Journalisten zijn meer dan ooit doelwit in deze bij vlagen zwaar gepolariseerde samenleving. Het lijkt wel of de drempel om tot een dreigement over te gaan nog nooit zo laag is geweest. Journalisten staan daar echter niet alleen in. Veel meer mensen hebben er mee te maken. Maar wat kun je eigenlijk aan bedreigingen doen, zonder het gevaar nog verder op te laten lopen? Welkom in de wondere wereld van het stopgesprek.
Om meteen maar even met de deur in huis te vallen: een stopgesprek is geen lichtvaardig in te zetten middel. Het kan voor zowel het slachtoffer als de ‘verdachte’ ingrijpende gevolgen hebben. Toch is het tegelijkertijd ook een probaat middel om een bedreiger (die zijn of haar bedreigingen buiten gloeiende heterdaad uitspreekt) in bescherming te nemen.
Wat is het?
Een stopgesprek wil in het kort zeggen dat de politie de verdachte bedreiger aanspreekt op zijn of haar gedrag. Dat kan aan de deur (grote impact), maar dat kan ook door de bedreiger op het politiebureau uit te nodigen voor een goed, of zoals u wil: een stevig gesprek (eveneens grote impact). De keus is doorgaans vrij simpel: kappen of er volgt aangifte en vervolging.
Waar is het voor?
Het woord zegt het feitelijk al: de bedoeling van een stopgesprek is om ervoor te zorgen dat de bedreiger in kwestie stopt met zijn gedrag en in gaat zien dat hij of zij verkeerd bezig is.
Tot zover de snelle definities, want nu wordt het allemaal wat ingewikkelder. Bij het in gang zetten van een stopgesprek is er feitelijk namelijk (nog) geen sprake van een verdachte (juridisch gezien) en dus heeft de politie (ook in theorie) een beperkte bevoegdheid om onderzoek te doen, laat staan om iemand daadwerkelijk aan te houden.
Daar is namelijk een aangifte voor nodig.
Het is niet voor niets dat de politie hamert op het doen van een aangifte. In het kader van een strafrechtelijk onderzoek is dat namelijk het officiële startschot voor een onderzoek en eventueel een vervolging. De aangifte geeft de politie het wettelijke recht om te gaan speuren en eventueel tot een arrestatie over te gaan. Een aangifte is dus van wezenlijk belang voor de strafvervolging zelf. Voor een rechtszaak dus.
Probleem
Dan nu het probleem. Als een burger (of dat nu een journalist is of niet) het gevoel heeft dat zijn leven of dat van zijn naasten mogelijk in direct gevaar is, dan is een aangifte voor het slachtoffer feitelijk geen optie. Een aangifte kost namelijk tijd. Je moet naar het dichtstbijzijnde politiebureau (met een geldig legitimatiebewijs), je zit zo een uur of langer je verhaal te vertellen aan een agent en die moet je gedachten ook nog eens feitelijk en tot op de letter correct op papier zien te krijgen.
Vanaf dat punt is het doorgaans nog een lange weg om een verdachte überhaupt in beeld te krijgen en wettig en overtuigend bewijs te verzamelen. En laten we eerlijk zijn, de politie heeft het al druk genoeg.
Het laatste waar je als slachtoffer echter op zit te wachten is het verstrijken van de tijd. Bij een voor je gevoel concrete dreiging wil je eigenlijk maar één ding: dat er iets wordt gedaan om de dreiging te stoppen. En snel ook.
Daar komt het stopgesprek in beeld. Hoewel de theorie weerbarstig is, kan het in de praktijk als volgt uitpakken:
Je belt met de politie en vraagt of er een stopgesprek plaats kan vinden. Dit kan frustrerend zijn, doorgaans is het namelijk zo dat het eerste de beste contact via 0900-8844 verloopt en dat is een servicenummer waar medewerkers logischerwijs niet meteen op de hoogte zijn van bijvoorbeeld eerdere incidenten. Als je geluk hebt (of je kent de wegen om de juiste personen te bereiken) kom je in contact met een rechercheur (bij bijvoorbeeld dreigende taal van een ex, een vriend of vriendin). De rechercheur op zijn beurt kan in theorie weer snel schakelen met een digitale rechercheur bij een digitale bedreiging (Facebook, Twitter etc.)
Wat je vervolgens moet doen is de politie concreet aangeven wat de bedreiging (of bedreigingen) inhouden en wie ze heeft geuit (twitternaam, Facebookprofiel, ex, vriend, vriendin etc.). De kans is best groot dat de politie je in de hele lijn van de communicatie meerdere keren gaat vertellen dat een aangifte toch echt nodig is. Negeer dat en vraag beleefd of er een stopgesprek plaats kan vinden. Je hebt immers voor je gevoel geen tijd te verliezen.
Waarom is dit van belang?
Nu komen we op de risico’s, maar ook de meerwaarde van een stopgesprek. Hoewel een dergelijk gesprek veel impact kan hebben op de dreiger in kwestie, is hij of zij met een daadwerkelijke aangifte veel verder van huis. Als je eenmaal verdachte bent, dan heb je weliswaar rechten (je mag zwijgen, je hebt recht op een advocaat) maar je wordt ook door de mallemolen van de politie en het Openbaar Ministerie getrokken. Als verdachte krijg je in vrijwel alle gevallen een aantekening op je strafblad (ja, ook bij een sepot en ook bij een vrijspraak) en de politie heeft nogal wat middelen om je voor korte of langere tijd vast te houden.
U kunt zich voorstellen dat een bedreiger die stelt weinig of niets te verliezen te hebben op zich best wel eens tamelijk boos en rancuneus kan worden van een dergelijke aanpak. En geef hem of haar eens ongelijk. Of dat nu terecht is allemaal of niet (wie begon er nou?) als slachtoffer heb je te maken met de gevolgen van die wrok.
De meerwaarde van een stopgesprek is tamelijk veelzijdig. De bedreiger krijgt namelijk een kans om tot inkeer te komen, de politie heeft er weliswaar werk van, maar hoeft niet door het hele traject van aangifte, opsporing en vervolging en de bedreigde krijgt een kans om de dreiging snel te doen laten stoppen. Daar komt nog bij dat een aangifte ook voor het slachtoffer nogal wat energie vreet en je voor tamelijk lange tijd kopzorgen kan bezorgen. Een rechtszaak is ook voor een aangever behoorlijk belastend.
Risicotaxatie
Dan nu het punt waar het echt lastig gaat worden. Want hoe schat je als bedreigde deze risico’s allemaal in? Het hoeft geen betoog dat een dreiging uit echt criminele hoek niet te stoppen is met een stopgesprek of aangifte. Die buitencategorie laten we dus even liggen.
Bedreigers die in een impuls wat doms zeggen en na enig aandringen hun excuses maken, vormen een andere categorie. Persoonlijk zou ik dat laten gaan, maar dat is een individuele keuze.
Bedreigers die je op straat aanvallen is weer van een geheel andere categorie. Dan heb je geen tijd voor een telefoontje. Alles wat qua bedreiging onder heterdaad valt is een kwestie van jezelf eerst in veiligheid brengen en dan bellen.
Een stopgesprek is wat mij betreft bij uitstek geschikt voor de tussencategorie. De mensen die herhaaldelijk en buiten een fysieke heterdaad ernstige bedreigingen uiten (dat wil zeggen een bedreiging met de dood of mishandeling of verkrachting) en waarvan je eigen inschatting is dat die bedreigingen mogelijk ook ten uitvoer kunnen worden gebracht.
Dat laatste weet je natuurlijk nooit, maar zelfs als je denkt dat er een kleine kans is dat iemand je in persoon aan wil vallen (of je huis of je naasten) en je hebt aanwijzingen dat die persoon daar ook toe in staat is (omdat hij of zij niet te bedaren kwaad is, bekend staat als gewelddadig of aangeeft niets meer te verliezen te hebben), dan is een stopgesprek mogelijk een oplossing.
Bij een risicotaxatie werken professionals heel grof gezegd met twee belangrijke factoren. De eerste factor is de dreiging zelf (een doodsbedreiging scoort tamelijk hoog) en de andere factor draait om de waarschijnlijkheid van de uitvoering van een dreiging.
De politie zal dan ook altijd een afweging maken van de waarschijnlijkheid. Is het te verwachten dat iemand tot daden overgaat?
Hoewel dit een deskundig oordeel is, is dat oordeel voor de bedreigde zelf erg lastig te maken. En dat hoeft dan ook niet. De allereerste inschatting of het inschakelen van de sterke arm allemaal de moeite waard is, dien echter je wel zelf te maken.
Lijstje
Mijn eigen lijstje als het gaat om bedreigingen is grofweg als volgt:
Je bent boos, maar niet bang: geen aangifte doen, laat het gaan.
Je bent bang en boos: vraag een stopgesprek aan
Er is een zeer concrete dreiging (iemand vliegt je aan op straat of in je huis): meteen actie ondernemen en jezelf in veiligheid brengen.
AoL
Het stopgesprek is een middel, maar er is meer. Bij een zeer concrete dreiging (iemand vliegt je aan of iemand gooit een baksteen door je ruit en stelt terug te zullen komen als je niet stopt met sociale media) geldt een andere dynamiek. Ook hier is (uiteraard wel na afloop) wel iets aan te doen. De politie kan namelijk intern een zogenaamde AoL (Afspraak op Locatie) instellen. Het systeem zorgt ervoor dat je persoonlijke gegevens (denk aan een telefoonnummer of een adres) wordt gekoppeld aan de meldkamer. Als je ergens loopt of rijdt (of staat of zit of woont) en je belt het noodnummer 112, dan komen politie-eenheden direct met toeters en bellen naar je locatie. Politietoezicht kan daarnaast bestaan uit extra surveillance.
Journalistiek
Dan nog even specifiek over de journalistiek in het algemeen. Met de lancering van het initiatief #Persveilig is er een soort van samenwerking ontstaan tussen de journalistiek, de politie en het Openbaar Ministerie. Op papier wil dit zeggen dat er altijd ‘wordt gelopen’ op aangiftes van journalisten en dat er extra zware strafeisen bij de rechter worden neergelegd. Het idee erachter is dat journalisten van waarde zijn voor de democratie en de samenleving en dat ze in vrijheid hun werk dienen te kunnen doen.
Hoewel alle burgers uiteraard in vrijheid dienen te kunnen leven is er dus specifiek extra aandacht voor de journalistiek. Dat is in mijn optiek ook nodig ook, want ik heb in de afgelopen maanden vrij schrijnende verhalen gehoord en gelezen over journalisten die ernstig worden bedreigd. Zo ernstig zelfs dat ze soms 24 uur per dag worden bewaakt en in gepantserde auto’s worden rondgereden. Soms stoppen journalisten en/of columnisten helemaal met hun werk of hebben ze letterlijk ingehuurde beveiligers nodig om gewoon op locatie hun werk te kunnen doen.
Inmiddels zijn bijna alle redactiekantoren in Nederland extra beveiligd. Bedreigingen via sociale media, mails of de telefoon zijn aan de orde van de dag.
Zware bedreigingen kun je niet doen laten stoppen met een stopgesprek. En bij de extreem zware bedreigingen is voor een journalist zelfs een aangifte niet wenselijk (denk aan represailles en aan het gegeven dat bijvoorbeeld misdaadjournalisten wel schrijven over de mensen waar ze dan aangifte tegen doen; dat geeft een andere dynamiek als het gaat om bijvoorbeeld bronnen waar je gebruik van wenst te blijven maken).
Maar een stopgesprek is voor de eerdergenoemde tussencategorie wat mij betreft wel een probaat middel. Ik roep alle politiekorpsen in Nederland dan ook op om serieus te kijken naar deze optie en maatregelen te treffen om makkelijke toegang tot rechercheurs te regelen voor alle journalisten, desnoods met een vaste tussenpersoon.
Ik weet inmiddels dat het kan werken.
Waardeer dit artikel!!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt me ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.