Twee meisjes

 

In de gang van de rechtbank zitten twee meisjes. Een van de meisjes dolt wat met een man, die later haar begeleider blijkt te zijn.

De een heeft kort blond haar, de ander donker en lang. Puur naar leeftijd gekeken horen de twee in de categorie vrouw.

Maar het zijn meisjes.

Ze zijn onzeker, dollen wat en veren pas op als de bode hun naam roept. Dan lopen ze achter elkaar en stilletjes naar binnen, de hoofden licht gebogen.

Los van hun begeleiders en allebei aan een andere tafel ogen ze ineens pijnlijk kwetsbaar. Twee meisjes die wachten op de straf van hun meester.

Ik moet ineens denken aan de film ‘Girl Interrupted’, over meiden die ergens tijdens het opgroeien een afslag missen.

Het donkere meisje weet niet waar ze het zoeken moet. Kijkt naar het tafelblad voor haar en probeert de strenge blik van de rechter wat te ontwijken.

Er is geen advocaat te bekennen. En geen ouder.

Alleen tegen justitie.

De meisjes komen uit een instelling. Veel duidelijker maakt niemand het.

Ze staan terecht voor een vrijheidsberoving. Ergens is iemand tegen haar wil vastgehouden. Dat klinkt heftig, maar soms is het op slot draaien van een deur genoeg. Er zijn ook wat lelijke woorden gevallen.

Op mij komt het over als een uit de hand gelopen puberactie. Een domme daad. Werkstrafje. Maar ik moet het slechts doen met een enigszins cryptische dagvaarding. De mannen in toga hebben een heel dossier voor zich liggen.

De officier van justitie staat op. Hij zegt dat hij de zaak niet kan behandelen. Dat hij eerst meer wil weten over de ‘geestvermogens’ van de twee meiden. En dat hij liever wil dat de zaak op de agenda komt van de Meervoudige Kamer.

Oei, denk ik.

Drie streng kijkende rechters. Zittingszaal 14. De zaal van het echte leed.

De begeleiders en de meisjes hebben volstrekt niet door wat er aan de hand is. De meiden kijken nog even kwetsbaar. De begeleiders zitten nog even onbewogen op de publieke tribune.

Om zijn woorden kracht bij te zetten maakt de officier duidelijk waarom hij de zaak doorschuift.

‘Omdat op dit feit een maximale gevangenisstraf staat van twaalf jaar’

De woorden van de officier klinken in mijn oren ongepast, al was het alleen maar omdat een dergelijke straf zelden in Groningen ter tafel komt. Het is oorlogstaal. Grof geschut tegenover twee probleemmeiden. Blufpoker.

Het donkere meisje is zich ineens bewust van de harde woorden. Twaalf jaar? Ze schrikt zicht- en hoorbaar.

Maar de rechter lijkt content. Hij gaat bijna meteen akkoord met het serieuze nieuws. Voor de vorm vraagt hij de meiden wat ze van het voorstel vinden. Bijna alsof hij denkt dat ze op dat moment met een vurig en indrukwekkend pleidooi de officier van repliek kunnen dienen en zijn voorstel van tafel kunnen vegen.

De meiden geven bedremmeld aan dat ze wel mee willen werken.

Dan richt hij het woord tot de aanwezige begeleiders. Misschien is het verstandig om de dames een advocaat in de arm te laten nemen?

 Ik verbaas me over de gang van zaken. Binnen een kwartier worden twee meisjes zonder tegenspraak doorgeschoven naar de rechtszaal waar zelden wordt gelachen. Waar deskundigen ‘met grote zorg’ dikke rapporten schrijven en waar officieren van justitie jarenlange gevangenisstraffen kunnen en mogen eisen.

Daar waar drie rechters dikke dossiers doorpluizen op zoek naar een reden, een oordeel en een verklaring. En die bijna altijd weten te vinden.

Nog geen half uur geleden leek alles nog op een tamelijk eenvoudige rechtszaak. Nu is alles ineens heel erg anders.

Na afloop van de rechtszaak zoeken de twee meiden elkaar op. Ze lopen snel naar de uitgang van de rechtbank. De begeleiders moeten moeite doen om bij te blijven.

En ik vraag me oprecht af of ze weten wat ze te wachten staat.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *