Het gevoel van een rechtbankverslaggever

 

Ooit vroeg iemand mij: wat doet je werk eigenlijk met je? Hoe is het om bijna dagelijks omringd te worden door leed?

Het valt niet altijd mee. Ik kan bepaald niet zeggen dat ik er een vrolijker persoon door ben geworden.

En ik was al niet de meest optimistische mens op deze aarde.

Op zich zijn het niet de individuele zaken die het hem doen. Niet de misbruikte baby of het 5-jarige meisje dat zomaar door een vreemde uit haar eigen huis werd ontvoerd, verkracht op het schoolpleintje en vervolgens hard tegen het hoofd geschopt (met een klomp) en voor dood achtergelaten.

Het is ook niet het tastbare leed van de drie misbruikte dochters die tijdens de zitting vol oprechte haat afscheid nemen van hun vader, die op dat moment twee meter verder als verdachte terecht moet staan. En het ligt ook niet aan de man die in vijftien doodstille en loodzware minuten een bijzonder, aandoenlijk en liefdevol beeld neerzet van zijn zo tragisch doodgereden zoon.

Het zijn allemaal heftige voorbeelden die je nog even meedraagt, maar ze trekken je niet naar beneden.

Het is het totaal.

Het zijn al die zaken bij elkaar die je werkelijkheid vertekenen. Die zorgen voor een te donker beeld. Ruim drieduizend keer ellende.

Naïeviteit is niet voor niets een zegen.

Dit werk tekent je werkelijkheid.

Als ik door de stad loop, dan zie ik plaatsen delict. Die steeg tegenover het politiebureau? Meisje verkracht. Waagplein? Jongen in het hart gestoken. Juwelier bij de kerk? Gewapende roofoverval door tbs’er. Hoerenbuurt? Automonteur uit het leven geschoten. Discotheek Peperstraat? Meisje glas in gezicht geduwd. Speeltuin? Kogel door het hoofd. Kledingzaak? Winkelbediende gestoken door hiv-besmette dief.

Van al die zaken lig ik niet wakker. De individuele gevallen drukken niet zo zwaar.

De echte invloed is veel subtieler. Knagender. Het is het beklemmende gevoel dat leed in zijn algemeenheid veel dichterbij is dan menigeen denkt. Het is het idee dat het allemaal zo makkelijk en zo snel anders kan lopen.  Dat doodnormale mensen elkaar de meest verschrikkelijke dingen aan kunnen doen. Zonder reden.

Dat we allemaal zo snel slachtoffer of dader kunnen worden.

Uitgaan was voor mij vroeger anders. Toen stond je naïef en vol branie aan de bar. Wie maakt me wat? Nu kijk je steeds vaker om je heen en heb je het gevoel zo in een rechtszaak terecht te komen. Je ziet de agressie, de getuigen en het glas dat binnen een seconde een scherp wapen is. Iedereen kan een dader zijn.

En dat is nog wel het minste aan rechtbankverslaggeving. Je leert dat moordenaars geen uitzonderingen zijn op het menselijke ras. Dat verkrachters niet altijd gestoorde zielen zijn die je met een beetje geluk niet tegen hoeft te komen. Uitgaansgeweld niet voorbehouden is aan agressieve vechtjassen. Dat de scheidslijn tussen ‘normaal functionerend’ en ‘rijp voor tbs’ soms akelig dun is. Een verwoestende verslaving zo opgelopen.

Bijna dagelijks zie je in de rechtszaal dat het gewone mensen zijn die de fout in gaan. Dat een doodslag meestal voortkomt uit een ordinaire ruzie. Dat emotie van een rustig mens een monster kan maken. En dat iedere automobilist een ander uit het leven kan rijden.

Een rechtbankverslaggever weet wat veel mensen eigenlijk nooit willen weten of waar ze in ieder geval niet bij stil hoeven staan.

Dat iedereen soms een speelbal is van het leven en dat leed vaak gewoon om de hoek staat te wachten.

Of je nu wil of niet.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *