht idee. Het bestaat alleen op papier.”

Hoop is een raar woord als iets definitief weg is. Maar Sandra ziet licht in de verte. ,,Men zegt wel eens dat het rouwproces uit drie fasen bestaat. Zes maanden zware rouw. Zes maanden halve rouw. Zes maanden lichte rouw. Ik verlang naar die lichte rouw. Rouw met licht. Ik gun het mijzelf ook en het zou zo maar kunnen.”

Wet en gevoel

Ook de dood ontkomt in Nederland niet aan de crisis. Door een recente wetswijziging krijgt een weduwe vanaf 1 juli geen geld meer voor een kind. De ‘eigen’ nabestaandenuitkering gaat iets omhoog, maar wordt beperkt tot twaalf maanden. Langer zou volgens de politiek geen stimulans zijn om een baan te zoeken. Bovendien zou werken volgens de politiek bijdragen aan het rouwproces. Sandra krijgt zelf geen uitkering omdat ze een eigen bedrijf heeft. Maar ze heeft er wel een mening over. ,,Op rouw staat nu officieel een houdbaarheidsdatum. En dat is raar. Omdat rouw ook al keihard werken is. Het is noeste arbeid die een andere waarde vertegenwoordigt dan geld. Onze maatschappij drukt al veel te veel uit in geld. Er zijn andere waarden in het leven die van groter belang zijn.”

Dit verhaal verscheen op 24 juni 2013 in het Algemeen Dagblad.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *