Slachtofferrechten verstoren balans

Zeven jaar geleden schreef ik een kritisch verhaal over de immer uitdijende rechten voor slachtoffers in rechtszalen. Inmiddels kiest de politiek er ondanks verzet van deskundigen voor om die rechten nog verder uit te breiden. Dit is een verhaal over hoe de balans in de rechtszaal zoek begint te raken.

Er liggen maar weinig zaken zo gevoelig als het kritisch benaderen van de rol van aangevers en slachtoffers van (ernstige) delicten. De bijna aangeboren sympathie voor slachtoffers is logischerwijs nooit ver te zoeken en dat is een begrijpelijke en noodzakelijke emotie waar ik ook helemaal niets aan af wil doen.

Zuiver

Toch is het hard nodig om kritisch te blijven denken als je kijkt vanuit het streven naar een zuivere en rechtvaardige rechtspraak. De scherpe tegenstelling tussen weerloos slachtoffer en intens slechte dader is niet alleen vaak een karikatuur, maar doet ook geen recht aan dat wat een strafproces in essentie zou moeten zijn.

Een strafzaak draait in eerste instantie om waarheidsvinding. Het mag geen genadeloze en collectieve afstrafmachine worden. De verdachte is onschuldig tot het tegendeel bewezen is en rechters dienen een verdachte dan ook als zodanig te beschouwen. Het proces zelf heeft tot doel om met een verhoor en bespreking van het strafdossier eerst maar eens te kunnen bepalen of iemand überhaupt wel schuldig is en waaraan dan precies.

Dat is nodig ook, rechters komen in de praktijk niet zelden tot een (veel) milder oordeel over strafbare feiten en strafmaat dan het Openbaar Ministerie.

Machtig

Vergis je er ook vooral niet in: een rechtszaak is doorgaans de allereerste plek waar een verdachte zijn of haar eigen verhaal in vrijheid kan doen voor open, objectieve en onafhankelijke toehoorders. In de gehele periode voor die tijd heeft een tamelijk eenzame en vaak gedetineerde verdachte vooral een machtig opsporingsapparaat tegenover zich dat veel in het werk stelt om met belastend bewijs te komen.

Als je denkt dat de politie of de recherche een verdachte geheel open en vrij benadert tijdens een verhoor en naarstig op zoek gaat naar ontlastend bewijs, dan raad ik u dringend een intensieve en langdurige cursus omgaan met zware teleurstellingen aan.

Politiek

Onder druk van een samenleving die steeds harder en ongenuanceerder wordt, is de politiek nu opnieuw bezweken. Het toch al tamelijk onbeperkte spreekrecht wordt uitgebreid, er komt een verschijningsplicht voor verdachten van ernstige zeden- en geweldsdelicten, persoonlijke gegevens van aangevers moeten uit het strafdossier worden gehaald en slachtoffers mogen zelfs meepraten bij een zogenaamde tbs-verlengingszitting.

Dit alles grotendeels met afkeuring van de rechtspraak zelf overigens.

Meepraten tijdens een tbs-verlenging is wat mij betreft een onbegrijpelijk en onzalig idee, aangezien tbs helemaal geen onderdeel van een straf is en verlenging van de op de persoon gerichte behandeling bij uitstek het terrein van deskundigen die objectief kijken naar risico’s. Het staat een officier van justitie daarnaast helemaal niet in de weg om eventuele wensen vanuit slachtoffers en/of nabestaanden, zoals een contactverbod, kenbaar te maken.

Praktijk

In de praktijk is al goed merkbaar hoe het slachtofferrecht tegenwoordig uitpakt in de verschillende rechtszalen. Een verdachte ziet zich niet langer enkel geconfronteerd met een professionele magistratelijke aanklager in dienst van het Openbaar Ministerie, maar heeft ook nog eens een gedreven en niet onafhankelijke slachtofferadvocaat tegenover zich die zich soms zelfs erg nadrukkelijk bemoeit met bewijsvoering, schuld én strafmaat.

Feitelijk heb je dan als verdachte twee aanklagers tegenover je.

Slachtofferadvocaten ook nog eens die complexe schadevergoedingsverzoeken indienen met soms duizelingwekkende bedragen. Ik heb het al meegemaakt dat een gespecialiseerde slachtofferadvocaat na een fataal ongeluk ruim 100.000 euro claimde voor een in zijn ogen ‘levensdelict’, omdat een automobilist een simpele verkeersfout zou hebben begaan. Een automobilist die zelf enorm worstelt met het ongeluk, in traumatherapie moest en in de rechtszaal naar de schrijnende verklaringen van nabestaanden moest luisteren.

Hij werd twee weken later volledig vrijgesproken.

Vrij

Twee aanklagers tegenover je en in de wat grotere zaken soms wel drie of meer emotionele en soms hatelijke en bittere slachtofferverklaringen. Is dat een probleem? Soms wel ja. Een verdachte moet in ons systeem namelijk het recht houden om in vrijheid te kunnen verklaren. Om zijn kant van het verhaal te kunnen vertellen. De vraag is of dat nog wel helemaal kan binnen deze geladen en beladen dynamiek.

Ooit mochten slachtoffers in de rechtszaal louter spreken over de emotionele impact van een gepleegd misdrijf (in 2005 ingevoerd), tegenwoordig mogen ze verbaal alles uit de kast trekken om de verdachte naar beneden te halen. Dit is buitengewoon begrijpelijk en ook niet verwijtbaar als je zelf slachtoffer bent geworden van een misdrijf, maar de vraag is of het nog past bij een professionele en afgewogen afdoening van een zaak.

Onschuld

Nu kun je natuurlijk prima stellen dat een verdachte dit allemaal over zichzelf afgeroepen heeft. Dan had hij of zij maar geen ernstige misdaad moeten begaan immers. Maar dan ga je wel voorbij aan een nogal fundamentele pijler onder onze rechtspraak: de onschuldpresumptie.

Iedere verdachte in Nederland is onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Rechters spreken dan ook tijdens zittingen nadrukkelijk uit dat ze nog geen mening hebben gevormd. Ze willen eerst weten hoe een verdachte (en later zijn advocaat) er zelf over denkt. Die dynamiek staat zo langzamerhand wel in heel erg schril contrast met de overduidelijk partijdige en steeds grotere rol van de slachtofferkant.

Arena

Rechtspraak in Nederland is bij uitstek een voorbeeld van geïnstitutionaliseerde wraak. Het is de overheid die ingrijpt, met alle waarborgen die daar bij horen. We laten verdachte en slachtoffer niet simpel los in een arena om uit te maken wie gelijk heeft. We schakelen professionals in die objectief, neutraal en onbevooroordeeld een afweging moeten maken van alle belangen.

De officier van justitie voert het woord namens de samenleving. Hij of zij staat er niet alleen voor het slachtoffer, maar soms ook voor de verdachte. De advocaat zorgt ervoor dat ‘zijn’ of ‘haar’ verdachte een eerlijk en rechtvaardig proces krijgt. De rechter gaat er uiteindelijk iets van vinden. Met inachtneming van alle standpunten en alle belangen.

Moeten we dan maar niets met slachtofferrechten? Integendeel, zou ik zeggen. Ik vind zelfs dat de rechten van aangevers nog veel meer gewaarborgd moeten worden. Ze verdienen naast deskundige en goede begeleiding door politie en hulpverlening een kundige en gespecialiseerde advocaat (het liefst kosteloos), ruimhartige schadeloosstelling en een luisterend oor bij de rechtspraak.

Maar dan wel op een tijdstip waarop dat kan.

Opknippen

Het is binnen het huidige tijdsgewricht waarin effectiviteit, kosten en tijd een grote rol spelen, geen realistisch streven; maar in een ideale wereld knip je het strafproces op. Als je het echt zuiver wil houden, dan laat je de rechtbank eerst in alle vrijheid en los van al dan niet ongeremde emotie de schuld bepalen om daarna terug te komen op de wensen en behoeftes van de slachtoffers.

Dat dit niet gaat gebeuren is wat mij betreft ook voor een deel te danken aan ons verstoorde en eenzijdige beeld van de misdaad, mede mogelijk gemaakt door media die doorgaans alleen afkomen op de grote strafzaken. Daar waar het verschil tussen dader en slachtoffer duidelijker is.

Het is nauwelijks tot niet over te brengen op de gemiddelde mediaconsument – en zeker niet op de politiek -, maar de praktijk van de rechtspraak leert dat het zelden zwart/wit en eenduidig ligt. Aangevers hebben meer dan je zou denken soms een eigen rol in het geheel en – net als de verdachte – een duidelijk belang om zaken in te kleuren, anders te interpreteren of zelfs te framen.

Het is niet voor niets dat onder rechtbankverslaggevers wel wordt gesteld dat bij mishandeling in het uitgaansleven het slachtoffer simpel de persoon is die het eerst contact heeft weten te leggen met de politie….

De vraag dient zich inmiddels dan ook nadrukkelijk aan wie de balans in de rechtspraak nog bewaakt. De politiek in ieder geval niet en media zijn er vaak ook niet bepaald vies van om nauwelijks verholen de kant van aangevers te kiezen.

Scheef

Op 19 november 2014 schreef ik het volgende op mijn site:

In de loop der tijd is er iets scheef gegaan in de publieke opinie over rechtspraak. Het recht lijkt slechts een hinderlijk obstakel te zijn in onze door onredelijke onveiligheidsgevoelens gedreven zucht naar wraak. We zijn vergeten dat rechtspraak rechtvaardig dient te zijn. Ook voor de verdachte.

Die stelling is helaas actueler dan ooit in een tijdperk waarbij de politiek de oren wel erg nadrukkelijk laat hangen naar sentimenten in de samenleving die met de realiteit weinig te maken hebben.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *