Pseudologica fantastica

 

De meeste mensen liegen wel eens. Normaal menselijk gedrag.

Sommige mensen liegen vaak, omdat ze een stoornis hebben. Ze bedenken eigenhandig een verleden en een heden, een carriere en zelfs complete ziektes. Enkelen gaan daarin zo ver dat hun omgeving denkt te maken te hebben met bijvoorbeeld een succesvol arts (of informant) die iedere dag naar zijn werk gaat, terwijl de leugenaar in werkelijkheid elke dag in zijn auto doelloos rondjes aan het rijden is om pas tegen de avond thuis terug te keren. Moe na een harde dag vol ambitie.

Pseudologica fantastica. Het zelf creëren van een identiteit. In het echte leven of op het internet.

Alles voor de leugen. 

Voor mensen met een ernstige stoornis is het zelfs mogelijk om zo uitgebreid en complex te liegen dat hij of zij zelf in de leugen gaat geloven. De leugen is ineens een waarheid geworden en zal ook met passie verdedigd worden. Desnoods voor een rechter.

Deze leugens dienen volgens psychiaters verschillende doelen, zoals het vergroten van zelfrespect, aandacht, status of pogingen om een gevoel van superioriteit te krijgen over anderen.

 Ik moet daar soms aan denken als ik een verdachte van een ernstig strafbaar feit hoor ontkennen. Vaak krijg ik de indruk dat de verdachte letterlijk in zijn hoofd afstand heeft genomen van het gebeuren. Als je iets maar lang genoeg ontkent, dan gaat het vanzelf wel weg.

Het schijnt zelfs zo te zijn dat mensen een zeer traumatische ervaring (bijvoorbeeld een auto-ongeluk, maar ook een moord) grotendeels uit het hoofd kunnen verbannen.

 Ik heb als rechtbankverslaggever een meer dan gezonde fascinatie voor de psychiatrie en de psychologie. Soms bestaat mijn werk uit ettelijke hoorcolleges per week.

Tijdens rechtszaken over de meest weerzinwekkende moorden krijg je soms urenlang inzage in de psyche van de verdachte. Je hoort de meest fascinerende verhalen over het menselijk brein.

Ik heb wel eens de indruk dat officieren van justitie en rechercheurs niet zo heel gek veel op hebben met psychologen en psychiaters.

Als de deskundigen zeggen dat een gedetailleerde verklaring niets hoeft te zeggen over het waarheidsgehalte van een verklaring, dan doet de officier van justitie dat toch.

Als zij zeggen dat een jong kind tijdens een verhoor soms zegt waar de moeder zo bang voor is, bijvoorbeeld om haar niet teleur te stellen, dan pikken ze dat op als een meer dan duidelijke belastende verklaring.

Als zij zeggen dat de mens niet zo best geschikt is om heftige zaken exact waar te nemen, dan zien ze dat als reden om wiebelende getuigenverklaringen voor waar aan te nemen.

Ik zeg hier niets nieuws. Bekende rechtspsychologen hebben boeken vol geschreven over het grote verschil tussen de juridische waarheid en de psychologische of logische waarheid.

Rechtspsycholoog W. A. Wagenaar gaat hierin het verst: (in OSR Oprecht Nummer acht)

Hij zegt: de wet eist niet van een rechter dat hij een logische conclusie trekt. De wet eist dat een rechter de overtuiging heeft en die overtuiging komt uit bewijsmiddelen. Of het nu een schriftelijk stuk is of een verklaring van een getuige, alle bewijsmiddelen zijn het product van het denken van een  individu.”

En:

‘Waarheid is in het recht een ander begrip. De waarheid in het strafrecht wordt gevormd door de feiten die de rechter vaststelt op grond van regels die we samen hebben afgesproken en die we recht noemen. Het recht gaat uit van een aantal vooronderstellingen die we algemeen hebben aanvaard en die een eigen werkelijkheid vormen.”

Wat Wagenaar zegt is: niemand spreekt de waarheid. De waarheid is geen wetenschappelijk begrip.

En ik denk dan: als rechters aan waarheidsvinding doen en rechtsgeleerden stellen dat de waarheid niet bestaat

 

 

 

wat zegt dat dan over onze rechtspraak?

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *