'Zeg maar dat je het niet meer weet'

In een ideale situatie neemt een strafrechter alle informatie mee om tot een oordeel te komen. De aangifte van een slachtoffer. Het relaas van de politie. De mening van het Openbaar Ministerie. En alle persoonlijke omstandigheden en het verleden van de verdachte.

Dat is ideaal. Zo zou het moeten. Maar zo gaat het niet.

Als rechtbankverslaggever zit je niet alleen in de zaal bij de rechtszaak zelf. Je ziet en hoort de verdachte vaak ook voor en na de daadwerkelijke zitting. Anders dan vaak gedacht komen verdachten immers meestal gewoon door de voordeur naar hun rechtszaak. Bovendien weten rechtbankverslaggevers die jaar na jaar zaken volgen soms meer van een verdachte dan de rechter die dezelfde man of vrouw voor de eerste keer ziet.

Die ‘voor- en achterkennis’ van de journalist zorgt soms voor bijzondere taferelen.

Zo zijn er verdachten die tot tranen toe geroerd zeggen dat ze nooit meer een strafbaar feit zullen plegen. Omdat ze verliefd zijn en nu kiezen voor de liefde. Er is simpel geen plaats meer voor de criminaliteit. De rechter ziet de emotie en houdt rekening met de nieuwe weg die nu door de verdachte is ingeslagen. Hij geeft hem een kans.

Terwijl de rechtbankverslaggever weet dat de man in kwestie exact hetzelfde verhaal af heeft gedraaid. Een jaar eerder. In dezelfde rechtszaal. Emotionele chantage werkt overal.

Er zijn verdachten die voor de rechter uitgebreid spijt betuigen. Die zeggen dat het zo vreselijk is allemaal en dat er zelf erg onder gebukt gaan. Dat de gebeurtenis in kwestie al straf genoeg is. Omdat de nachten lang zijn en er niet geslapen kan worden.

Het is de rechtbankverslaggever die deze verdachten tien minuten na de rechtszaak lachend en grappend buiten een sigaretje zien opsteken. Die verdachten van ernstige verkeersongelukken lachend en achteloos zien wegrijden bij het gerechtsgebouw.

Er zijn verdachten die voor een rechtszaak op de gang met hun advocaat praten over de te kiezen strategie. Over gebeurtenissen die plaats hebben gevonden, maar niet gezegd dienen te worden.

De rechtbankverslaggever hoort de advocaat nog even de laatste aanwijzingen geven:

‘Zeg maar dat je het niet meer weet’

‘Zeg toch maar dat je er spijt van hebt’

‘Zeg maar niet dat je het niet meer weet, maar dat je het je niet meer kunt herinneren’

Ik ben niet somber gesteld over de rechtspraak in Nederland. Onze gevangenissen puilen niet uit met mensen die volstrekt onschuldig in de cel zitten. Maar onze rechters worden wel dagelijks in meer of mindere mate in het ootje genomen.

Er wordt gelogen dat het een lieve lust is. Advocaten benadrukken het goede en laten het slechte liggen. En rechters vertrouwen op verdachten en advocaten die zaken voorspiegelen die onder de hoge werkdruk van de rechtspraak niet meer te controleren zijn.

Het is makkelijk om in deze kritiek te hebben op de rechters. Makkelijk. Maar niet juist. Rechters behandelen soms twintig strafzaken op een dag. Achter elkaar. Door het werken aan de lopende band komt de verantwoordelijkheid voor de waarheidsvinding ook te liggen bij de advocaat en zijn of haar verdachte.

Laat ik het er op houden dat het niet een ieder gegeven is om integer met die verantwoordelijkheid om te gaan.

Delen

0 reacties

  1. Grotendeels eens. Ik geloof onmiddellijk, nee.. ik weet, dat er gelogen wordt dat het een lieve lust is. En sla je daar als rechter maar eens integer en zorgvuldig doorheen. Dank om dit eens op die manier te laten zien Chris Klomp, dat de rechter niet ziet wat er in de hal of elders gebeurt of is gebeurd. Gedachte die ik als advocaat wel meteen had… ik zie dit ook soms terug bij de benadeelde partij. De bp die met trillende vingers en snikkend – af en toe stopt hij zodat de rechter aan de bode een glaasje water kan vragen voor hem – een verhaal voorleest over zijn posttraumatische stresssyndroom en waarom hij 6 maanden niet heeft kunnen werken en nog altijd elke nacht wakker ligt en bang is. Vaak keurig ingefluisterd door de advocaat van de bp die vervolgens uit de doeken doet wat de vordering is. Sommige van deze bp’s zie je vervolgens luid lachend door de hal van de rechtbank lopen opscheppen over het geld dat zij binnenkort gaan krijgen. En ga dat als advocaat van de verdachte maar eens aankaarten, of anderszins correct met een dergelijke bp in de rechtszaal om. Hun advocaten, vind ik, hebben ook een bepaalde verantwoordelijkheid. Althans zouden dat moeten hebben. Benieuwd naar de ervaring van de rechtbankverslaggever met benadeelde partijen. En dank voor je twitterfeed waar ik vaak van geniet. Titia Fuchs

  2. De rechter doet een onderzoek ter terechtzitting. Daar kunnen allerlei zaken bij aan bod komen; behalve het proces verbaal en getuigen (niets zo onbetrouwbaar als het menselijk geheugen) ook deskundigenrapportages. Natuurlijk zijn verdachten buiten de rechtszaal anders dan daarbinnen. Ik meen te weten dat rechters zich daar ten volle van bewust zijn, maar ze kunnen daarvan maar in beperkte mate gebruik maken.

  3. Het gaat er niet zozeer om dat ze anders zijn. Het gaat er om dat ze verhalen ophangen die door de zeer beperkte controle-mogelijkheid van de rechters grond krijgen en mee worden genomen.

  4. Tja..
    De mythe van de rechter hangt gewoon af van de kunde van de advocaat.
    En advocaten citeren of verwoorden hun cliënt.
    Dat stukje waarheidsbevinding van een advocaat is eenzijdig,en onvolledig.
    In het voordeel van hun cliënt.

    Reportage Anker en Anker bij die Roberts M..
    Ergens zag ik wel de ‘gedrevenheid’ dat te bewonderen is, Anderzijds zou ik dat soort zaken ook nooit kunnen doen.

    Wel heb ik het idee dat slachtoffers minder rechten hebben dan daders..Qua rechtsbijstand.
    Maar dat komt omdat de bekende topadvocaten strafpleiters zijn..
    Wat Jan met de pet niet betalen kan.
    Ik hoop wel dat dit mijn vooroordeel is..
    Dat dan wel.

  5. Het is nu half drie in de nacht want ik kan niet slapen omdat ik aan m’n zoon moet denken die veroordeeld is tot gevangenisstraf door de rechter voor roekeloos rijden op basis van getuigenverklaringen. Ik heb vaak meegereden met mijn zoon want hij zit voor zijn beroep veel op de weg en ik ben gepensioneerd. Hij rijdt al zo’n twintig jaar vaak zelfs zo’n veertig duizend kilometer per jaar en nooit één ongeluk gehad. Ik kan als meerijder zweren dat het géén roekeloze rijder is, Hij rijdt geconcentreerd en haalt zeker niet in wanneer dat twijfelachtig is en doet ook geen onverantwoorde dingen tijdens het rijden. Maar hij is gaan slingeren en getuigen hebben daaruit afgeleid dat hij bezig was onverantwoord in te halen op een tweebaansweg. Het is vorig jaar gebeurd en na een lange tijd van rouw, want er is een man bij overleden, vroeg hij of ik een tijdje voor hem wilde rijden want hij vond het vreselijk om nog te doen. We zijn vaak naar de plek van het ongeval gereden, een keer om de dode daar te gedenken maar ook om de situatie op te nemen want hij heeft geen idee wat er gebeurd is. We vonden daar een reden voor één slinger want er komt vlak voor de brug een weg op uit waar mensen hard naar boven komen en je zag automobilisten uitwijken tot over de doorgetrokken streek. Maar getuigen hebben hem al eerder zien slingeren en daaruit trok hij de conclusie, nu hij zich niets weet te herinneren dat de aanleiding heeft gevormd dat hij onwel moet zijn geworden. Het ongeval is niet te begrijpen, hij was helemaal niet gehaast, was vlak bij de bestemming en bovendien had hij hooguit anderhalf uur aan een stuk gereden. De officier van Justitie vroeg een flinke taakstraf, die in ieder geval mij al onredelijk voorkwam, want ik ben er van overtuigd dat hij er niets aan heeft kunnen doen en vertrouwde erop dat in ieder geval de rechter de onredelijkheid van zou inzien. Maar nee de rechter heeft hem veroordeeld voor roekeloos rijden en tot een gevangenisstraf. Hij wordt nu door de nabestaanden beschouwd als iemand die willens en wetens iemand heeft dood gereden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *