Het korte lontje van de samenleving

Rechters en officieren van justitie overwegen voor het eerst om te gaan staken. De werkdruk is te hoog, er moeten dringend duizend togadragers bij. Het is niet alleen de werkdruk, ook de toegenomen bedreigingen is de rechtspraak een doorn in het oog. Het lijkt tegenwoordig wel de norm geworden: mensen die zich inzetten voor de samenleving kampen steeds vaker met het korte lontje van de maatschappij. De vraag is echter of dat niet ook iets zegt over hoe we de samenleving indelen.

De lijst met beroepsgroepen die op regelmatige basis te maken krijgen met bedreigingen en intimidatie dijt steeds verder uit. Journalisten, huisartsen, ziekenhuispersoneel, agenten, wethouders, raadsleden, wetenschappers, rechters, advocaten. De woede laait ontzettend snel op en soms op de meest onverwachte plaatsen.

Toen de organisatie van het Bevrijdingsfestival in Groningen aankondigde dat het festival niet meer gratis zou zijn, maar ze een bescheiden bijdrage zouden vragen, leverde zelfs dat op zich toch niet wereldschokkende gegeven een stroom aan bedreigingen op. Deze week werd bekend dat handhavers in Amsterdam aanhoudend en steeds vaker te maken krijgen met bedreigingen, zelfs nu de coronamaatregelen niet meer gelden.

Het lijkt wel alsof we als samenleving niet meer normaal kunnen reageren op zaken die ons niet bevallen. Het lontje is akelig kort geworden.

Hard

Toch zou het ook oneerlijk zijn om al die woede louter in de schoenen te schuiven van de mensen die zich niet op een normale manier kunnen uiten. De samenleving is wellicht ook gewoon te hard geworden.

Er is sprake van een tweedeling, steeds meer mensen hebben moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. En dat doet iets met mensen. Mensen die zien dat grote bedrijven miljardenwinsten maken, terwijl zij zelf de kachel niet meer aan durven te doen uit angst de rekening niet meer te kunnen betalen. Mensen die ziek worden, hulp nodig hebben en erachter komen dat ze pas over maanden aan de beurt zijn in de zorg. Mensen die kapot zijn gemaakt door de Toeslagenaffaire en Groningers die stranden in een bureaucratisch woud aan regels terwijl hun huizen steeds verder beschadigd raken door de jarenlange gaswinning.

Als ik iets geleerd heb van strafzaken rond bedreiging dan is het wel dat wanhoop en frustratie een steeds grotere rol gaat spelen. Van vaders die na een scheiding hun kinderen niet meer mogen zien tot de visser die zijn levenswerk kapot ziet gaan door regels vanuit Den Haag of Brussel.

Onvrede

Uiteraard is het niet zo dat mensen die slachtoffer worden van een veel te harde maatschappij, meteen ook overgaan tot bedreigingen. Gelukkig niet. En ik betoog ook niet dat de slachtoffers het aan zichzelf te danken hebben.

Maar onvrede, wanhoop en frustratie vormen wel een voedingsbodem voor grensoverschrijdend gedrag. Mensen die het gevoel hebben niets meer te verliezen hebben, gaan sneller over tot gedrag dat in de kern laakbaar is, maar wel ergens vandaan komt.

De politiek is geneigd om de toename van bedreigingen te bestrijden met hogere straffen. Wie een agent of journalist verbaal naar het leven staat, kan eenmaal voor de rechter rekenen op een hogere strafeis. De heren en dames politici staan bij de zoveelste bedreiging vooraan om de daad, dader of daders op verontwaardigde toon toe te spreken. Een volstrekt logische en ook noodzakelijke reactie, bedreigingen moeten we niet tolereren, maar ik zie maar heel weinig politici aandacht vragen voor de achterkant van het probleem. Waarom is er zo’n toename?

Asocialen

Een deel zal ongetwijfeld te verklaren zijn door het gegeven dat er nu eenmaal asociale mensen rondlopen in de maatschappij en sociale media bij uitstek geschikt zijn om in een gefrustreerde bui iemand iets slechts te wensen. Een ander deel zit in bedreigingen vanuit de georganiseerde misdaad (waar de rechtspraak mee kampt). Maar het zou te makkelijk zijn om het daar volledig op te gooien. Mensen die zich diep aangetast voelen in hun bestaanszekerheid reageren doorgaans niet rationeel. Boeren of vissers die hun levenswerk verloren zien gaan, reageren daar heftig op en dat is best te begrijpen.

Bedreigingen zijn op geen enkele manier goed te praten, ik heb er zelf ook veel last van gehad en weet hoe ingrijpend het kan zijn. Maar als de samenleving in zijn geheel een veel te kort lontje heeft gekregen, dan kun je ook kijken of er op grotere schaal niet meer aan de hand is.

Wellicht zou het zo kunnen zijn dat we door jarenlang liberaal beleid van zelfredzaamheid en doorgeslagen privatisering een samenleving hebben gemaakt waar teveel mensen buiten de boot vallen of dreigen te vallen. Waar ze zich een speelbal wanen van het bedrijfsleven en de politiek,

Misschien is het wel zo dat de tweedeling het verband uit een samenleving zo hard uit elkaar trekt dat mensen zich uiteindelijk ook niet meer verbonden gaan voelen met die samenleving. Of zich genegen voelen om zich aan de geldende spelregels te houden.

Populisme

Mensen die vervolgens veelal hun heil zoeken bij populistische politici die er op hun beurt weer alles aan doem om de instituties verdacht te maken. Om de pers neer te zetten als volksvijand, collega’s als heks of crimineel en wetenschappers als onbetrouwbare pionnen van het grootkapitaal. In dat geval is de cirkel wel aardig rond.

Als te veel mensen wanhopig of gefrustreerd raken, creëer je hoe dan ook een giftige voedingsbodem waarin mensen zich gerechtvaardigd voelen om over de schreef te gaan. Als mensen daadwerkelijk het idee krijgen dat ze te maken hebben met vijanden die moeten worden bestreden, dan is bedreiging een stap die we weliswaar laakbaar kunnen en moeten noemen, maar die in hun eigen gedachtewereld niet onlogisch is.

De boeren die een landbouwminister belagen of de mensen die D66-leider Sigrid Kaag met brandende fakkels opwachten, voelen zich hoe dan ook gerechtvaardigd om te doen wat ze doen. Dat kan en moet je veroordelen, maar als bedreigingen en intimidatie over de gehele linie toenemen, dan kun je ook kijken of er niet iets groters speelt.

Have-nots

Een moreel oordeel over bedreigingen is en blijft nodig. Het kan niet en het is goed als we telkens weer duidelijk maken waar de grens ligt. De vraag is echter of je daarmee het probleem kunt verkleinen. Ik denk van niet.

Als je een samenleving zo inricht dat te veel mensen buiten de boot vallen, dan krijg je onrust in die samenleving. Een deel van die onrust is niet te voorkomen, omdat beleid niet iedereen ten gunste zal komen, maar als de groep ‘have-nots’ te groot gaat worden heb je wel een probleem.

Een samenleving met een te kort lontje heeft koorts en het is ook aan de politiek om die symptomen effectief te bestrijden en geen olie op het vuur te gooien (zoals de populistische kant bij voortduring doet). Als te veel mensen zich niet gehoord voelen, laten te veel mensen uiteindelijk van zich horen. Met alleen verontwaardiging en strenger straffen ga je die geest niet meer terug in de fles krijgen.

Misschien is het wel heel simpel: tevreden mensen dreigen niet.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen