Je hoort het tegenwoordig te pas en te onpas: Nepnieuws!! Ooit als terechte typering gebruikt voor kwaadwillende websites met een duidelijk valse agenda, maar nu steeds vaker te horen als Pavlovreactie op alles waar ideologisch gedreven mediaconsumenten op persoonlijke titel op tegen zijn. Tijd om eens te kappen met de gemakzuchtige vervuiling van het debat op basis van een bewust verkeerde interpretatie van een term.
Een satanisch netwerk van hooggeplaatste kinderverkrachters rond Hillary Clinton die stuk voor stuk vanuit een pizzeria in Washington hun duivelse lusten botvieren op onschuldige weeskinderen. Een door de Amerikaanse president Donald Trump geretweet filmpje over een ‘moslim-migrant’ die een jongen op krukken neerslaat. Bizarre theorieën over een ‘doofpot’ van de Nederlandse regering rond de ramp met de MH17.
Allemaal voorbeelden van zuiver nepnieuws, de wereld in gebracht door lieden die met het rondstrooien van aantoonbaar valse berichten invloed proberen uit te oefenen op de verdeling van de (politieke) macht in de wereld of met desinformatie proberen de eigen rol in een vliegramp te verdoezelen.
De typering nepnieuws is echter niet langer gereserveerd voor Russische trollen of gefrustreerde burgers/activisten met een eigen website. De ‘bezorgde, boze burger’ roept het ook in Nederland steeds vaker als het om de serieuze journalistiek gaat. Al dan niet aangemoedigd door populistische politici die er baat bij hebben om de waakhond stil te krijgen of in ieder geval verdacht te maken.
De journalistiek in Nederland maakt fouten en opereert steeds vaker hijgerig en oppervlakkig (een dag zonder gemakzuchtige ophef is een dag niet geleefd), maar dat wil nog niet zeggen dat er sprake is van de verspreiding van nepnieuws.
Nepnieuws
Nepnieuws is vrij nauwkeurig te omschrijven: een bewuste poging om met een volledig gebrek aan respect voor feiten, argumenten en betrouwbare bronnen de eigen (politieke) agenda of portemonnee te dienen, door de verspreiding van aantoonbaar onjuiste berichten, meestal online.
Juist op het internet giet het nepnieuws uit alle digitale poriën naar buiten. Internet geeft nu eenmaal aan een ieder een podium, ook aan mensen die bepaald niet in hun eerste leugen zijn gestikt, zich niet wensen te houden aan regels en het eigen beperkte denkkader niet meer los kunnen zien van de informatie die ze tot zich nemen en delen.
Nepnieuws werkt met geruchten, roddels en aannames die bewust en met grote stelligheid worden gepresenteerd als feiten. Door bijvoorbeeld zoiets simpels als een oud filmpje van een mishandeling in land X te publiceren als een ‘sprekend voorbeeld’ van zich misdragende gelukszoekers in land Y. Of door beelden van rassenrellen in Amerika met een simpel onderschrift te transformeren tot plunderende asielzoekers ‘die ons Avondland bedreigen’.
Bloedsuikerspiegel
Ook in Nederland kunnen we er wat van. Een verkeersongeluk waarbij een automobilist ‘inreed’ op voetgangers op Amsterdam-Centraal was week na week voer voor ideologisch gedreven lieden. Alles was verdacht, het moest en zou een aanslag zijn en de politie zat natuurlijk in het complot. De logische verklaring, een onwel geworden automobilist door een lage bloedsuikerspiegel, kon en moest aan de kant worden geschoven. Alsof de roeptoeters heel erg hard een aanslag in eigen land nodig leken te hebben om het eigen grote gelijk maar weer eens ‘krachtig’ te onderstrepen.
Een vergelijkbare dynamiek werd onlangs zichtbaar bij de belaging van een Joods restaurant in Amsterdam door een Palestijnse vluchteling. Hoewel de verdachte tijdens zijn verhoor aangaf tégen de terroristen te hebben gevochten vanuit een vluchtelingenkamp in Syrië, transformeerde de Joodse advocaat van het getroffen restaurant exact dezelfde verklaring doodleuk tot bewijs voor zijn stelling dat de man zélf een ‘keiharde terrorist’ is.
Mensen die zo hard op zoek zijn naar bewijs voor iets waar zij zonder feitenkennis al een kant-en-klaar oordeel over hebben (Aanslag! Terreur! Fraude!), maken zich ook schuldig aan de verspreiding van nepnieuws. Dat is kwalijk en het staat kilometers af van het werk van serieuze journalisten die dagelijks in ieder geval een poging doen om de werkelijkheid zo dicht mogelijk te benaderen.
Taal is van wezenlijk belang in deze kwestie. Een constructief en volwassen debat voer je namelijk met de juiste typeringen. Nieuws dat achteraf toch iets anders in elkaar blijkt te steken is niet hetzelfde als nepnieuws. Een artikel dat niet meteen past in je eigen wereldbeeld ook niet.
Redacties in Nederland werken dagelijks met de informatie die ze op dat moment tot hun beschikking hebben. Het is waar je het als serieuze journalist mee moet doen. Feiten en omstandigheden die pas later naar boven komen, maken het eerste verhaal dat voor publicatie rijp is, nog niet nep. En een verhaal dat nog niet tot de laatste komma helderheid verschaft, is geen bewuste poging om mensen op het verkeerde been te zetten.
Vals
Het journalistieke proces is altijd in beweging en moet soms ook gewoon even wachten. Je kunt in alle redelijkheid niet publiceren dat een hooggeplaatst persoon schuldig is aan kindermisbruik omdat kwaadwillende mensen met valse verklaringen nog een persoonlijk appeltje te schillen hebben met Justitie. Zelfs bij een aangifte kun je nog niet afdrukken dat de verdachte schuldig is.
Feiten die er nog niet volledig zijn of niet kunnen worden beoordeeld op betrouwbaarheid, kun je simpel niet presenteren als feiten. Ook dat zien sommige mensen echter als nepnieuws, ‘Jullie vertellen niet het hele verhaal. Op Facebook lees ik namelijk dat…!’. Zo werkt het niet. Serieuze media vertellen wat ze op dat moment weten, ze vullen niet in wat mogelijk kan zijn.
Dat zou pas de betrouwbaarheid schaden.
Wat dat betreft doet de journalistiek niet onder voor de dynamiek van de wetenschap. Je kunt prima een wetenschappelijk artikel publiceren met feiten en onderzoeksresultaten, om later te constateren dat een andere wetenschapper het onderwerp net even wat anders ziet of er een andere beoordeling op loslaat. Of er komen gewoon nieuwe feiten op tafel waardoor dingen anders in elkaar zitten dan je in eerste instantie kon beoordelen.
Dat is niet nep, dat is simpel de beperking van de werkelijkheid waarin wij leven.
Spiegel
Een ander onderdeel van de problematiek ziet op mijn stelling dat de journalistiek geen spiegel van uw gedachten is. Dat de lezer wellicht een andere werkelijkheid in zijn of haar hoofd heeft, maakt nog niet dat de feiten waar journalisten verslag van doen nep of vals zijn. Goede journalistiek bevestigt niet automatisch wat u denkt, maar moet feiten en omstandigheden presenteren waardoor u zelf een afgewogen mening of oordeel kunt vormen.
Nepnieuws is daar niet toe in staat, omdat het u al vanuit de basis op valse aannames in een spoor zet. Een spoor waar de ideologisch gedreven verspreider u graag wil hebben.
Nepnieuws is best effectief. Hoewel websites als GeenStijl en het altijd hilarische Infowars.com van complotgoeroe Alex Jones aantoonbaar dagelijks opzichtig de mist in gaan, zijn zij bij een bepaald smaldeel van de bevolking buitengewoon populair.
Een deel van die populariteit komt vermoedelijk louter door onze hang naar sensatie en amusement (een grote meerderheid van de lezers van GeenStijl bijvoorbeeld neemt de teksten op die site terecht met een korrel zout), maar voor een deel dringen de valse berichten wel degelijk ook door in het collectieve brein en sluipt het dus ook in het maatschappelijk debat.
Impact
Nepnieuws heeft impact op de samenleving en dat is ook precies de bedoeling van de verspreiders. Uit een recent kleinschalig onderzoek van I&O Research in opdracht van de Volkskrant blijkt dat Nederlanders ‘tegenwoordig niet meer goed weten wat waar is en wat niet’. Vooral laagopgeleiden (maar liefst veertig procent) weten volgens het onderzoek het onderscheid niet meer goed te maken. Zelfs bij serieuze media als NOS, NRC Handelsblad en Volkskrant blijkt 10 procent van de onderzochte groep de berichtgeving ‘niet letterlijk voor waar aan te nemen’.
Gelukkig blijkt uit het onderzoek ook dat een meerderheid (62%) de traditionele Nederlandse kranten betrouwbaar acht. Slechts negen procent gelooft de kranten niet.
Als mensen niet meer goed weten waar ze op kunnen vertrouwen, kunnen ze ook niet meer goed worden geïnformeerd. Dat principe tast het vertrouwen in de democratie aan en maakt van verkiezingen een duistere populariteitspoll. Burgers die echt geloven dat hun regering een dubieus aandeel heeft in een vliegramp, worden vijanden van die regering. En burgers die op basis van valse berichten denken dat rechters in Nederland corrupt zijn, accepteren de rechtspraak niet meer.
Dat is niet alleen zorgelijk, maar in potentie ook gevaarlijk. Ik heb de eerste filmpjes op YouTube al gezien waar verstoorde geesten oproepen om rechters in Nederland het werk en het leven zuur te maken. Dat is wat nepnieuws doet.
Hoe je verder ook denkt over de journalistiek in Nederland, journalisten zijn benaderbaar, ze zijn prima in staat om uit te leggen hoe ze tot hun verhalen zijn gekomen en werken met verifieerbare teksten. Probeer dat alles maar eens met verspreiders van nepnieuws, je krijgt een brij aan non-argumenten, lastercampagnes en bedreigingen over je heen. Alsof ze zelf ook wel inzien dat wat ze doen het daglicht niet kan verdragen en alleen met agressie en nog meer nepnieuws tegemoet kan worden getreden.
Machthebbers
En dan is er nog iets. Hoewel activistische burgers het internet omarmen als podium om ‘de macht ter discussie te stellen’ en in het verlengde daarvan stellen dat ze een onbeperkte vrijheid van meningsuiting dienen te hebben, profiteren juist machthebbers het meest van de verspreiding van online nepnieuws.
Als zij in staat zijn om de hinderlijke horzel van de serieuze pers weg te zetten als ‘volkomen onbetrouwbaar’, ‘leugenachtig’ en ‘partijdig’, zijn zij vrij om zonder de tanden van de waakhond te doen wat ze willen doen. En in het verlengde daarvan ook politici en rechters gemakzuchtig maar nep te noemen, om het maar niet over de inhoud te hoeven hebben.
Het hoeft nauwelijks betoog dat president Donald Trump deze dynamiek buitengewoon handig gebruikt om zijn eigen fouten te verdoezelen. Zijn verkeerde beslissingen, idiote uitspraken en opruiende tweets glijden van hem af als waterdruppels op het verendek van een pas gewassen eend. Zelfs talloze aanklachten van grensoverschrijdend seksueel gedrag hebben geen invloed op zijn positie. Hij roept een paar keer ‘fake-news’, legt de schuldvraag bij de boodschapper en het is klaar.
Dichter bij huis heeft ook voormalig topman van justitie Joris Demmink enig profijt gehad van burgerspeurders die hem met nepnieuws verbaal te lijf zijn gegaan. Door bizarre en kolderieke onzin te verspreiden over ‘satanische rituelen, het koningshuis en het aan stukken snijden van baby’s’ ontstond een sfeer waarin ook andere verklaringen bijna automatisch konden worden geridiculiseerd. Door alles in het belachelijke te trekken, konden de verdenkingen waarvoor serieus onderzoek vereist was makkelijk afgedaan worden als idiote taal van gestoorde complotdenkers.
Hoewel een kritische houding naar journalisten welkom en broodnodig is, is het wel van belang om een onderscheid te blijven maken tussen nepnieuws en onzorgvuldige of onvolledige berichtgeving.
De serieuze pers maakt zeker fouten (vaker dan wenselijk), maar dat wil nog niet zeggen dat er sprake is van een kwaadwillende handelwijze om er een eigen valse agenda door te drukken op basis van bewust verkeerd weergegeven informatie.
Laat dat maar aan de verspreiders van nepnieuws over.