We zijn te lief

Er zijn mensen die nog de term waakhond gebruiken als het gaat om de pers. Maar zijn we dat eigenlijk nog wel?

Er gebeurde iets geks vandaag. Op het eerste gezicht onnozel. Maar misschien wel van meer betekenis dan ik in eerste instantie dacht.

Ik zat bij een rechtszaak over seksueel misbruik en deed daar onder meer via Twitter verslag van. Ergens aan het einde van de zaak twitterde ik over een opmerkelijk verhoor van een officier van justitie.

De officier vond dat de verdachte nog een lange weg te gaan had. Dat hij zelfs nog heel veel therapie nodig zou hebben.

Ze zei op dat moment niet dat deskundigen dat menen. Of dat dit blijkt uit een lijvig rapport. Ze leek het zelf zo te vinden.

Ik vind dat gek. Ik vind zelfs dat ze op dat moment haar zwarte toga uit deed om op hetzelfde moment in een witte jas te verschijnen.

Ik was niet de enige. Ook de advocaat stond er even bij stil. Of de officier even niet in de rol van psychiater zou willen kruipen.

De raadsman kent het klappen van de zweep. Als de advocatuur iets te wild aan het speculeren slaat, is de officier er meestal als de kippen bij om aan te geven dat amateur-psycholoogje spelen geen recht doet aan de zaak.

Daar zou het bij zijn gebleven als ik de officier in kwestie later niet in de gang tegen zou zijn gekomen. Ik vertelde haar dat ik vond dat een dergelijke opmerking niet past bij een officier. Een jurist is geen zielenknijper.

De officier constateerde dat ik dat mocht vinden. En reageerde even later opnieuw. Via Twitter:

Nu kun je daar van alles van vinden.

Ik las vooral ergernis. Over een journalist die iets meent te moeten vinden. Maar die eigenlijk bij zijn eigen vak zou moeten blijven.

Mooi woord. Het vak. Maar wat is dat dan?

Natuurlijk kun je als journalist stukjes tikken over ‘boze, enge boeven’ die altijd ‘lafhartig’ anderen tot slachtoffer maken. Je kunt opschrijven dat officieren de waarheid in pacht hebben. En dat ze de maatschappij willen beschermen. Hard maar rechtvaardig. Met gedegen politie-werk.

Je kunt ook mooie verhalen schrijven over bijzondere dialogen in een rechtszaal. En dat kan best een taak zijn van een rechtbankverslaggever. Leuk om te lezen, ook.

Maar je kunt er ook net iets anders tegenaan kijken.

Dit is hoe de rechtspraak het zelf ziet:

Terechtzittingen hebben in beginsel plaats in het openbaar. Het doel van deze openbaarheid is onder meer het mogelijk maken van controle op het werk van rechters, officieren van justitie en advocaten.

Rechtszalen in Nederland zijn vaak leeg. Op een enkele rechtbankverslaggever na. Je zou kunnen beweren dat de belangrijkste taak van die journalist – zoals van iedere journalist – gelegen is in de controle.

De bekende waakhond.

Nu kun je het de officier van de tweet kwalijk nemen niet goed om te kunnen gaan met kritiek.

Maar je kunt ook in de spiegel kijken.

Misschien is de journalist wel te slaafs geworden. Volgen we veel te blindelings de autoriteiten. Zijn we te vaak en veel te klef vriendjes met voorlichters. Bang om anders buitengesloten te worden.

Een schoothondje stuit op verzet als hij tot verbazing van de ander ineens de rol van waakhond speelt.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *