Ik hoop dat het goed met je gaat

Beste bedreiger, dit is een brief aan jou. Ik ga je naam niet noemen, want ik begrijp je en ik wil dat het goed met je gaat. Dat ik deze brief plaats heeft niets te maken met jou en alles met mijn eigen gevoel. Ik ben een journalist, maar ook achter een journalist zit een mens. Een schrijvende mens.

Je weet zelf wat je mij schreef en wat de inhoud is van de vele audioberichten die je mij via Facebook stuurde. Het was iets met mij verkrachten in mijn kankerreet, mij door de straat vegen en een bad met zoutzuur. Het ging er over dat jij geen familie en vrienden meer had waar je om geeft en ik wel. Dat ik dus iets had te verliezen.

Je was ontzettend kwaad. Je wilde mij net zo lang lastigvallen tot ik mijzelf van kant had gemaakt. Je ongeremde woede was in je stem te horen. Ik hoorde je zeggen dat ‘mensen als jij’ de reden zijn dat je vast hebt gezeten en dat je wil moorden. Je zou niet rusten tot je mijn adres had gevonden en mijn kankerbek had verbouwd.

En ik snap dat. Ik begrijp dat je de context achter ware woorden die ik jaren geleden ooit uitte en die nu door onverlaten uit hun context op sociale media waren gezet, niet meer goed kon bevatten door wat het leven je gaf. Ondanks mijn uitleg.

Je gaf mij door je woede heen een inkijkje in je leven. Ik weet dat je al op jonge leeftijd door een traumatische ervaring een knal kreeg, waardoor je persoonlijkheid logischerwijs werd geraakt en gevormd. Dat je zelfmedicatie zocht in middelen die de dokter niet voorschrijft. Dat bijna de gehele wereld je vijand was en nog steeds is. Je vertelde mij van je detentieverleden en ik weet dat sommige mensen van mening zijn dat je gewelddadig bent.

Geloof het of niet, maar hoewel ik je nog nooit gezien heb, denk ik dat je een klein beetje ken. Ik heb je vele malen gezien in de rechtszaal en heb je pijn en woede gehoord. Niet de pijn en woede die heel specifiek bij jou horen, maar wel de vergelijkbare emoties van honderden jonge verdachten die volgens mij best wat overeenkomsten met je hebben.

Je weet zelf hoe het tussen ons is gegaan. Je kwam in de openbare tijdlijn op Facebook binnen met keiharde woorden. Ik ben privé het gesprek met je aangegaan, maar mijn woorden heb je technisch gezien wel kunnen lezen, maar emotioneel niet. Je woede maakte van mijn rationele woorden een onzichtbare brij aan emoties.

Ik heb je uitgelegd hoe ik er in sta, probeerde je af te leiden van je eigen woede en ik heb uiteindelijk gezegd dat je mij niet lastig moest vallen. Maar ik begrijp ook dat dit geen optie meer was voor je. Daarvoor had de agressie waar je ondanks je jonge leeftijd al zo lang tegen vecht je kijk op de dingen teveel vertroebeld. Je had in je hoofd letterlijk van mij een dader gemaakt. Hoewel dit onterecht was en is, snap ik dat je op basis van dat onterechte beeld handelde. Ik neem je dat daarom niet kwalijk.

Maar.

Ik ben naast journalist ook een mens. Met kinderen en een vriendin. Met een gewoon huis in een straat in een stad. Ik word bedreigd om wat ik schrijf en heb inmiddels niet meer de luxe om mijn schouders op te halen bij de zoveelste stortvloed aan bedreigingen. Ik kan simpelweg niet voortdurend denken dat het maar impulsieve berichten zijn. Want je bent niet de enige die mij woedend berichten schrijft. Het is zelfs zo uit de hand gelopen dat de politie maatregelen heeft moeten nemen op mijn adres. Het inschatten van de risico’s die ik loop ligt niet bij jou, maar bij mij.

Ik heb je gezegd dat ik een melding zou doen bij de politie. Het weerhield je er niet van om door te gaan met afschuwelijke teksten. Voor mijn gevoel had ik toen geen opties meer.

Ik heb de politie in je woonplaats ingeschakeld, terwijl ik wist dat je – ondanks je eigen woorden – wel degelijk wat te verliezen had. Maar ik heb, ondanks mijn eigen spanningen, wel nagedacht over hoe ik dat zou doen.

Ik denk wel dat je weet hoe de politie reageert op meldingen van bedreigingen. Het heilige mantra van de aangifte is er altijd en ik weet ook dat een aangifte jou enorm in de problemen zou kunnen brengen. Ondanks dat je heel duidelijk maakte dat je niets te verliezen hebt, weet ik dat het anders zit. En andersom werkt dat ook zo voor mij. Een aangifte kost bij een concrete bedreiging erg veel tijd en het is aan mij om steeds weer in te schatten of ik die tijd heb.

Ik heb de politie daarom gevraagd om snel een stopgesprek te regelen. En dat heb je gehad. Er is je te verstaan gegeven dat je op moet houden met bedreigingen. Dat je het best met mij oneens mag zijn, maar dat verdere bedreigingen onvermijdelijk zullen leiden tot een daadwerkelijke aangifte. Met waarschijnlijk grote gevolgen voor de vrijheid die je nu hebt.

Ik weet dat je nu hebt gezegd dat je zult stoppen, maar ik weet niet of je dat ook gaat doen. Dat is verder ook niet aan mij. Die bal ligt nu bij jou.

Wat je wel moet weten is dat woorden gevolgen hebben. Voor een gezin. Voor mensen die ineens schrikken van ieder geluid. Die niet fijn onder de douche staan omdat je door het geluid van stromend water niet goed kunt horen of anderen in het huis wel veilig zijn. Voor mensen die – meer dan nodig is – steeds maar weer de beelden van bewakingscamera’s controleren om te kijken of er niet iets aan de hand is. Voor mensen die naar buiten toe proberen om stoer te doen, maar van binnen ook gewoon kampen met stress, spanning en frustratie.

Want dat is wat doodsbedreigingen met je doen. Je staat voortdurend op scherp. Je kijkt bewust en onbewust over je schouder naar een gevaar dat er mogelijk niet eens is. Niet omdat jij mogelijk je bedreigingen waar gaat maken, maar omdat wij niet goed weten of dat wellicht ooit het geval zal zijn. Hoe moet ik weten wat impulsief is en wat echt? Die spanning drukt enorm op de ander. Haalt de normale concentratie weg en zorgt voor korte nachten en hele lange dagen.

Ik heb geen idee hoe je nu tegen deze hele situatie aankijkt. Dat is ook niet aan mij. Misschien geniet je naar buiten toe wel van de angst die je teweeg hebt gebracht. Maar ik denk en hoop ergens dat je er van binnen anders over denkt, omdat je volgens mij helemaal geen slecht mens bent.

Ik weet wel hoe ik er zelf tegen aan kijk en hoop oprecht dat het goed met je komt. Het klinkt misschien wat raar, maar ik gun je rust in je leven. Ik gun je mensen die de juiste snaar weten te raken en er samen met jou voor kunnen zorgen dat je je leven op de rit krijgt.

Geloof mij, altijd op de weerstand in het leven staan, is geen leven. Terwijl je denkt trots te vechten tegen de motherfuckers in je leven, verlies je vooral je eigen strijd en ontneem je jezelf uiteindelijk de kans op een betekenisvol bestaan.

Het is een strijd die je nooit gaat winnen.

Laat ik afsluiten. Ik koester geen wrok of haat tegen je. Ik heb je een beetje leren kennen en ik hoop oprecht dat je uit de problemen blijft en eindelijk zal vinden waar je al die tijd naar op zoek bent. Wat dat ook moge zijn.

Take care.

 

Delen