Zwembadmoord Marum: bewijs of overtuiging?

Op 10 juli 2012 schiet Pascal E. uit Zwolle de dan 40 jarige Jan Elzinga in koelen bloede met twee vuurwapens van de fiets.

De politie weet E. te traceren en hoort zijn verhaal aan. Een duidelijk verhaal. De in financiĆ«le nood verkerende E. kreeg naar eigen zeggen 15.000 euro van opdrachtgever Willem P. om het slachtoffer te doden. Die op zijn beurt het geld zou hebben gekregen van de vriendin van Jan Elzinga. De vrouw die – zo wil het verhaal – een prijs op het hoofd van haar partner had gezet omdat hij haar mishandelde. En vreemd ging bovendien.

Schutter Pascal E. werd deze week veroordeeld tot 15 jaar cel. Opdrachtgever Willem P. tot een celstraf van achtien jaar.

Tot zover de feiten.

Het bewijs tegen de schutter is er en liegt er niet om. Hij heeft zijn verhaal gedaan en bovendien de schuld van Willem P. aangetoond. Volgens de rechter.

Maar het bewijs tegen de opdrachtgever is op zijn zachtst gezegd flinterdun.

Advocaat Evert van der Meer (Anker & Anker) verzuchtte na afloop dat de rechtbank slechts de overtuiging heeft gehad en daar vervolgens bewijs voor is gaan zoeken. Normaal moet dat andersom.

Oordeelt u zelf op basis van wat de rechtbank zegt:

Een getuige ziet vlak na de moord een groenige Volvo wegrijden. Willem P. heeft een grijze/zwarte Volvo in bezit.

Tijdens de voorverkenning voor de moord zien getuigen twee mannen zitten in een auto.

De telefoon van Willem P. vertoont tussen 9 juli 18.50 uur en 10 juli 09.57 uur geen enkele activiteit, het tijdsbestek waarin de moord is gepleegd.

De vriendin van Willem P. zegt eerst stellig dat haar vriend bij haar sliep in de nacht van 9 op 10 juli. Later zegt zij dat niet meer zo zeker te weten. P. heeft dus volgens de rechter geen alibi.

Toen Willem P.op de ochtend van de moord bij de schutter aan de deur kwam, vroeg hij hem volgens een getuige: ‘Gaat het?’ Hier ziet de rechtbank iets opmerkelijks in. Schutter E. raakte immers gewond bij de moord. De rechtbank ziet in de bezorgdheid daderwetenschap.

De informatie die de schutter voor de moord kreeg (een foto en informatie over kleding) blijkt te kloppen. Deze foto kan volgens de rechtbank niet anders dan door een bron binnen het slachtoffer of de familie verstrekt zijn. Tussen de schutter en de familie bestaat geen link. Volgens de rechtbank tussen Willem P. en het slachtoffer wel. Zij delen een gezamenlijke kennis.

De rechtbank hecht waarde aan de verklaring van schutter Pascal E. Waarom zou hij liegen over deelname van Willem P.? Het verhaal van P. dat er onenigheid was over een lening van 1.000 euro en dat hij daarom de schuld in de schoenen krijgt geschoven, schuift de rechtbank terzijde. Een dergelijk klein bedrag kan geen aanleiding zijn om iemand een moord in de schoenen te schuiven. Bovendien zat E. zo diep in de schulden dat hij nooit geld uitgeleend zou kunnen hebben.


Dit alles in onderling verband en samenhang beschouwd, leidt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte samen met zijn medeverdachte verantwoordelijk is voor de dood van Jan Elzinga.

Begrijp me goed. Willem P. zou best schuldig kunnen zijn. Hij heeft een aantal vraagtekens best prominent laten staan. Maar hij is wel veroordeeld tot een celstraf van achtien jaar voor moord.

De overtuiging hebben en dan pas bewijs gaan zoeken. Daar kan niemand vrolijk van worden.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *