Sterf met je zogenaamde vrijheid

Oké. Dit gaat een beetje een raar stukje worden. Al was het maar omdat ik nogal boos ben. En gefrustreerd. En kwaad. En ook wel weet dat je dan eigenlijk niet moet gaan schrijven.

Maar goed. Komt ie toch.

Wat is er toch in godsnaam in onze straten aan de hand? En dat al heel lang?

Waarom denken wij eigenlijk het recht te hebben om elkaar bijna voortdurend en luidruchtig in de weg te staan? Om geen millimeter te wijken als iemand er langs moet? Luid en vooral vals in het rond te fluiten als we daar zelf lekker zin in hebben?

Waarom sloffen we nonchalant en alsof de wereld van ons is op slippers en bijpassende kalknagels door winkelstraten? Alsof we net de caravan op de camping hebben verlaten?

Waarom stoppen we eigenlijk ineens en tamelijk lomp in de volle drukte op straat omdat we dringend even op onze smartphone moeten kijken? Waarom lekker breed en wild op de stoep blijven fietsen terwijl voetgangers links en rechts noodgedwongen uit moeten wijken?

Is het te veel gevraagd om even je plek in het universum te beschouwen en stil te staan bij de gevolgen van je gedrag voor anderen? Om even te denken: goh, als ik ineens midden in de drukte stop, dan loopt er wellicht iemand tegen mij aan? Dat fietsen van mij zou wel eens ergens in de verre verte hinderlijk kunnen zijn voor anderen?

Wat is dat toch? Waarom de telefoon opnemen terwijl je bij de kassa staat? Waarom de muziek uit je smartphone over de straten jagen terwijl je naast een vriendje of vriendinnetje loopt en je notabene noodgedwongen harder moet praten om boven je eigen muziek uit te komen?

Wie heeft ooit bedacht dat een privé-telefoongesprek überhaupt luid en duidelijk voor anderen te horen is op straat of in de trein?

En wie kwam er ooit op het lumineuze idee om de muziek-installatie in je auto zo hard te laten blazen dat iedereen getuige moet zijn van je volstrekt abominabele muzieksmaak en je van pure ellende uit elkaar trillende hoedenplank?

Wie?

Ik geef het toe. Waar maak ik me ook druk om. Kinderen sterven overal. Honger. Armoede. Geweld. Oorlog.

Ladieda…….heel erg allemaal.

Maar persoonlijk davert mijn ergernis over de ruimte die Nederlanders iedere dag weer in durven te nemen steeds harder door. Waar is het decorum gebleven? Waar is de gedachte dat andere mensen wellicht last kunnen hebben van onze doorgeschoten vrijheidsdrang?

Ik vrees het antwoord wel te weten. We hebben onszelf aangeleerd overal recht op te hebben. Op geluk. Welvaart. Welzijn. En dat allemaal instant en goedkoop. We moeten het hebben. En we moeten het vooral ZELF hebben.

Uiteraard. Toegegeven. Ik hou ook van mijn vrijheid. Van mij geen kwaad woord over hoe we in dit land achter onze vrijheid staan.

Maar mag het een onsje minder misschien?

Wat is er op tegen om in ieder geval te proberen om het een ander ook een beetje makkelijk te maken? Waarom niet allebei een stukje aan de kant in een drukke winkelstraat? Waarom niet proberen om je eigen genot een beetje in te dammen zodat een ander er geen last van heeft? Een telefoongesprek te voeren in een wat rustiger hoekje? Je valse fluittonen lekker thuis door de kamer te gooien?

Fakkel mij maar af. Zet me maar weg als een neuroot.

Maar ik zie de openbare ruimte als een plek waar iedereen zich prettig moet voelen. Die openbare ruimte is nooit van het individu geweest. Altijd van het collectief.

Gedraag je daar dan ook naar.

Eikels.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *