Rust in het strafblad

Een belofte is een belofte. Een ooit opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf moet leiden tot opsluiting als iemand opnieuw in de fout gaat. Dat is rechtvaardig. Maar is het ook slim?

Jan is dom.

Hij heeft een eigen huurhuisje. Krijgt 40 euro weekgeld. En elke dag van de Staat een gram heroïne.

Hij is zoals dat heet ‘een bekende van politie en justitie’. Dat klinkt ergens bijna amicaal. Je kunt het ook anders zeggen.

Hij heeft een strafblad van 44 kantjes.

Dat is veel. Zelfs voor een veelpleger. Daar moet je langdurig je best voor doen en blijven doen.

Jan weet inmiddels donders goed waar hij aan toe is. Hij loopt bovendien nog in een proeftijd van twee eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraffen. Van een half jaar en van tien maanden. Samen goed voor zestien maanden cel.

Zijn huis. Zijn drugs. Zijn relatief rustige leven. Alles staat op het spel.

Jan is dom.

Hij stuurt een man na een conflict een dreigsms’je. En voegt een foto bij van een plastic speelgoedwapen.

Ai.

Hij gaat met een goede kennis ‘van vroeger’ op stap om oud ijzer in te leveren. Het ijzer ligt in de bosjes. Naast het terrein van een machinefabriek.

Dan kan Jan lullen wat hij wil. Maar zijn strafblad is vrij duidelijk. En veelplegers vinden nooit zomaar toevallig waardevol oud ijzer in de bosjes.

Bedreiging en diefstal. En zestien maanden voorwaardelijk als hij weer in de fout gaat.

Er staat iets op het spel.

Na een half uur verlaat Jan de rechtbank. Door de voordeur. Fluitend.

De rechter weet hoe het gaat. Als Jan zestien maanden achter de deur gaat, verliest hij zijn huis. Exit drugsprogramma.

Dan gaat zijn strafblad op zeker naar pagina 46, 47, 48…

En dus volgt de rechter het pragmatische pad van de officier van justitie. Hij ziet ook wel in dat Jan zich een aantal jaren goed heeft gedragen.

Zijn strafblad lijkt tot rust te komen.

Uiteindelijk komt de rechter tot een straf waar de maatschappij volgens de officier van justitie het meest bij gebaat is. De eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraffen worden deels omgezet in een werkstraf. De resterende acht maanden blijven nog wat langer boven het hoofd van Jan zweven.

De rechtbank wil geen celstraf. De maatschappij moet verder met Jan.

En Jan met de maatschappij.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *