En weer trok het circus van de ophef door het land. Met de politiek als luid toeterende fanfare op de voorgrond. In dit geval ging het om geweld tegen de politie. Na een paar breed in de pers uitgemeten incidenten klonk opnieuw de roep om zwaardere straffen. Opnieuw is het incident de norm en zijn de ‘wereldvreemde rechters’ de gebeten hond.
Wat is er precies aan de hand? Na een aantal geweldsincidenten tegen agenten was de maat vol voor de politie in Nederland. In talkshows vertelden agenten over wat zij allemaal mee moeten maken in hun werk. Ongetwijfeld stuk voor stuk waarheidsgetrouwe verhalen, niets op af te dingen. In het kielzog van de verhalen kwam echter een andere dynamiek op de gang; de roep bijvoorbeeld om (louter) werkstraffen onmogelijk te maken voor daders van politiegeweld. Het loopt immers volledig uit de hand allemaal.
Cijfers
Eerst maar eens de cijfers over politiegeweld. Want waar praten we eigenlijk over? De cijfers zijn lastig om vast te stellen, omdat er voor 2017 nogal divers werd gerapporteerd over geweld tegen de politie. In 2017 ging het echter om 9.598 geregistreerde meldingen van geweld tegen agenten. In 2018 praten we over 10.593 gevallen (waarvan 6000 schelden). In het eerste half jaar van 2019 zitten we op 5113. Let wel: het gaat hier niet alleen om fysiek geweld, maar ook (vooral) om mondeling geweld. Uitschelden dus.
Volgens politieonderzoeker Jaap Timmer is de rekensom snel gemaakt, er is helemaal geen sprake van een aanzienlijke stijging. Het aantal gevallen van geweld is al jaren min of meer stabiel. De cijfers zelf zijn bovendien nogal instabiel. De juiste registratie is namelijk afhankelijk van de bereidheid van de politie om ze vast te leggen.
Het is de laatste jaren beleid om geweld tegen politie nauwkeurig te registeren, zelfs als een boze verdachte bijvoorbeeld pannenkoek roept in de richting van een agent. De politie pikt dit niet alleen standaard op, agenten eisen ook nog eens vrijwel standaard een schadevergoeding als de zaak eenmaal bij de rechter ligt.
Nuance
De politiek heeft echter geen boodschap aan nuance of harde statistieken. Er moet lawaai worden gemaakt.
Het was minister Ferd Grapperhaus zelf die ferm op de trommel roffelde. In een interview liet hij weten paal en perk te willen stellen aan geweld tegen de politie. ,,Een wet die het verbiedt om dit soort geweld met een taakstraf te bestraffen, komt snel naar de Kamer. Als je geweld gebruikt tegen een dienstverlener moet je niet weg kunnen komen met een taakstraf.’’
Ook politiebond ACP deed een duit in het zakje. Een woordvoerder eist namens de bond hardere maatregelen. Een werkstraf moet niet meer mogelijk zijn.
Toe maar weer. Ferme woorden. Met de vuist op tafel slaan. Uiteraard was de PVV er als de kippen bij om het gezonde volksgevoel van munitie te voorzien. Lilian Helder (voormalig advocaat notabene) kwam op Twitter al snel met een voorbeeld van een ‘knettergek’ vonnis van ‘rechters die in een ivoren toren leven’. Ze had in een krantenartikel namelijk gelezen dat een man die geweld (‘tot bloedens toe!’) pleegde tegen een agent er vanaf was gekomen met een voorwaardelijke straf. Ze had alleen nagelaten het hele stuk te lezen.
Ik zeg het hier wel vaker, veel misverstanden over de rechtspraak komen tot stand omdat mensen niet willen begrijpen dat een straf niet louter op de daad ziet, maar rekening moet houden met alle unieke omstandigheden van een geval. Want wat was er hier nou aan de hand?
In dit geval gaat het om een 28-jarige man uit Franeker die met zijn vriendin en hun dochtertje op bezoek waren geweest bij de schoonouders. Daar ontstond onenigheid. Toen het stel vertrok kwam er op het bureau een melding binnen, er zou sprake zijn van een vrijheidsbeneming. Toen het stel thuiskwam, werden ze opgewacht door een aantal politieauto’s. De agenten kwamen op de man af, draaiden meteen zijn arm om en gooiden hem op de grond. De man reageerde door een van de agenten in zijn arm te bijten.
Rechtszaak
Dan de rechtszaak. In tegenstelling tot wat Lilian Herder over de zaak zegt, was het niet de ‘wereldvreemde’ rechter die in eerste instantie ‘knettergek’ oordeelde. Het was namelijk de officier van justitie die in deze zaak nadrukkelijk de context schetste. Het stel had eerder te horen gekregen dat hun nog ongeboren baby een ernstige hartafwijking had. Er was alle reden dus voor enige spanning. Daar komt bij dat volgens officier van justitie Tjerk Buma het de politie was die verkeerd handelde door meteen geweld te gebruiken. Ze hadden het stel eerst uit elkaar moeten halen om hen afzonderlijk te bevragen over wat er nu werkelijk aan de hand was. Dan hadden ze namelijk ook kunnen weten dat de ruzie al was uitgepraat en er absoluut geen sprake was van vrijheidsbeneming.
De verdachte in deze zaak was ondanks alles meegenomen naar het bureau en zat een nacht vast. Natuurlijk had hij niet mogen bijten, maar er zit wel degelijk een verhaal achter het incident. Daarom eiste de officier in deze specifieke zaak ook een voorwaardelijke boete van 750 euro. De man had immers al een nacht in de cel doorgebracht. De rechter was het daar mee eens. „Ik kom tot dezelfde conclusie”, stelde rechter Maaike de Wit. „Er is een context en die moet in aanmerking genomen worden.”
Context
Helemaal geen wereldvreemde rechter dus in een ivoren toren, maar een magistraat die notabene op aangeven van de officier van justitie een straf bedenkt die in lijn is met de gebeurtenis. Een beetje zoals de grote leider van Lilian Herder ondanks het plegen van een strafbaar feit, toch geen straf krijgt. Waarom? Omdat een rechter de context meeneemt.
En zo zijn er meer voorbeelden. Wat te denken van Desi? Zij stond ooit terecht omdat ze zou hebben gespuugd naar de politie. Ze werd tijdens een nachtje stappen ineens gescheiden van haar vriendinnen door een linie agenten. Ze dacht over de stoep weer terug te kunnen naar haar gezelschap, maar kreeg meteen een snauw en een por met een wapenstok. Van verontwaardiging spuugde ze op de grond. Niet veel later stond ze voor de snelrechter.
Adri is een ander voorbeeld. Hij stond ooit vrolijk aangeschoten te zijn bij een illegaal kerstboomvuurtje. Toen hij voor een politieauto ging staan, reed die hem tegen de benen. Zijn boosheid over die actie bracht ook hem voor de snelrechter. Context, context, context.
En zo zijn er talloze voorbeelden van ongewenst gedrag tegenover de politie. Voorbeelden waar een straf passend is, maar waar je in de verste verte geen celstraf voor nodig hebt. Ik kan er als het moet tientallen uit de doeken doen. Een celstraf is een ultimum remedium. Als je echt geen opties meer over hebt dus. Het is een ingrijpende straf die je moet reserveren voor uitwassen in de samenleving, niet voor ongewenst puberaal gedrag.
Dan terug naar de roep van de politiek. Geen werkstraffen meer voor geweld tegen de politie. Dat klinkt natuurlijk allemaal best ferm, maar het wil in de praktijk ijskoud zeggen dat een rechter geen rekening meer kan houden met de unieke kenmerken van een zaak. Met fouten die de politie zelf maakt bijvoorbeeld en met omstandigheden die eisen dat er geen celstraf wordt opgelegd. Omdat de kans op ongewenst gedrag dan bijvoorbeeld toeneemt. En de samenleving dus onveiliger zal worden.
Paradox
Dan hebben we nog een opvallende paradox. De mensen die beweren dat geweld tegen hulpverleners toeneemt en zwaarder straffen het tij zal moeten keren, zien iets over het hoofd. We straffen al jaren zwaarder. Al in 2011 voerde de overheid een campagne genaamd ‘Handen af van onze hulpverleners’. Het Openbaar Ministerie ging over tot strafeisen die tot wel 300% hoger uitvielen dan bij geweld tussen burgers onderling en de rechtspraak legde straffen op die 30 tot 100% hoger lagen.
Hoe je de cijfers ook bekijkt (is er een toename of blijft het stabiel?) zwaarder straffen lijkt dus helemaal niet te helpen. Voor mij is dat ook bepaald geen verrassing. Ik heb vele rechtszaken gevolgd over geweld onderling en geweld tegen de politie. De grote gemene deler is dat mensen die geweld plegen dat meestal doen omdat ze boos zijn. Woedend zelfs. Of onder invloed van verdovende middelen of alcohol zijn. Het zijn impulsieve daden waarin de rationaliteit ver te zoeken is. In die gevallen is de dader helemaal niet bezig met de consequenties van zijn gedrag, de dreiging van een zwaardere straf zal hem of haar er niet van weerhouden zijn of haar emoties op een verkeerde manier te uiten.
Kijkt u daarvoor mee eens naar de vele camera’s in uitgaansgebieden door het hele land. Mensen plegen ondanks de nadrukkelijke aanwezigheid van spiedende ogen de gekste geweldsdaden onder het oog van diezelfde camera’s. Ze zijn er niet mee bezig, het is emotie.
Het is misschien een pijnlijke waarheid, maar geweld is helaas onderdeel van de mens. We gaan er verrassend makkelijk toe over als iets ons niet zint, emoties blijven moeilijk te controleren. De politie staat voor ons in de frontlinie en krijgt dagelijks te maken met boze of woedende mensen. Daar zijn ze toe opgeleid en ze worden niet voor niets toegerust met het geweldsmonopolie om zich te kunnen verdedigen. We kunnen met zijn allen heel erg hard hopen dat zwaardere straffen zullen helpen, maar dat is niet zo. En in onze ijver om ongewenst gedrag te voorkomen, zadelen we de rechtspraak op met handboeien.
Lilian Helder (PVV) reageerde uiteindelijk op Twitter op mijn uitleg over de rechtspraak en de casus waar zij zo gemaakt boos over werd. Ze zei er dit over: ‘Vanuit uw werk kijkt u naar individuele situaties, in de politiek is dat anders. Laten we 1 week ruilen, praten we dan verder’
Dat is dus onzin. Ik kijk vanuit mijn werk niet naar individuele situaties, ik kijk naar duizenden rechtszaken. Al twintig jaar lang. Wie wel naar individuele situaties kijkt is de rechter. Hij of zij zal iedere gebeurtenis op een gedegen wijze analyseren en gepast afstraffen. Die vrijheid van de rechter is een enorm groot goed.
Laten we dat zo houden.
Waardeer dit artikel!!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt me ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.