De mishandeling van Mitch Henriquez

De dood van arrestant Mitch Henriquez op 27 juni 2015 door ingrijpen van de politie heeft de gemoederen flink in beweging gebracht. Hoewel nabestaanden (begrijpelijk) en roeptoeters (onbegrijpelijk) meteen spraken over moord, heeft de rechtbank besloten om de agenten te veroordelen tot een geheel voorwaardelijke celstraf wegens mishandeling. En die kwalificatie is terecht.

Vrij kort na het incident schreef ik voor The Post Online een analyse over de zaak. In dat verhaal schreef ik op dat Mitch Henriquez niet is vermoord. Dat er nooit sprake kon zijn van moord. Hoewel deze stelling bepaald geen hogere wiskunde is en iedereen met een beetje verstand van het recht en/of het vermogen om logisch te redeneren tot die conclusie was gekomen, bleven mensen roepen dat er sprake was van moord.

Dat er juridisch nooit sprake geweest kan zijn van moord, is ook bepaald geen dode letter op papier of louter een theoretische gedachte. Mensen willen tegenwoordig nog wel eens het begrip ‘juridische werkelijkheid’ misbruiken om aan te geven dat er in de volksmond toch heel anders gedacht wordt over iemand ‘vermoorden’. Dat is echter onzin.

De juridische werkelijkeid komt in dit geval veel dichter bij de waarheid dan woedende actievoerders en roeptoeters u willen doen geloven. Moord in juridische zin zegt namelijk alles over gedrag en intentie. Voor moord heb je de opzet nodig om iemand te doden. De intentie om een ander om het leven te brengen, min of meer  planmatig en dan ook nog na kalm beraad en rustig overleg.

Kort en goed: een moord was je van plan. In gedrag en in intentie. Het is wat je bewust als handeling en resultaat wil en waar je ook in bent geslaagd. Het voornemen van agenten om een vervelende en intimiderende arrestant onder controle te krijgen om erger te voorkomen, valt daar op geen enkele manier onder. Ongeacht de fatale afloop.

Ook schuld direct koppelen aan het gevolg rust op een hardnekkig misverstand. Als een automobilist bijvoorbeeld door een verkeersfout een ander uit het leven jaagt, is er geen sprake van moord. Ook al is het slachtoffer dood. Een rechter blijft gelukkig kijken naar intentie en naar de context van een zaak.

Frame

Het frame ‘moord’ leverde zelfs gevaarlijke taferelen op voor de politie. Een woedende menigte, aangedreven door een vals idee van een moord, is lastig te controleren en moeilijk te voorspellen. Wellicht een aardige tip voor roeptoeters om de volgende keer eens na te denken over de gevolgen van het rondtoeteren van aannames en bizarre veronderstellingen.

Het vonnis in de zaak Mitch Henriquez is er nu. De rechtbank begon met een uitgebreide beschrijving van het gedrag van Henriquez. Kort en goed: de man was tijdens een druk muziekfestival buitengewoon vervelend, intimiderend en op een bepaalde manier zelfs bedreigend. Hij riep keer op keer dat hij een vuurwapen had, hij luisterde niet naar de politie en zocht ondanks een eerste en tweede aanzet om het park te verlaten toch tot twee keer toe bewust de confrontatie op. Door bij herhaling te roepen dat hij een vuurwapen had.

Deze lezing komt beslist niet alleen uit de koker van de politie. Ook een vriendin van Mitch verklaarde dat ze dacht dat er problemen zouden komen door zijn gedrag.

De agenten besloten op een gegeven moment in te grijpen door Mitch duidelijk te verstaan te geven dat hij weg moest gaan. Ze gaven hem een duw en zagen dat een man en een vrouw probeerden Mitch mee te krijgen naar de uitgang. Maar hij rukte zich los, kwam opnieuw terug en ging de confrontatie weer aan. Door opnieuw te dreigen met een vuurwapen en zichzelf hard op de borst te kloppen. Een agent gaf Mitch een duidelijke waarschuwing dat hij aangehouden zou worden als hij niet weg zou gaan.

Sommige bezoekers van het park werden zichtbaar onrustig. Er waren geschrokken blikken en mensen die zich met versnelde pas uit de voeten maakten. Anderen bleven wel rustig. Mitch weigerde nog steeds te vertrekken en zei op een gegeven moment duidelijk hoorbaar dat hij niet bang was voor de politie en ze hem ’toch niets konden maken’.

De politie besloot uiteindelijk tot arrestatie over te gaan, maar helaas verzette Mitch zich zo heftig dat er vijf agenten nodig waren om hem onder controle te kunnen houden. Daarbij werd grof geweld gebruikt. Mitch werd geslagen, kreeg pepperspray in zijn gezicht gesmeerd en een agent legde een omstreden nekklem aan.

Hoe wegen rechters dit?

De rechtbank meent ten eerste dat de politie terecht in actie is gekomen. Niet zo gek ook, de politie moet immers de openbare orde bewaken en mag daarvoor geweld gebruiken. Sterker nog: uiteindelijk mag de politie onder bepaalde voorwaarden zelfs dodelijk geweld gebruiken. Die dynamiek zorgt er in dit geval voor dat je niet onverkort kunt zeggen: er was een nekklem, die klem droeg bij aan de dood en dus is de persoon die de klem heeft toegepast een moordenaar.

In het geval van deze arrestatie van Mitch Henriquez ging het voor twee van de vijf agenten echter mis. Volgens de rechtbank zijn zij te ver gegaan in het toepassen van het geweld. Hoewel ook voor de rechtbank niet helemaal duidelijk is waar Mitch precies aan is overleden, lijkt de meest logische optie het ondergaan van een te lang aangehouden nekklem in combinatie met de verregaande staat van opwinding van de arrestant.

De agenten werden vandaag dan ook veroordeeld voor mishandeling. Met de dood als gevolg. Maar wel met een duidelijke context waarin ook het slachtoffer zelf onderdeel is van de escalatie.

Hoezeer Henriquez volgens de rechtbank ook heeft meegewerkt aan de situatie waarin hij het leven heeft verloren; ‘dit had hij niet verdiend’, aldus het vonnis.

Goed. Een mishandeling waarbij een arrestant het leven laat, hoe straf je zoiets nou af? De rechtbank in Den Haag komt tot een geheel voorwaardelijke celstraf van zes maanden. De agenten hoeven dus niet de cel in.

Hoe dat kan?

Naast de ernst van de zaak moet een rechter ook rekening houden met andere omstandigheden. Rechters moeten kijken naar de context van een specifiek geval. In dit geval gaat het volgens de rechtbank om agenten die in moeilijke situaties op moeten treden.

In  het vonnis staat dit als volgt:‘Zij kunnen er niet voor kiezen (gevaarlijke) situaties maar zo te laten als ze zijn en moeten in korte tijd beslissingen nemen. Ook heeft de zaak grote impact op de verdachten gehad’.

Kort en goed komt het vonnis er op neer dat de rechtbank heus wel begrijpt dat agenten geweld moeten gebruiken als zij te maken krijgen met mensen die zich bij herhaling niet weten te gedragen en mogelijk een gevaar vormen voor de openbare orde. Maar de uitspraak wil ook zeggen dat er grenzen zijn aan dit geweld. Dat je van de politie mag verwachten dat ze niet te ver gaan.

Het vonnis vormt een genuanceerd en afgewogen besluit. En als zodanig een wijze les voor alle roeptoeters, activisten en maatschappelijk gefrustreerden die de tragische dood van een man misbruiken om hun eigen strijd te kunnen voeren.

 

 

 

 

 

Delen