De zeephelling van ongeremde online haat

Het is bepaald geen geheim dat ik op sociale media nogal wat ongeremde haat over mij heen krijg. Dat ligt deels aan de onderwerpen waar ik over schrijf (kindermisbruik, complotdenken) en deels aan mijn prominente en soms stellige aanwezigheid op die kanalen. Maar hoe werkt die ongeremde haat eigenlijk? Wat zit er achter? Een poging tot duiding.

Ik heb al vaker geschreven over de haat jegens mij als persoon. Die haat komt in golven. Soms een tijdje vrijwel niets, soms vrijwel dagelijks berichten van mensen die mij dood willen hebben, al dan niet na eerst gemarteld te zijn. Heel soms geven mensen hun wens te kennen om mij zelfs na mijn dood te willen martelen, wat mij dan weer enigszins excentriek lijkt, maar goed. Soms moet eerst mijn familie er aan geloven, of moet het licht uit mijn ogen worden geslagen.

Ik heb inmiddels een map op mijn laptop met bizar veel hatelijke berichten. Als ik koffie in moet slaan voor de talloze voorspelde bezoekjes aan mijn woonadres, dan zal ik eerst een flink uit de kluiten gegroeide vrachtwagen moeten huren.

Dynamiek

Die haat vind ik op zich niet zo heel boeiend. Daar hebben meer mensen last van en ik vind dat je het zeker moet benoemen, maar ook niet groter maken dan het is. Maar de dynamiek er achter boeit mij wel. Want hoe werkt zoiets eigenlijk? Waarom worden mensen zo ontzettend boos op iemand die ze niet kennen? Terwijl ze ook mijn werk helemaal niet kennen? (Hater: ‘Je bent een kutjournalist!’ – Ik: ‘Oké, toch fijn dat je mij leest!’ – Hater: ‘Ik lees je helemaal niet!’)

De recente opleving van haat in mijn richting heeft te maken met een verhaal dat ik schreef (hier de link) over de uitingen van chronisch boze complotdenkers in een Facebook-groep (die zichzelf toch al wijs hebben gemaakt dat de traditionele media in dienst zijn van de duivel).

Ik weet inmiddels heel goed hoe dat werkt. Als je bepaalde mensen tegenspreekt (omdat ze onzin verkopen), dan gaan ze online naar je op zoek. Net zo lang tot ze iets vinden waarmee ze denken te kunnen slaan.

In mijn geval was dat een verhaal dat ik schreef over kindermisbruik en pedofilie (hier de link). Om precies te zijn: over het inmiddels ontelbare keren vastgestelde gegeven dat kindermisbruikers nog niet automatisch pedofiel zijn. Het zijn vaak kindermisbruikers (vaders, ooms, huisvrienden, sportcoaches) met andere motieven (macht, wraak, gelegenheid etc) dan een inherente seksuele voorkeur voor kinderen tot de pre-puberleeftijd.

Ik vind dat verhaal overigens buitengewoon belangrijk om te vertellen, omdat kindermisbruik helaas veel breder en groter is dan alleen een relatief beperkte groep seksueel actieve pedofielen. De meeste kinderen worden in de eigen omgeving, door bekenden, misbruikt.

De Facebook-groep van boze plotters plaatste dat verhaal echter prominent op de pagina, met als titel: ‘De ware aard van journalist Chris Klomp van het AD’. Hoewel het AD helemaal niets met het verhaal te maken had, was die tekst natuurlijk koren op de molen van de plotters.

‘Kijk die MSM eens corrupt zijn’.

Met ‘de ware aard van Chris Klomp’ werd ook meteen een stevig en zeer vals frame neergezet. Het was natuurlijk bepaald niet bedoeld om aan te geven dat ik als topjournalist zo goed complexe zaken kan duiden.

Bron

Hier zien we echter al wel de bron van de haat ontstaan. Wat er namelijk gebeurt is dat mensen je onderbouwde duidende tekst neerzetten als een puur persoonlijke mening.

‘Oh, dus JIJ denkt dat kindermisbruikers niet pedofiel zijn??? Walgelijk! Wat zijn het dan! Koorknaapjes??? Je ware aard komt boven! JIJ bent zeker zelf pedofiel en je moet dood’

Hier zien we twee denkfouten ontstaan. De eerste is dat ik zou hebben gezegd dat kindermisbruikers niet pedofiel zijn. Dat beweer ik dus niet. Ik zeg dat kindermisbruikers ‘nog’ niet automatisch pedofiel zijn. Een belangrijk onderscheid, want soms zijn kindermisbruikers wel degelijk pedofiel, het punt is nu juist dat ze dat bewezen vaker niet zijn.

De tweede denkfout is dat mensen de tekst zien als een persoonlijke mening, in plaats van een opsomming van hoe deskundigen (die ik zelfs citeer) er over denken en wat uit onderzoek blijkt (om nog maar te zwijgen over de duizenden zedenzaken die ik zelf heb gevolgd).

Vanaf dat moment is het debat dus niet meer volwassen en rationeel, maar wordt de boel op een emotionele zeephelling geplaatst. De haat stroomt vervolgens over als mensen vrijelijk gaan interpreteren. ‘Waarom neem jij het voor die walgelijke mensen op? Je zegt toch zelf dat het kinderMISBRUIK is? Nou, dan! Waarom laat jij die misbruikte kinderen in de steek???’

De zeephelling doet zijn werk, alles glijdt met steeds hogere snelheid naar beneden. Of eigenlijk: alle kanten op. Een discussie is zinloos geworden. Je praat namelijk niet meer met elkaar vanuit hetzelfde startpunt (onderzoek, bewijs, argumenten).

De haat heeft een rechtvaardiging gekregen (jij komt voor ze op, dus je bent er zelf eentje) en op zich snap ik dat ook nog wel. Als iemand in zijn hoofd een sluitend plaatje heeft gemaakt dat de journalist in kwestie pedofielen wil verdedigen, dan is de kortsluiting en de agressie best te verklaren.

Dan rest de woede.

Maar dat is dus wat mij betreft wel het grote probleem van (onder meer) de sociale media. Mensen lezen niet wat er staat, maar wat ze denken dat er staat. Wat ze willen dat er staat. Waar ze graag boos en verontwaardigd over kunnen doen. En daar gaat het mis.

Als je op een journalistiek verantwoorde wijze het onderscheid duidelijk probeert te maken tussen moord (plan om te doden) en doodslag (opwelling), pleit je dan voor moord? Kom je dan op voor moordenaars? Ben je dan zelf een moordenaar? Als je aangeeft dat de meeste dieven niet kleptomaan zijn, kom je dan op voor diefstal? Ben je dan een dief? Als je stelt dat een brandstichter nog geen pyromaan is, pleit je dan voor het in de brand steken van gebouwen?

Luiken

Ik denk dat niemand dat zal beweren en toch is dat precies wat hier speelt. Als je op een verantwoorde manier en met onderbouwing stelt dat kindermisbruik veel en veel groter is dan een specifieke dadergroep, dan gaan de luiken bij sommige mensen dicht en volgt de haat. Dan is alles emotie en ben je louter in gesprek met iemand die vanuit onmacht probeert om je als persoon hard te raken.

Wat daar vervolgens in mijn geval denk ik ook nog bij komt is dat ik over het algemeen aardig uit mijn woorden kan komen. Ik werk met argumenten en als de ander merkt dat ze daar geen passend weerwoord op hebben, dan volgt de weerstand. Mensen die wat meer moeite hebben met argumenteren, kunnen zich wellicht dom gaan voelen. En dat is weer een heftige stimulans om in de aanval te gaan. Om persoonlijk te worden.

Wat mij mateloos fascineert is dat die haat zelfs na de uitleg en zelfs na het wijzen op de bronnen nog steeds bestaat. In discussies met op het oog normale en intelligente mensen op Facebook zie je dat de objectieve informatie er maar heel moeilijk in gaat. Als je er bijvoorbeeld op wijst dat mijn stellingen over kindermisbruik niet mijn persoonlijke stellingen zijn, maar rusten op het deskundige oordeel van mensen die er voor doorgeleerd hebben (Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel geweld tegen Kinderen bijvoorbeeld, zie hier de link), dan zijn die deskundigen in de ogen van de haters ineens onwetend of naïef. Of niet deskundig. Of zelfs corrupt. Dan zijn termen ineens maar een papieren werkelijkheid in een rechtszaal en ‘weet het volk wel beter’.

Er ligt blijkbaar een enorme drempel om te accepteren dat wat je dacht (iedere kindermisbruiker is pedofiel) in de praktijk toch best heel anders in elkaar zit.

Angst

Die ongeremde haat heeft volgens mij ook te maken met een zeer menselijke angst voor het onderwerp. Natuurlijk voor de angst dat je eigen kind slachtoffer wordt van seksueel misbruik. Maar is het niet zo dat er onbewust ook meespeelt dat mensen wellicht een beetje bang zijn voor het nare gegeven dat die vriendelijke buurman, die joviale huisvriend, die grappige opa en die gedreven sportcoach zich eerder aan je kind vergrijpt dan een specifieke dadergroep waar het makkelijk tegen schoppen is?

Want is het verwijt aan mij dat ik misbruikte kinderen in de steek zou laten, eigenlijk niet het verwijt dat je aan jezelf moet maken? Omdat je louter wenst te focussen op een specifieke groep en daarmee een veel grotere groep daders en slachtoffers miskent?

Haat is een gegeven op online kanalen en daar moet je mee leren leven. Ik kan ook niet zeggen dat ik er wakker van lig. Doorgaans is het een combinatie van onbegrip en onmacht. Niet gericht op mij, maar op een niet gelijkende karikatuur van wie ik ben en waar ik voor sta. Maar moet je daarom maar stoppen met je online kanalen?

Nou, nee. Want het draait zeker niet alleen om haat. Mijn verhaal over kindermisbruik heeft ook een boel positieve reacties opgeleverd namelijk. Ook van mensen die zelf slachtoffer zijn geworden van kindermisbruik in het verleden. Mensen die het naar eigen zeggen waardevol vinden dat dit onderscheid wordt gemaakt.

En ja, dat weegt ruimschoots op tegen de haat van mensen die niet beter weten en ook vooral niet beter willen weten. Wie maar blijft schreeuwen, hoort op een gegeven moment zichzelf niet meer denken.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt me ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen