In hoeverre telt de ernst van het slachtofferschap mee in de strafmaat?
Die vraag werd onlangs weer eens actueel tijdens de behandeling van een zeer omvangrijke oplichtingszaak.
Voor de rechter stond een man uit Groningen, die via zijn website VillaSpanjehuren.nl meer dan vijfhonderd slachtoffers had gemaakt. Gezinnen uit heel Nederland (en Belgie) die voor aardige bedragen mooie vakanties hadden geboekt in het zonnige Spanje.
De betaalde huisjes zagen er op de internetsite allemaal prachtig uit. Maar op het opgegeven adres waren ze niet te bekennen of werden ze helemaal niet verhuurd.
Voorlopig schadebedrag: 519.000 euro.
De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van vier jaar tegen de man. Een ongekend forse eis voor oplichting. De officier had naar eigen zeggen aansluiting gezocht bij een andere rechtszaak. Een zaak waar beleggers slachtoffer waren geworden van malafide praktijken. Ze gingen voor miljoenen het schip in.
De advocaat van Villaspanjehuren.nl vond de eis niet terecht en de vergelijking krom. In de beleggingszaak waren slachtoffers immers zowat bankroet geraakt door de oplichting. Hier ging het slechts om een misgelopen vakantie. Iets waar de meeste gezinnen niet al te veel onder zouden hoeven te lijden.
Justitie ziet dat echter anders.
Mensen die beleggen moeten er ergens ook rekening mee houden dat het geld ook wel eens kan verdwijnen. Risico van het vak. Ingecalculeerd slachtofferschap.
De slachtoffers van Villaspanjehuren.nl konden nergens rekening mee houden. Zelfs toen zij uitleg vroegen, werden ze hartelijk ontvangen door de oplichter, die hen op overtuigende wijze vertelde dat alles in kannen en kruiken was.
Justitie acht de slachtoffers van Villaspanjehuren.nl hele echte slachtoffers.
Mensen die bijvoorbeeld met kleine kinderen en na een zware autotocht van anderhalve dag aankomen op hun vakantiebestemming en niet anders kunnen dan slechts in verbijstering te staren naar een braakliggend stuk terrein.
Misschien komt het omdat ik zelf kleine kinderen heb en een aardig inlevingsvermogen.
Maar met dat beeld voor ogen kan ik me wel vinden in de woorden van justitie.
Makkelijk beredeneerd door die advocaat. Er wordt niet beseft dat er nog steeds mensen zijn die een heel jaar of 2 jaar moeten sparen om op vakantie te gaan met hun gezin. En als dat geld dan weg blijkt te zijn dan is dat heel erg.
Trouwens…ik vind zowiezo dat men van de eigendommen (spullen of geld) van anderen af dient te blijven en bij aankoop men recht heeft op deugdelijk en waar voor het geld. zo een 80% van de mensen moet er tenslotte hard voor werken om iets aan te schaffen.
Ik vind de eis van de officier nog wat slap. Het gaat om iemand die zeer berekenend te werk is gegaan, al een strafblad had, nooit de intentie heeft gehad ooit echt een bungalow te verhuren, geen inzage wil geven in de hoeveelheid van zijn verdiensten en waar die gebleven zijn, tijdens de zitting geen spijt heeft betuigd, veel gebruik heeft gemaakt van zijn zwijgrecht en die blijkbaar na de gevangenisstraf zijn geld weer op wil graven en er fijn van wil gaan leven. Maar ja art. 326 Wetboek van strafrecht heeft nu éénmaal als maximum vier jaar. Tijd voor een wetswijziging?
Vier jaar is een forse eis.
Misschien is het om als voorbeeld te stellen. Het is namelijk een vrij eenvoudige manier van oplichting.
Je vermeld helaas niet de hoogte van het bedrag dat de gedupeerden kwijt zijn geraakt.
Voor een paar miljoen is vier jaar misschien wel te doen voor deze persoon en heeft hij dat van te voren bedacht.
We wachten de uitspraak wel af, nu is het koffiedik kijken.
@Daler, vier jaar fors, vijf jaar moet hij krijgen.
Toont geen enkel respect voor de slachtoffers, is berekenend beziggeweest. Die eis van de OvJ is gewoon vel te laag