Wens me geen beterschap

Wat doe je als je weet dat je gaat sterven? Als je er zelf bewust voor kiest? Omdat het leven zonder lucht uitzichtloos is?

Hans is 55 jaar en hij wil niet meer. Het is klaar.

Hij kan al jaren niet meer zelfstandig aan zuurstof komen. Zijn longen zijn finaal op. De blaasjes geknapt. Een machine naast zijn bed produceert zuivere zuurstof voor hem. Zijn grote vriend morfine zorgt ervoor dat hij de altijd aanwezige benauwdheid niet zo heftig voelt.

Ik ken Hans niet. Alleen van Twitter (@oogwerkdotnl). Zijn laatste tweets bezorgen je met gemak rillingen.

Hij kondigt online zijn eigen dood aan.

Ik ontmoet Hans op zijn laatste bewuste levensdag. Zijn vrouw zit naast zijn bed. In haar rolstoel.

Het is zondag. Morgen gaat het gebeuren. De opdracht aan de arts is duidelijk: Hans wil niet meer wakker worden.

Hij ligt zichtbaar kalm in zijn bed. Op de achtergrond het monotone geluid van een medische installatie. Een pomp brengt constant zuivere zuurstof via twee dunne draadjes naar zijn neus. Hij rookt een sigaretje en leegt een ampul morfine in zijn mond. Zijn grote vriend in de strijd tegen de beklemmende benauwdheid. Een vriend die hem straks ook zal helpen met zijn laatste wens.

De dood komt als een opluchting. Groeneweg leeft al jaren met een verstikkende benauwdheid als gevolg van een ernstige longaandoening. Zijn longblaasjes zijn kapot. Het is alsof je adem moet halen door een dun rietje met een knijper op je neus. Altijd. Of, zoals hij het zelf zegt: alsof twee grote klauwen je keel grijpen en heel hard drukken.

,,Ik vecht al tijden, maar dinsdag had ik het zo ontzettend moeilijk. Ik wist dat het definitief op was. Kon niets meer. Was al buiten adem na twee happen eten. Of als ik even anders ging liggen in bed. Vechten om een beetje lucht. Vroeger kon ik nog even naar mijn computer of naar de wc. Nu niet meer. Zo gaat het niet langer. Beter zal het niet worden. Voor een longtransplantatie ben ik lichamelijk te zwak. Ik heb er vrede mee.”

De mensen die een rol hebben gespeeld in zijn leven hebben inmiddels afscheid genomen. ,,Ik word in een diepe slaap gebracht met slaapmiddelen en morfine. Krijg geen voedsel en drinken meer. Wel zuurstof. Genoeg om het me niet te moeilijk te maken. De afspraak is duidelijk. Ze mogen me niet meer wakker maken. Ik hoop in de loop van de week te sterven.”

Wensen heeft hij niet meer. Ja, een stel nieuwe longen. Maar dat is onmogelijk. Hij slijt zijn laatste uren met zijn vrouw Anna (48). ,,Beetje kletsen. Lekker eten. Muziek luisteren. Een borreltje en een sigaretje. Het besef dat alles wat je doet de laatste keer is wordt steeds sterker. Ik geniet zo veel mogelijk.”

Over zijn dood is nagedacht. ,,Ik wil geen euthanasie. Dan komt een arts om elf uur met een spuitje. Zit je het ene moment aan de koffie en drukken ze je tien minuten later dood. Dat is me te snel, te direct, te klinisch. Bovendien zit Anna dan ineens met een dood lichaam.”

Groeneweg is een roker. Maar zijn ziekte heeft volgens hem een andere oorzaak. ,,Ik ben geboren in Vlaardingen. Dan zit je al in de industrie. Daarna ben ik naar Delfzijl gegaan, waar de chemische industrie in opkomst was. Heb mijn hele jeugd in de troep gezeten.”

Door Twitter gaat de dood van Groeneweg niet ongemerkt voorbij. Ergens voelt het ongemakkelijk om als vreemde de laatste loodjes online mee te maken.

Voor Hans ligt dat anders. ,,Ik ben begonnen met een weblog. Eerst om alles van me af te schrijven. Er kwamen echter veel mensen op af. Ik kon informatie over de ziekte delen. Mensen vinden dat prettig. Ik heb mensen leren kennen via Twitter. Ik ben open en de mensen waarderen dat. Voor mij zijn de reacties op Twitter een steun. Het is hartverwarmend. Ik ben eerlijk over de dood. Er is niets mis met doodgaan. Het hoort bij het leven.”

Groeneweg praat met zelfspot en humor over zijn naderende afscheid. Over een ding is hij echter duidelijk. ‘Als je me maar geen beterschap wenst’.

Terwijl Groeneweg praat, kijkt zijn vrouw Anna toe. Haar gezicht begint letterlijk te stralen als het gesprek over hun huwelijksdag gaat. ,,Ik zal hem missen, maar ik zie dat hij op is. Liefde is ook loslaten. Wat ik straks tegen hem zal zeggen?

‘Goeie reis, Hans.’

Als ik de woning van Hans verlaat, denk ik na over zijn woorden. Thuis pak ik een rietje en een knijper.

Na een halve minuut stop ik.

Ik snap het.

Dit verhaal verscheen vandaag (deels) ook in het Algemeen Dagblad.
Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *