Het blijft toch je kind

Het is een warme dinsdagmiddag als een aantal mensen zich meldt bij zaal F2 van de rechtbank in Den Haag. Op de rol staat een heftige zedenzaak. Over een jonge vrouw die seksueel misbruikt zou zijn onder invloed van GHB en een tweede slachtoffer waarbij het bij een poging bleef. Een broos ogende en magere verdachte met iets wat lijkt op zweren op hoofd en armen gaat zitten voor de rechters. Voor mij ontrolt zich een drama in vele gedaantes.

De verdachte en zijn advocaat zijn niet de enige mensen die op de zaak zijn afgekomen. Naast mij aan de perstafel zitten de vader en moeder van het 16-jarige meisje dat aangifte deed. Zelf is ze op de gang van de rechtbank achtergebleven.

De rechtbank merkt op dat de ouders van de verdachte in de zaal zitten. Ze zijn stilletjes achter de broze verdachte gaan zitten.

GHB

De ouders van het slachtoffer luisteren aandachtig, maar gespannen naar de details van de zaak. Ze horen hoe hun minderjarige dochter misbruikt zou zijn terwijl ze out was gegaan, vermoedelijk door de inname of toediening van GHB. Ze horen ook hoe het slachtoffer later op die avond vrijwillige seks had met de verdachte. En hoe de halve familie van het meisje op een gegeven moment voor de deur stond toen haar vriend aan de hand van locatie-gegevens van haar mobiele telefoon doorkreeg waar ze die avond was.

Mongool

De details over de verkrachting zijn niet prettig, maar de ouders luisteren zwijgend toe. Pas als ze van de rechtbank het woord krijgen, komt de frustratie en de pijn eruit. De vader van het meisje houdt het kort en krachtig.

Met een vet Haags accent: ‘Lekker opsluiten zo’n mongool. Voor hij nog meer meisjes pakt’

De moeder begint voorzichtig, maar laat aan het einde van haar korte betoog merken hoe ze echt denkt over de jonge verdachte:

‘Je hebt zelf een dochter, hoop dat het nooit jouw dochter overkomt, maar eigenlijk hoop ik dat wel!’

De ouders van de verdachte horen gelaten aan hoe er over hun nu 26-jarige zoon en kleindochter wordt gesproken. Ze staren voor zich uit. In gedachten verzonken.

Eigen voorraad

Hoewel de jonge verdachte vreselijke dingen wordt verweten, is er ook oog voor zijn situatie. Ooit was hij ondanks een GHB-verslaving een succesvolle vestigingsmanager met 17 man personeel  en een auto van de zaak. Door de coronapandemie verloor hij zijn baan, begon hij te handelen in drugs en maakte hij een kardinale fout.

‘Ik ging gebruiken van mijn eigen voorraad en raakte alles kwijt’.

Inmiddels heeft hij zijn GHB-verslaving ingeruild voor een verwoestende zucht naar crack. Hij leeft en slaapt op straat en is naar eigen zeggen helemaal alleen. Iedere dag weer moet hij op zoek naar tussen de 250 en 300 euro om zijn vernietigende verslaving te kunnen bekostigen.

‘Soms eet ik bij mijn oma, bij mijn moeder kan ik niet meer terecht. Ik wil heel graag hulp, maar overal gaan de deuren dicht. U vraagt mij hoe ik mijn leven zie? Ik heb geen toekomst. Er is geen toekomst’

Sympathie

Het is volkomen natuurlijk om tijdens een strafzaak de verdachte onverkort te veroordelen en sympathie te voelen voor de slachtoffers. Die rolverdeling is ook duidelijk en meestal onomstreden. Niet zelden kiest een verdachte, ook al zijn de omstandigheden nog zo rot, voor het plegen van strafbare feiten. Een slachtoffer kiest daar niet voor en wordt willoos opgescheept met de problemen van een ander. Juist bij zedendelicten is die impact ontzettend groot voor de rest van je leven.

Een dader van een ernstig zedendelict breekt het leven van een slachtoffer.

Optelsom

En toch is een verdachte meer dan een optelsom van foute beslissingen en walgelijk gedrag. Ook een verdachte heeft ouders die op een rechtszaak af zijn gekomen en ondanks alles houden van hun kind.

Sinds ik zelf kinderen heb ben ik milder geworden over de mensen die betrokken zijn bij ernstige delicten. Door mijn rechtbankervaring weet ik hoe snel een leven om kan draaien. Hoe fragiel succes is en hoe akelig snel de rand van het ravijn dichterbij kan komen. Ik weet inmiddels dat het makkelijk oordelen is als je een stevig netwerk hebt en een goede baan. Als mensen naar je omkijken en de diepte heel erg ver weg is.

Succes is een magneet, maar falen ook. Het zijn alleen andere mensen die er op afkomen.

Pauze

In een korte pauze tijdens de strafzaak lopen de vermagerde verdachte en zijn ouders zwijgend over de gang naar de toiletten. Als de verdachte in gedachten het wc-blok voorbijloopt, grijpt zijn moeder in. Ze wijst hem op de deur van de wc. Zoals ze ongetwijfeld haar hele leven haar zoon heeft proberen te helpen met het vinden van de juiste deuren.

Een kortstondig moment, makkelijk te missen. Maar ik zag het en het intrigeerde mij. Je eigen zoon die volledig van de rails is gelopen, in de beklaagdenbank zit voor ernstige zedendelicten, leeft en slaapt op straat en zijn al broos geworden lijf iedere dag opnieuw volstopt met troep.

Je kind dat eigenlijk geen leven meer heeft en die je als ouder ook niet meer kunt helpen.

Maar het blijft toch je zoon. Een kind dat je, ook al is hij volwassen, wijst naar waar hij moet zijn. Ook al is het louter nog maar de juiste weg naar een wc in de pauze van een vreselijke strafzaak.

Onvoorspelbaar

Ik voel tijdens de inhoudelijke behandeling van strafzaken altijd mee met slachtoffers, maar ik heb ook oog voor de kant van de verdachten. Ten eerste omdat dat mijn onafhankelijke rol is, maar misschien nog wel meer omdat zij ons er zo pijnlijk aan herinneren hoe grillig en onvoorspelbaar het leven kan zijn voor iedereen die betrokken is bij leed.

Hoe snel verkeerde keuzes een mensenleven kunnen verwoesten. Hoe je kunt afglijden in een wereld waar normen en waarden snel vervagen. Hoe gevoelens verdoven en grenzen verschuiven. Hoe het allemaal toch niets meer uitmaakt omdat de toekomst niet dichterbij is dan een volgend uur om door te komen.

Als je niets meer te verliezen hebt, vervaagt alles.

Wanhoop

Of de verdachte schuldig is of niet, dat zal de rechtbank uiteindelijk bepalen. Wat ik wel weet is dat deze verdachte met zijn ouders de rechtbank verlaat. Dat ze daar op de stoep afscheid nemen en de jonge verdachte weer eenzaam en alleen door de straten van Den Haag zal slenteren. Wanhopig op zoek naar geld. Naar crack. Een uitzichtloos bestaan.

Steeds dieper in de vicieuze cirkel van zelfdestructie.

Het deed mij denken aan die zoon die op een slechte dag het leven van een onschuldig slachtoffer nam in een supermarkt in een dorp. Een jongen die al meer dan dertig hulpverlenende instanties aan zijn broek had en toch niet verder kwam. Een door stoornissen geplaagde dader die sliep in een klein tentje in een park en af en toe van zijn ouders een oplader kreeg toegestopt voor zijn telefoon. Of een pannetje soep. Zijn schamele bezittingen los in een plastic zak. Niets meer om voor te leven.

Slapen

We kennen de zorgen en het leed bij ouders van kinderen die slachtoffer worden van criminaliteit. Moeders en vaders die dagelijks worstelen met de diepe trauma’s die hun kinderen hebben opgelopen. Het is volkomen terecht dat daar aandacht voor is en het is een gruwel voor ouders om te moeten zien hoe eigen kinderen lijden door de slechte daden van een ander.

Maar leed eindigt niet bij slachtoffers. Ook ouders van een verdachte zijn op hun manier slachtoffer.

Want hoe slaap je als ouder als je weet dat je kind er zo ontzettend slecht aan toe is? Als je weet dat hij of zij dag in dag uit doelloos door een vijandige stad slentert? Langs luidruchtige en volle terrasjes waar weldoorvoede stadgenoten zorgeloos lachend nog maar eens een flesje bubbels aan laten rukken en jolig een borrelplankje bestellen.

Vrees

Hoe kun je als ouder rust vinden als je weet dat je zoon in de nacht eenzaam en alleen een overdekt hoekje ergens op straat op moet zoeken om iets van rust te vinden? Als je weet dat hij iedere dag opnieuw bij dubieuze figuren op zoek moet naar de middelen die zijn toch al tere lijf steeds verder de vernieling in helpen? Middelen die voorkomen dat hij goed eet en voor zichzelf zorgt?

Waarschijnlijk hou je iedere dag rekening met het moment dat agenten aanbellen en je vertellen waar je altijd voor vreest.

Wat je kind ook heeft gedaan, het blijft toch je kind. Je kunt er fysiek afstand van nemen, maar mentaal nooit. Het moet wel door je hoofd spoken. Er is een beperking aan wat je weg kunt stoppen in je gedachten. Soms is iets zo sterk dat het zich aan je blijft opdringen.

Soms kun je niet meer doen dan hem of haar wijzen naar de juiste deur. In de hoop dat hij nu wel de juiste keuze zal maken.

Ik weet niet hoe het met u zit, maar het lijkt mij loodzwaar.

Oordeel

Strafzaken zijn zelden eenduidig. Meestal is het een wereld van leed dat niet ophoudt bij het slachtoffer. Een strafzaak is geen wedstrijd in leed. Het is doorgaans een treurig schouwspel waar de hoofdrolspelers en de spelers met een bijrol geconfronteerd worden met hoe heftig het leven kan lopen. Met zorgen en verdriet waar je je moeilijk een voorstelling van kan maken als je eigen beschermde leven op rolletjes loopt.

Oordelen over een vreselijke daad is logisch. Menselijk. Zoals het eigenlijk ook menselijk zou moeten zijn om verder te kijken dan dat wat als eerste in ons opborrelt.

Om ook de tragiek van de mensen achter een daad te zien.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen