Ik verdien mijn geld in de criminaliteit en heb boefjes en criminelen hard nodig om mijn loon binnen te kunnen halen.
Tot voor kort was dat geen enkel probleem. De rechtbank in Groningen jaagt er per jaar zo’n 10.000 zaken doorheen. Ruim 800 per maand.
Ik volg gemiddeld 12 rechtszaken per week. Ongeveer vijftig per maand. Ook in de rechtbankverslaggeverij moet je keuzes maken.
Toen ik begon als rechtbankverslaggever (in 2002) zagen mijn collega Sander van der Werff (nu AD/Den Haag) en ik strafbare feiten voorbijkomen die gemiddeld anderhalf jaar eerder waren gepleegd. Die ‘wachttijd’ werd jaarlijks een beetje minder. Het geheugen van de boefjes steeds beter.
En nu zijn de boefjes een beetje op. Mijn huidige collega Rob Zijlstra en ik kregen het een aantal maanden geleden ineens door. De werkdagen werden korter en de wachttijd tussen het plegen van een strafbaar feit en de rechtszaak dramatisch korter.
De rechtbank overweegt op dit moment zelfs serieus een hele werkdag minder recht te spreken, de politie levert maar liefst duizend zaken minder aan.
Goed nieuws, zo lijkt. Geen rechtszaken, dan ook geen criminelen en dus ook geen strafbare feiten.
Maar is dat wel zo?
Volgens de politie is er geen sprake van een spectaculaire daling van de criminaliteit.
Oei. Wel criminelen dus, maar geen rechtszaken. Dat kan niet de bedoeling zijn.
Maar wat is er dan wel aan de hand? De politie onderzoekt de zaak (al anderhalve maand), maar heeft tot nu toe geen duidelijk beeld naar buiten gebracht.
In de wandelgangen hoor je hier en daar wat interessante geluiden.
De een zegt dat de politie zo intensief bezig is geweest met de Groninger hiv-zaak en de pyromaan van ’t Zandt, dat er nu geen tijd meer is voor iets anders.
De ander geeft de schuld aan een nieuw computersysteem van de politie. Niet goed mee te werken, dus minder productiviteit.
Weer een ander verhaalt over het succes van de veelplegersmaatregel. Wie maar rolletjes drop of pakken ingevroren kipfilet blijft stelen, gaat daarvoor twee jaar achter de deur. Zet alle veelplegers vast en de rechter krijgt het vanzelf minder druk.
Ik weet niet wat de oorzaak is. Geen flauw idee.
Maar ik ben er niet blij mee.
Nog even en ik kan me om gaan scholen.