Stickerterreur: de laffe taal van de onmacht

Afgelopen week plakten laffe asocialen stickers met loos intimiderende teksten op woningen van mensen met een andere mening. De slachtoffers zouden zelfs worden ‘geobserveerd’. De samenleving polariseert snel, mede door sociale media. Met als triest dieptepunt de aanhoudende terreur van de lafheid. Toch is haat ook een compliment.

Mensen met enige relevantie in het maatschappelijk debat kunnen er inmiddels allemaal over meepraten. Anoniem stalkende toetsenbordridders die lasterlijke reacties onder je tweets en posts plaatsen. Activistische asocialen die onbeschaamd woonadressen rondpompen, radicaal rechtse engnekken die ieder debat overspoelen met hun rancuneuze drek.

En niet te vergeten de stompzinnige nationalisten met het IQ van een halve doppinda die alles wat afwijkt van hun eigen zwakbegaafde denkraam besmeuren met hun tergende domheid. Als je door onkunde en onwetendheid te weinig snapt van het leven, zie je overal een vijand en val je akelig snel voor een bekakt pratende charlatan in maatpak.

Mislukkelingen

Mislukkelingen die anderen naar beneden proberen te halen zijn er altijd geweest. Het is helaas een menselijke eigenschap om te proberen om mensen die wel iets bereikt hebben van hun voetstuk te stoten. De jaloerse hater die zo vurig en bij herhaling loos wenst te kleineren, erkent onbewust dat zijn slachtoffer vele malen groter is.

De komst van sociale media heeft het er allemaal ook bepaald niet beter op gemaakt. Het is immers tegenwoordig wel erg gemakkelijk geworden om mensen online te benaderen en te belagen. De in zichzelf kankerende en racistisch mopperende stamgast van voorheen kan niet meer met zachte dwang fysiek uit de kroeg worden gezet na het zoveelste incident. De dronken tokkies van toen wanen zich nu als zolderkamerterrorist veilig achter hun giftige toetsenbordjes.

Daar komt bij dat je in je chronische frustratie en onmacht tegenwoordig online snel gelijkgestemden kunt vinden om samen asociaal en klein te zijn. Eensgezind kwaadaardig rond de digitale dorpspomp, roddelend over anderen om je eigen saaie leven nog wat glans te geven.

Kleinheid

De absolute kleinheid van haters komt het best tot uitdrukking in hun streven om anoniem te blijven. Ze willen een ander intimideren of bang maken zonder er ooit zelf verantwoordelijkheid voor te hoeven dragen. Angstig propjes gooiend naar de boze buitenwereld vanuit de beschutting van de bosjes.

Als de dood dat ooit duidelijk zal worden wie ze zelf zijn. Omdat ze dondersgoed weten dat ze nooit de relevantie en het succes hebben van de mensen die ze zo laf belagen. Het vergt nu eenmaal kracht en karakter om met open vizier ergens voor te staan.

Mensen die proberen macht over een ander te krijgen met intimidatie, geven onbewust aan dat ze zelf geen macht voelen over iets of iemand. De enige manier om dan toch nog iets te voelen is om een ander ‘onzichtbaar’ te belasten. Om vanuit de schaduw van de kantlijn loos duidelijk te maken dat er geobserveerd wordt bijvoorbeeld.

Het is helaas een dynamiek waardoor ‘onmenselijk’ gedrag mogelijk wordt gemaakt. Dat heeft de geschiedenis wel geleerd. Als er geen directe consequenties zijn voor laakbaar gedrag, dan gaan sommige mensen al snel op standje psychopaat.

Energie

Jammer genoeg voor de haters is haat een emotie die alleen maar energie kost. Het houdt negatieve energie vast en slaat onvermijdelijk terug op de persoon zelf. Het is een giftige cocktail, met als destructieve ingrediënten obsessie, frustratie, onmacht en jaloezie. De haat moet een leegte vullen die niet gevuld kan worden.

Zoals Mark Twain ooit zo helder formuleerde:

‘Woede is een zuur dat meer schade aanricht aan het vat waarin het bewaard wordt, dan aan hetgeen waarover het wordt uitgegoten’

Haters zijn mensen die niet in evenwicht zijn en geen controle hebben over hun eigen emoties. Ze worstelen met zichzelf en projecteren hun eigen falen op de ander. De zo hevig geuite boosheid is slechts een doorzichtige dekmantel voor de eigen voortdurend knagende onvrede.

‘Als ik het kut heb, dan moet jij het ook kut hebben’

Relevantie

Maar het is uiteindelijk niet allemaal kommer en kwel. Feitelijk geven haters door hun kwaadaardige gedrag pijnlijk duidelijk aan dat je belangrijk en relevant bent. Ze spenderen er zelfs een groot deel van hun energie aan. Succes werkt als een magneet op gekkies.

Ongeremde, inhoudsloze en anonieme haat kun je prima zien als een cadeau voor de ontvanger. Omdat de hater er klip en klaar mee aangeeft geen weerwoord te hebben. Verbaal en inhoudelijk niet tegen je op te kunnen. Dat wat de hater denkt te voelen als macht, is niets meer of minder dan zijn eigen pijnlijke onmacht.

De ontvanger van anonieme haat is te slim, te welbespraakt, te succesvol, te (mentaal) sterk. De hater weet dat hij de confrontatie met open vizier helemaal niet aan zal kunnen. De laffe omweg van de anonimiteit is essentieel om de eigen angsten en onzekerheden op veilige afstand te houden. Als een klein kind dat bibberend van de zenuwen snel aanbelt om vervolgens nog sneller weg te rennen. Doodsbang voor de consequenties van het eigen gedrag.

Het dragen van consequenties is niet iets waar haters comfortabel mee zijn. Ze weten heel goed dat ze geen schijn van kans hebben als de kansen gelijk zijn. Als ze uit hun zelf gecreëerde veilige schaduw moeten kruipen en de ander in de ogen moeten kijken.

Hoed

Enkele weken terug had ik dat zelf weer eens bij de hand na een rechtszaak tegen een complotadvocate. Een op het oog keurige man met hoed stond in een groep demonstranten die zich in opgewonden verontwaardiging had verzameld op de stoep van de rechtbank.

De wat groezelig uitziende, maar mij onbekende man sprak mijn naam indringend uit toen ik op enige afstand passeerde. Toen ik meteen op hem afliep en vroeg of ik hem ergens van moest kennen zei hij op dreigende toon: ‘Dat komt nog wel’.

De gespeelde stoerheid van de hoedendrager verdween echter als sneeuw voor de zon toen ik hem duidelijk maakte dat het nu een prima tijd was om even van gedachten te wisselen. Ik was er immers toch. Hij deinsde verschrikt achteruit en piepte duidelijk aangeslagen dat ik ‘afstand moest houden’. Toen ik op hem af bleef lopen, wist hij niet hoe snel hij zich uit de voeten moest maken.

Het is natuurlijk ook heel stoer om te midden van een groep gelijkgestemden mij ongevraagd en op vervelende toon aan te spreken, maar kennelijk was het even schrikken om te merken dat ik mij niet laat intimideren en de confrontatie onverwijld aanga.

Haters zijn chronisch laf.

Doel

Hoe je het verder ook bekijkt, haat heeft een duidelijk doel. Het is de bedoeling van de hater om ergens zelf iets van macht te voelen en een ander het zwijgen op te leggen. En dat is ook precies de reden dat we er nooit voor moeten zwichten.

Bedreigers en haters zoeken je online op omdat je relevant bent. Omdat je ertoe doet. Jij bent met je onderbouwde woorden en gedachten de ‘dreiging’ waar ze doodsbang voor zijn, maar geen volwassen antwoord op hebben. Ze willen dat je stopt en proberen dat met de botte wapens die ze nog wel in hun arsenaal denken te hebben: loze intimidatie.

Want loos is het. De laffe stickerplakkertjes observeren ondanks de ‘stoere teksten’ namelijk helemaal niets. Ze hebben nog net de kracht verzameld om haastig een sticker op een deur te plakken en snel weg te lopen. Met de staart beschaamd tussen de benen. Observeren is een te groot risico voor kansloze lafbekjes, de kans is immers groot dat iemand je uiteindelijk aanspreekt.

Poeperds

En zoals gezegd: haters houden niet van consequenties. Het zijn bange poeperds die van grote en veilige afstand iemand willen raken. ‘Soldaten’ die op minstens honderd kilometer afstand van het front stoer op lopen te scheppen over daden die ze nooit zullen verrichten.

Het antwoord op haat is dan ook kracht, moed en onverschrokkenheid. De kracht om onvoorwaardelijk door te blijven gaan. Om te blijven zeggen en schrijven wat gezegd moet worden. De moed om dit met open vizier te blijven doen. En de onverschrokkenheid om de lawine van haatberichten te zien voor wat het is: een toonbeeld van onmacht en een verkapt, maar groot compliment voor je relevantie.

Voor de mensen die het online of fysiek zien gebeuren: spreek je uit. Het is een steun voor de bedreigde en je verzet je tegen ongeremde intimidatie. Ook haters zijn gevoelig voor tegengas. Ze mogen dan doen alsof het ze niets kan schelen, maar dat is niet zo. Georganiseerd tegengas knaagt uiteindelijk ook aan het fragiele ego van de grootste asociaal.

Onvermogen

Vergis je niet, de grootste haters zijn de kleinste zielen. Een grote muil online, maar als je ze opbelt of één op één contact zoekt (bijna niemand is echt anoniem), dan blijven er niet zelden stamelende en stotterende mensen over die nog geen twee zinnen foutloos achter elkaar op kunnen dreunen.

Of, zoals complotwappie Bryan Roy; zo schrikken van het feit dat ik hem na een bedreiging aan mijn adres op zijn mobiele telefoon bel, dat hij zichzelf meteen volledig verliest in een psychopathische scheldpartij.

Verbale agressie is altijd de taal van de onmacht. Van de man of vrouw die de eigen gedachten niet goed meer onder woorden kan brengen. Een stevig brevet van onvermogen.

Tot slot heb ik nog een mededeling voor die intens laffe stickerplakkers: ik ben geen hater en doorgaans ook al niet gewelddadig. Maar als ik zie dat je een woonadres wenst te bezoedelen met je zwakzinnige poging om iemand in zijn eigen privé-omgeving te intimideren, dan sticker ik met alle liefde je hatelijke reet voor eeuwig aan elkaar.

Make my day.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *