´Ze kunnen je beter moord verwijten dan kindermisbruik´

Je kunt beter van moord verdacht worden dan van kindermisbruik, met die woorden vatte het Openbaar Ministerie in Amsterdam een treurigstemmende rechtszaak over zeer vileine laster samen. Dit is een verhaal over een kwetsbare autistische man die zelfmoord wilde plegen omdat hij online ineens werd neergezet als een pedofiel.

Als op dinsdagochtend 6 oktober mijn restaurantpieper in de centrale hal van de rechtbank in Amsterdam afgaat en ik mij – met mondkapje en al – met de veel te kleine lift naar de Gele Zaal begeef, stap ik een vrijwel lege rechtszaal binnen. Uiteraard zijn de vaste spelers er – de politierechter, een officier van justitie en een griffier – maar de verdachte, zijn advocaat en de aangever ontbreken. Ook de publieke tribune is leeg.

Als ik ga zitten en mijn mondkapje af mag doen, hoor ik dat de nu afwezige 33-jarige verdachte M.G. eerder al een bericht heeft gestuurd naar de rechtbank. Hij wil in verband met corona ‘de veiligheid van mijn huisgenoten’ niet in gevaar brengen en is daarom ook niet verschenen. Hij vraagt om uitstel. De officier gaat daar niet in mee (‘er zijn genoeg manieren om veilig naar de rechtbank te komen’) en de rechter ook niet.

De rechtszaak is op verzoek van de verdachte namelijk al een paar keer aangehouden, sleept al 2,5 jaar voort en de rechter heeft de verdachte duidelijk gemaakt dat alle voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen op de rechtbank. Bovendien moet de man die aangifte deed ook een keer weten waar hij aan toe is. Zeker omdat het hem allemaal erg aangegrepen heeft.

Wat de rechter betreft gaat de vlieger van coronagevaar simpel niet op. ‘Meneer is niet realistisch in zijn inschatting en niet de enige met kwetsbare personen in zijn omgeving, anderen hier hebben dat ook, mogelijk ook de meneer van de pers’

Dat klopt.

Triest

De strafzaak gaat dus door met alleen een journalist als toehoorder en wat dan volgt is best wel een triest verhaal.

De verdachte viel in maart 2018 een kwetsbare, autistische man op Instagram en een besloten Facebookgroep lastig. Of zoals de perslijst het formuleert: laster door middel van verspreiden, tentoonstellen, aanslaan, ten gehore brengen.

Voor de duidelijkheid: laster is het schadelijk verspreiden van onwaarheden.

Hij deed dat in berichten, video’s en afbeeldingen. Door het slachtoffer herhaaldelijk een pedofiel te noemen en door anderen op te roepen om aangifte van kindermisbruik te doen tegen de kwetsbare man.

De gevolgen zijn groot. De autistische man staat ineens online bekend als pedofiel, is niet meer welkom bij cosplay (een gekostumeerd rollenspel) en hij moet lijdzaam toezien hoe mensen eisen dat hij van Facebook gaat. Van alle kanten krijgt hij te horen dat hij een pedofiel is.

De online aanvallen zullen er uiteindelijk toe leiden dat het slachtoffer zelfmoord wil plegen. Zijn behandelaar laat de rechtbank weten dat de impact erg groot is en dat de behandeling voor problemen die de man eerder in zijn leven tegen is gekomen ‘ernstig verstoord’ is.

Hoewel de 33-jarige verdachte de grote afwezige is, heeft hij zijn verhaal wel gedaan tegenover de politie en de Reclassering. Wat hem betreft is een ander bestempelen als pedofiel ‘niet kwetsend, maar slechts confronterend’.

En was het niet de aangever zelf die naar de borsten van zijn jonge nichtje had gekeken?

Daar komt bij dat hij in zijn leven ernstig gepest met zijn overgewicht en nu een niet te stillen drang heeft om ‘misstanden’ aan de kaak te stellen. Hij zal het niet meer op deze manier doen, ventileerde slechts zijn woede, maar wil best ‘op een volwassen wijze’ toetsen of zijn woorden wel door de beugel kunnen.

Alleen kennelijk niet in een rechtszaal.

Kwetsbaar

Als de politierechter het strafdossier kort heeft besproken verzucht ze ineens:

‘Twee kwetsbare mensen die het zich erg hebben aangetrokken, waarvan je hoopt dat het beter met ze zal gaan’

De verzuchting is er, maar de realiteit van een eenmaal in gang gezette rechtszaak ook. En dus gaat de officier van justitie staan om haar strafeis te formuleren.

Officier: ,,Alles is al voorgehouden, wat mij betreft is de laster bewezen. Afbeeldingen, video’s, posts op Facebook en Instagram. Dat hij heeft opgeroepen om aangifte te doen en de aangever heeft uitgemaakt voor pedofiel. En dat is niet het geval, zoals we uit het dossier kunnen vernemen. Objectief gezien tast het iemands eer en goede naam aan. Het heeft hem (slachtoffer) ook echt aangegrepen. Het was wel in een besloten groep, maar heel veel mensen konden het lezen en konden het zien en hebben hem erop aangesproken. Wist hij (verdachte) dat het in strijd was met de waarheid? Wat mij betreft wel.’’

De aanklager heeft weinig op met de verdediging van de verdachte dat het slachtoffer naar een ‘schoonzus of nichtje’ en naar andere vrouwen zou hebben gekeken. ‘,,De verdachte refereert naar andere vrouwen, maar die waren meerderjarig. Van pedofilie was helemaal geen sprake en de verdachte wist dat ook. Dat wil dus zeggen dat hij opzettelijk de goede naam en eer van de aangever heeft aangerand. Twee kwetsbare mensen, wat is dan een passende straf? Ik kijk naar de impact op het slachtoffer, die heeft er nog dagelijks last van. Het feit is niet lichtzinnig. Pedofilie wordt ernstig opgenomen, je kunt beter van een moord verdacht worden, dan van kindermisbruik. Dat neem ik echt mee.’’

Boetedoening

Wat de aanklager betreft is een boete van 700 euro een passende straf. Plus een week voorwaardelijke celstraf. Bovendien meent ze dat de door de aangever ingediende schadevergoeding van 1100 euro een redelijk bedrag is, gezien de impact op zijn leven.

De officier vindt weinig weerstand bij de politierechter. Ook die rechter acht de laster namelijk bewezen en maakt daar juridisch verder weinig woorden aan vuil. ,,Het is een oud feit, maar meneer G. verdient wel een straf. Ik vind het van belang dat hij niet meer in de fout gaat, dus ik leg hem twee weken voorwaardelijke celstraf op met een proeftijd van twee jaar en ik wijs de vordering tot schadevergoeding van 1100 euro toe. Ik leg geen boete op, want hij moet al een bedrag betalen aan het slachtoffer’.

Na krap een half uur rechtszaak is het vonnis geveld.

Opnieuw een bewijs dat de vrijheid van meningsuiting niet oneindig is en mensen verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor uitlatingen die bewezen niet waar zijn, geen enkel redelijk doel dienen en het leven van een ander ernstig kunnen beschadigen.

Na de rechtszaak doemt bij mij het virtuele beeld op van een kwetsbare, autistische man die na jaren worstelen eindelijk een soort van warme familie had gevonden in de cosplay-wereld. Een wereld waarin hij – eenmaal in kostuum gehesen – zichzelf kon zijn. Waarin hij niet als raar of anders werd gezien. Mogelijk omdat iedereen daar tijdelijk raar en anders is.

Ik weet helemaal niet of dat beeld klopt, want de behandeling van het dossier ter zitting werpt daar geen licht op en ik kan het bij afwezigheid van de hoofdrolspelers aan niemand vragen.

Maar als dat beeld klopt, dan is het een heel triest beeld.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -

Verantwoording verhaal:

Omdat ik vind dat mijn rechtbankverslagen voor zichzelf moeten spreken, gebruik ik doorgaans geen volledige namen. Dat voegt namelijk weinig tot niets toe, tenzij het om bekende mensen gaat die zelf de publiciteit zoeken of hebben gezocht. Soms gebruik ik het woord ‘slachtoffer’, waar in de rechtszaal soms het woord ‘aangever’ wordt gebruikt. Dit doe ik om de leesbaarheid en de begrijpelijkheid te verhogen. Niet iedereen leest namelijk  in ‘aangever’ meteen slachtoffer.  Quotes van een officier of rechter lezen soms wat kort en onduidelijk, daar kan ik weinig aan doen, in een rechtszaal worden veel dingen niet gezegd, vergeten, verkeerd gezegd of heel kort door de bocht uitgesproken, meestal omdat ze bij de professionele partijen al bekend zijn of omdat ook juristen fouten maken. 

Delen