Straf slimmer, niet strenger

Er zijn weer verkiezingen in aantocht en de ronkende retoriek van de politiek dringt weer in volle kracht in de huiskamer door. Met name de VVD blaast weer als vanouds leven in de grijze plaat van repressie. Straffen verhogen (doodslag) en minimumstraffen promoten (voor geweld tegen hulpverleners). Het is om moedeloos van te worden.

Politici (uitzonderingen daargelaten) zijn niet dom. Ze weten wat scoort en waar ze de handen voor op elkaar krijgen. Zet een forse tegenstelling neer tussen de gewetenloze crimineel en de eerzame burger en je oogst applaus. De wereld zal een veilige plek worden als de bad guys zo lang mogelijk achter de tralies verdwijnen.

Helaas is dat niet de realiteit voor de mensen die wekelijks in rechtszalen verblijven. En het is ook niet wat telkens uit onderzoek blijkt. De alledaagse criminaliteit is niet iets wat je achteraf oplost met kale repressie. Het is een complexe puzzel van mensen die vaak impulsief en vanuit onmacht, emotie, een stoornis of verslaving handelen. Van mensen die veelal ergens de aansluiting kwijt zijn geraakt met de samenleving. Soms door eigen schuld, maar vaak door omstandigheden waar je je als ‘normale’ burger vanuit de luxe sofa niet eens een voorstelling van kunt maken.

Bewust

Mensen die bewust kiezen voor de criminaliteit moet je afstraffen. Dat zijn de spelregels in een samenleving en net als iedereen voel ik het gloeiende onrecht als onschuldige burgers de dupe worden van criminaliteit. Beroepscriminelen maken echter maar een klein percentage uit van de mensen die zich moeten melden bij de rechter. Rechtszalen worden vooral bevolkt door mensen die ergens in hun leven een afslag hebben gemist. Daar kun je keihard over oordelen, maar je kunt ook kijken naar het waarom.

Doodslag

De politiek is doorgaans niet bezig met nuance. Kijk bijvoorbeeld naar doodslag. Een ander in een opwelling doden. De Eerste Kamer ging akkoord met het verhogen van het strafmaximum voor doodslag van 15 naar 25 jaar. Straffen voor doodslag liggen door de jaren heen zo tussen de 8 en 12 jaar celstraf. Het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) analyseerde alle doodslagen sinds 2016 (688 uitspraken). In slechts drie gevallen werd de maximale straf van vijftien jaar opgelegd.

Rechters kunnen op dit moment dus prima uit de voeten met het oude maximum van 15 jaar. Ze komen doorgaans niet eens in de buurt.

Daar komt bij dat straffen nu al zwaarder uitpakken omdat de oude vervroegde invrijheidsstelling is vervangen door een voorwaardelijke, die pas in de laatste twee jaren van detentie in kunnen gaan. De oude 15 jaar cel was effectief 10 jaar cel (bij goed gedrag), de nieuwe 15 jaar cel is effectief 13 jaar cel.

Voorwaardelijk

De rechtspraak weet als geen ander wat er nodig is in een mensenleven dat spaak is gelopen. Het is dan ook niet voor niets dat rechters (naast onvoorwaardelijke straffen) vaak voorwaardelijke straffen opleggen met een jarenlange proeftijd om hulpverlening mogelijk te maken. Natuurlijk is de bedoeling om de dader daarmee te helpen, maar ook de samenleving. Het recidivepercentage voor celgestraften is torenhoog. Zo rond de helft van de detentiegestraften gaat binnen twee jaar opnieuw in de fout.

Wie eenmaal voor enige duur achter de deur gaat, komt daar doorgaans niet beter uit. Huisvesting en werk gaan veelal verloren, het netwerk loopt nog verder terug en een strafblad werkt niet in je voordeel als je wil gaan solliciteren.

Hard afstraffen is niets meer of minder dan vergelding. Geinstitutionaliseerde wraak. Soms is dat nu eenmaal nodig, maar bij heel erg veel daders werkt het averechts. Zo erg zelfs dat na verloop van tijd de misdrijven zwaarder worden en de samenleving nog verder van huis is. Een recidivist maakt opnieuw slachtoffers, je krijgt de samenleving er niet veiliger mee. Een gevangenis is door de aard van de inwoners en de isolatie van de buitenwereld een opleidingsinstituut voor de misdaad.

Schippers

Afgelopen week toeterde Edith Schippers (VVD) weer stoer in het rond dat iemand die zich schuldig maakt aan de mishandeling van hulpverleners altijd de cel in zou moeten. Om de samenleving veiliger te kunnen maken. Op het eerste gezicht zou je denken dat dit een prima standpunt is. En wie willens en wetens een hulpverlener te lijf gaat, mag wat mij betreft best een celstraf krijgen.

De praktijk is echter dat iedere zaak uniek is en het hier vaak draait om impulszaken, om onredelijke woede, al dan niet gelardeerd met drank of verdovende middelen. Daders zijn op dat moment niet bezig met de gevolgen en zeker niet met een eventuele straf. De preventieve werking van zwaardere straffen is hier ver te zoeken.

Opwelling

Zoals strafrechter Lieneke de Klerk ooit puntig samenvatte bij EenVandaag. ‘Over het algemeen wordt dit soort geweld in een opwelling of door een oplopende ruzie gepleegd. Diegene denkt dan echt niet: ‘Oh, nu ga ik een gevangenisstraf krijgen’.

Toevallig zat ik vandaag nog bij een strafzaak tegen een jonge vrouw die een BOA in het kruis had getrapt. Ze wilde na het stappen in de vroege ochtend met de trein naar huis, had geen geld meer op haar OV-kaart en vroeg of ze haar telefoon in de trein op kon laden. Toen dat niet mocht, ging ze onder invloed van alcohol en medicijnen door het lint, sprong op het spoor en werd door de BOA besprongen. Hij plaatste zijn knie op haar nek en zij verzette zich door wild in het rond te schoppen.

Als het aan de VVD ligt zou de vrouw direct richting een cel verdwijnen, maar de rechter oordeelde anders. De nog jonge vrouw zit in een pleeggezin, kampt met ADHD, borderline en hechtingsproblematiek, is licht verstandelijk beperkt en bovendien inmiddels zwanger. De combinatie van drank en haar medicijnen hadden invloed op de geweldsuitbarsting. Het geweld tegen de BOA kan absoluut niet door de beugel, maar de rechter legde gezien alle omstandigheden van dit geval gewoon een werkstraf op. Ook omdat het inmiddels beter gaat met de vrouw, de hulpverlening paraat staat, ze niet meer drinkt en ook geen medicijnen meer gebruikt in verband met haar zwangerschap.

Pragmatisch

De rechtspraak in Nederland straft nog altijd pragmatisch. Er wordt gekeken naar het motief. Als je niets doet aan de oorzaken van ongewenst gedrag (bijvoorbeeld een stoornis, drankgebruik, onmacht, onkunde, verkeerde omgeving, werkloosheid) dan zal dat gedrag, zeker na een naar aard ontwrichtende celstraf, opnieuw de boventoon voeren. En in veel gevallen nog erger ook, omdat een celgestrafte als de straf maar lang genoeg is, nog meer verliest.

Een celstraf brengt zo deels teweeg wat het zou moeten voorkomen, namelijk crimineel gedrag.

Het is in de politiek helaas niet iets waar je zetels mee gaat winnen: aandacht vragen voor nut en noodzaak van slimmer straffen, in plaats van strenger straffen. Van de nadruk op behandeling, begeleiding en toezicht om erger te voorkomen in de toekomst. Sterker nog: hulpverlening is iets wat in de regel het eerst ten prooi valt aan bezuinigingen.

Je zou het ook veel simpeler kunnen maken: als de politiek al zo ontzettend lang bezig is met strengere straffen om de veiligheid in de samenleving te moeten garanderen en je ziet dat het geweld niet daalt, zou het dan heel misschien zo zijn dat nog strenger straffen niet werkt?

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -

 

 

Delen