De rechtbank in Groningen is in mijn ogen veel te passief. Heel erg veel te bedaard.
En dat is niet meer van deze tijd.
Ik wens de rechtbank dan ook wat meer lef toe. Een actief geluid om de populistische teneur in de samenleving te bestrijden.
En dat is keihard nodig.
De heersende opinie over de rechtspraak is inmiddels ver van de werkelijkheid afgedreven. Als we de internetfora mogen geloven (en waarom niet?) leven we bijkans in gescheiden werelden. De boze, verongelijkte burger (‘die linkse rechters ook altijd met hun veels te lage straffen’), tegenover de zittende magistratuur (‘het belang van de verdachte dient hier te prevaleren, behandeling is geboden’).
Het valt mij steeds weer op. Mensen die de moeite nemen om eens een paar rechtszaken mee te maken (openbaar immers), zijn vaak verrassend genuanceerd. Zij die dit niet doen, meestal niet zo verassend bot en eenzijdig.
De rechtbank kan daar wat aan doen door niet langer passief stil te zitten en te wachten op de vragen van de journalistiek, maar actief naar buiten te treden.
En dat vergt meer werk dan nieuwsgierige journalisten op een verdedigende en afwerende wijze te woord te staan. Dat krampachtige moet er af.
Als je als journalist met de rechtbank praat, merk je dat. Die vreselijke voorzichtigheid. Die ‘laat ik maar niet teveel zeggen, want het kan tegen mij worden gebruikt en het blijven toch journalisten’.
De rechtbank is een gesloten bolwerk. In het geheim (van de raadkamer) worden heftige beslissingen genomen. Wij (lees: de maatschappij) mogen niet weten hoe die beslissing tot stand is gekomen. In een vonnis lezen we slechts een aantal zaken.
Kale vonnissen roepen vragen op. Hoe kan iemand die een kind seksueel misbruikt een werkstraf krijgen? Hoe ga je van een moord naar een doodslag naar een eenvoudige mishandeling? Waarom krijgt een verzamelaar van kinderporno geen gevangenisstraf? En waarom mag die veroorzaker van een dodelijk ongeluk zijn rijbewijs eigenlijk houden? Hoe kan het dat een dader van een vreselijk misdrijf zo veel hulp, begeleiding en behandeling krijgt en een slachtoffer zelf maar uit moet vogelen hoe het zit?
Allemaal vragen waar heel goed en begrijpelijk een antwoord op te geven is. Maar dat antwoord hoef je in de regel van een rechtbank zelf niet te verwachten. De rechtbank laat het aan de journalistiek over om deze vragen te beantwoorden.
En dat is niet genoeg. Een krant is niet van elastiek. Radio doorgaans een vluchtig medium. Korte berichten zijn de norm. Nuance vereist lengte.
En de toekomst zal niet beter zijn.
De meeste kranten hebben niet eens meer vaste rechtbankverslaggevers. Na een kleine bezuinigingsronde vallen er zo maar weer een paar af.
Dus:
Beste rechtbank,
Ga er op uit. Knutsel een website in elkaar waar spraakmakende zaken in normaal Nederlands van commentaar worden voorzien. Leg vonnissen uit. Verklaar waarom een rechtbank bepaalde beslissingen neemt. Zet een tour langs scholen op. Spreek met de mensen.
Laat een communicatief begaafde rechter een eigen weblog beginnen.
Maar doe iets.