Gisteren kwam een verontrustend rapport naar buiten over de massale onveiligheid van vrouwen op straat in Amsterdam. De helft van alle vrouwen en maar liefst 81% in de categorie 15 tot 34 jaar wordt lastiggevallen op straat. Maar is dat wel zo? Of zijn er enkele stevige vraagtekens te plaatsen bij de tamelijk alarmistische boodschap? Voelen vrouwen zich wellicht zelfs wel veiliger dan vroeger?
Omdat de journalistiek nu eenmaal verslaafd is aan ophef werd het rapport deze week zonder een kritische noot massaal overgenomen. De lezer moet wel gedacht hebben dat Amsterdam zo’n beetje de hel op aarde is voor vrouwen. Een vrouw hoeft maar een stap buiten de deur te zetten of de intimidatie start en houdt ook niet meer op.
Persoonlijk heb ik geleerd om cijfers over criminaliteit en onveiligheid diep te wantrouwen, zoals ik op deze site meerdere malen heb aangegeven. Dat is doorgaans ook niet zonder reden. Laten we dus maar eens wat dieper in de cijfers van dit onderzoek duiken.
Goede cijfers?
Er valt meteen al iets merkwaardigs op. Wie even verder kijkt dan het ronkende persbericht en onder het kopje ‘Meer weten’ klikt op ‘feiten en cijfers’ komt een interessante zin tegen. Er staat letterlijk ‘Goede cijfers over hoeveel Amsterdamse vrouwen te maken krijgen met seksueel geweld en intimidatie ontbreken op dit moment’.
Wacht even. De gemeente Amsterdam stelt in een persbericht dat ‘ontzettend veel’ vrouwen in Amsterdam te maken krijgen met intimidatie, maar zegt dat goede cijfers ontbreken? Dat is merkwaardig. Hoe komen we dan aan de alarmerende boodschap dat de helft lastig wordt gevallen? (en 30% van de mannen overigens) En meer dan tachtig procent van de jonge vrouwen?
Maar het wordt nog wat gekker. De gemeente meldt namelijk ook nog het volgende: De percentages worden veel hoger als de definitie wordt verbreed naar intimidatie, oplopend tot 81% van de jonge vrouwen in Amsterdam. Cijfers zeggen niet alles omdat de aangiftebereidheid vaak beperkt is.
Huh? Gaat het hier dan misschien om aangiftes van intimidatie? Heeft meer dan tachtig procent van de jonge vrouwen dan ooit aangifte gedaan? En is het werkelijke getal dan nog hoger? Dat lijkt mij toch buitengewoon raar. Het wordt steeds verwarrender.
Factsheet
Op zoek naar de herkomst van de alarmerende percentages moeten we even stevig doorklikken, om uit te komen bij een raadsbrief, die weer verwijst naar de factsheet Straatintimidatie Amsterdam 2018. We gaan dus een stukje verder terug in de tijd. Om precies te zijn: naar een onderzoek tussen mei en augustus 2018 naar de twaalf maanden voor die periode.
Bij nadere beschouwing blijken de cijfers te komen uit een steekproef onder 3518 Amsterdammers. Allemaal vrouwen? Nou, nee. Het gaat om 1884 ondervraagde vrouwen (en dus nog minder jonge vrouwen). Hoewel dit nog binnen de regels van een steekproef valt, is het aan de lage kant. Er is valt verder nergens iets te lezen over hoe de groep verder is samengesteld.
Het zijn deze vrouwen die aan hebben gegeven dat ze in de afgelopen 12 maanden wel eens (of vaker) lastig zijn gevallen op straat. Wat al weer anders is dan de in de media veelgebruikte actieve vorm ‘wordt lastiggevallen’, wat toch een beeld geeft van vrouwen die op dit moment op regelmatige basis lastig worden gevallen en de deur niet meer uit durven.
Maar waar gaat het hier dan om? Hoe worden deze vrouwen dan lastiggevallen? Daar geven de onderzoekers ook een antwoord op. Het gaat meestal om nafluiten, nasissen of naroepen met seksuele of beledigende opmerkingen.
En dan wordt het wat gekkig. De onderzoekers vervolgen met de conclusie dat in 2016 nog 43% van de vrouwen ééns of vaker werd nagefloten. In 2018 is dit gedaald naar iets meer dan een derde (34%). Ook het aantal vrouwen dat ééns of vaker werd nagesist of werd nageroepen met seksuele opmerkingen daalde tussen 2016 en 2018 van bijna een derde (31%) naar een kwart (25%).
Wacht even. We hebben dus een alarmistisch persbericht dat verhaalt over een zeer groot aantal vrouwen dat lastiggevallen wordt op straat, maar de meest voorkomende vormen van straatintimidatie zijn in vergelijking met voorgaande jaren gedaald?
Minder vaak
De onderzoekers gaan door. Ze stellen dat 14% van de vrouwen zegt te zijn achternagelopen in de afgelopen 12 maanden (let wel, terug redenerend dus vanaf mei/augustus 2018). De overige vormen van straatintimidatie komen volgens de onderzoekers evenals in 2016 en 2017 (veel) minder vaak voor. 4% van de Amsterdamse vrouwen geeft aan te zijn bespuugd en 3% van hen werd net als voorgaande jaren in het nauw gedreven of betast.
We lezen verder:
Vooral het aandeel dat drie tot tien keer werd nagefloten, nagesist of nageroepen met seksuele opmerkingen daalde. Zo daalde het aandeel dat drie tot tien keer werd nagefloten in de afgelopen twee jaar van 15% naar 8%. Het aandeel dat drie tot tien keer in de afgelopen twaalf maanden werd nagesist en – nageroepen met seksuele opmerkingen daalde respectievelijk van 11% naar 6% en van 10% naar 5%.
Begrijp mij goed. Ik meen dat iedere vorm van straatintimidatie ongewenst is en aandacht nodig heeft. Maar waar komen die getallen van 50% (alle vrouwen) en 81% (jonge vrouwen) nou precies vandaan? Is dit misschien een soort cumulatieve optelsom van alle vormen van intimidatie? Komt 81% van die verschillende vormen terug in de categorie jonge vrouwen? Het wordt niet echt duidelijk, maar ik vermoed dat alle vormen bij elkaar zijn genomen in de resultaten. Meer dan tachtig procent van de jonge vrouwen heeft in het onderzoek blijkbaar aangegeven ooit één of meer van de verschillende vormen te hebben ervaren in de afgelopen twaalf maanden.
Een jonge vrouw die in twaalf maanden tijd een keer toegefloten is of uitgescholden (omdat ze al telefonerend op haar fiets door rood reed om maar eens een zijstraat te noemen) duikt in dat geval dus ook op in de cijfers….
Alsof je Amsterdammers vraagt of ze zich de afgelopen 12 maanden wel eens schuldig hebben gemaakt aan een verkeersovertreding (door rood, fietsen zonder licht, over de stoep fietsen) om vervolgens te stellen dat 100% van de Amsterdammers altijd schijt heeft aan de verkeersregels (waarbij je vermoedelijk nog dichter bij de waarheid zit ook).
Maar goed, misschien zeggen cijfers niet alles en moeten we kijken naar de veiligheidsbeleving. Ook daar is onderzoek naar gedaan. Van de vrouwen die zijn geconfronteerd met een zwaardere vorm van straatintimidatie voelt 61% zich wel eens onveilig in het algemeen en 38% voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Dit is een groot verschil met 2017, toen bijna driekwart (72%) van de vrouwen die waren geconfronteerd met een zwaardere vorm van straatintimidatie zich onveilig voelde in het algemeen en meer dan de helft (54%) zich onveilig voelde in de eigen buurt. In 2016 lagen deze percentages nog iets hoger.
Hm. Ook hier een daling dus.
Vormen
Dan maar eens de verschillende vormen van intimidatie uitgesplitst. Als het gaat om nagefloten zegt 10% van de vrouwen ‘weet niet’ en 57% ‘nooit’. Als het gaat om ‘in het nauw gedreven’ zegt 8% ‘weet niet’ en 88% ‘nooit’. Bij bespugen is de verhouding 7% ‘weet niet’ en 88% ‘nooit’. Achternagelopen? 9% ‘weet niet’ en 87% ‘nooit’. Seksuele opmerkingen? 10% ‘weet niet’ en 65% ‘nooit’.
En toch lezen we even verderop. In 2018 gaf 81% van de vrouwen in deze leeftijdsgroep (15 tot 34 jaar) aan eens of vaker geïntimideerd te zijn in de afgelopen 12 maanden.
Het is dat zinnetje dat in de berichtgeving overal opduikt, maar nergens verder wordt onderbouwd. Er is wel weer een staatje gemaakt. In de groep jonge vrouwen (een klein deel dus van de ruim 1800 ondervraagde vrouwen) wordt 70% wel eens nagefloten, rond de 50% wel eens nagesist of nageroepen met seksuele opmerkingen, 40% krijgt een beledigende opmerking naar het hoofd geslingerd en iets meer dan 30% wel eens achternagelopen. Als het gaat om betasten en bespugen zakt het cijfer naar onder de 10 procent.
Locatie
Dan maar eens kijken naar waar vrouwen lastig worden gevallen. Volgens de onderzoekers worden er meer incidenten gemeld op drukke plekken in de stad, veelal in het Centrum. Vooral plekken in de buurt van Centraal Station, het Leidseplein en
de Burgwallen Oude zijde en Nieuwe zijde worden vaak genoemd. Heeft dat wellicht iets te maken met de dynamiek van het uitgaansleven? De impact van jonge mensen (en mannelijke toeristengroepjes) die onder invloed van alcohol (of drugs) wat al te vrijelijk met elkaar omgaan?
Daarnaast worden ook veel plekken genoemd in Bijlmer Centrum en de Jan Evertsenstraat/Mercatorplein. Ik vermoed dat de niet al te fijnzinnige straatcultuur hier een rol speelt.
Het nieuws over de straatintimidatie kon natuurlijk rekenen op stevige commentaren. Uiteraard gaven mensen de niet-westerse inwoners van de stad de schuld. Ook daar is onderzoek naar gedaan, al wordt niet helemaal duidelijk wie de daders nu precies zijn.
Net als voorgaande jaren is onderzocht of de herkomst van Amsterdammers een rol speelt bij straatintimidatie. Wanneer er wordt gekeken naar de herkomst van de respondenten en of zij te maken kregen met straatintimidatie (zie Figuur 1.4) dan zijn bij de meeste vormen van straatintimidatie geen grote verschillen tussen Amsterdammers van Nederlandse herkomst, Amsterdammers van westerse herkomst of Amsterdammers met een niet-westerse herkomst. Opvallend is wel dat Amsterdamse mannen en vrouwen van Nederlandse of westerse herkomst vaker aangeven te zijn geconfronteerd met beledigende opmerkingen. Zo gaf 35% van de Nederlandse vrouwen en 30% van de vrouwen met een westerse herkomst aan nageroepen te zijn met beledigende opmerkingen in de afgelopen 12 maanden.
En ook hier valt weer op: Verder is een daling te zien te opzichte van 2017 in het aantal westerse vrouwen dat in 2018 werd nagefloten of werd nageroepen met seksuele opmerkingen (respectievelijk van 36% naar 26% en van 31% naar 24%).
Het lijkt mij dat iedere vrouw (en man) zich overal veilig zou moeten voelen. Dat staat dan ook niet ter discussie. Dat de gemeente Amsterdam maatregelen gaat nemen om de veiligheid te verhogen is dan ook te prijzen.
Dat het probleem op de agenda wordt gezet met cijfers die op zijn zachtst gezegd misleidend en onduidelijk te noemen zijn, is weer heel iets anders.
Disclaimer: Ja, ik woon in Amsterdam. Nee, ik woon niet in een blanke buurt (integendeel zelfs). Nee, ik ben niet links.
Waardeer dit artikel!!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt me ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.