Een wel heel merkwaardig jaar

Ik ben niet van de jaaroverzichten, maar het afgelopen jaar was voor mij persoonlijk bij vlagen zo merkwaardig dat ik er toch even bij stil wil staan. Gewoon, omdat het kan. Dit is een stuk over een dreigende gevangenneming, kanker, verraad, bedreigingen, beveiliging en beroving.

Ik ben niet zo makkelijk mentaal om te duwen, maar moet bekennen dat het afgelopen jaar soms wel een uitdaging was. Hoewel ik niet echt een motto heb in het leven, sta ik behoorlijk nuchter tegenover tegenslag. Het overkomt ons namelijk allemaal (zeker in deze coronatijden), niemand is daar uniek in en het kan altijd erger.

Het is wat is en het komt bijna altijd weer goed.

Bovendien heeft het in zijn algemeenheid geen zin om jezelf te verliezen in tegenslag. Niemand heeft recht op rechtvaardigheid, dat hebben we ooit zelf zo bedacht, het is een menselijk construct. Lief bedoeld, maar het slaat nergens op. Wie absolute controle wenst, wacht teleurstelling.

Het afgelopen jaar begon al niet met een schone lei. Zoals eerder beschreven flikkerde iemand in september 2019 een baksteen door ons keukenraam. Op de voordeur zat een briefje met een duidelijke boodschap: ik moest mijn sociale media verwijderen ‘anders komen we terug’.

Een kansloze boodschap, maar toch een vrij intimiderende. Komt bij dat een absoluut gevoel van veiligheid niet snel terugkomt als het voor je gevoel weg is gehaald.

Tot dan toe waren bedreigingen meestal op afstand, nu kwam het dichtbij. Ik ben zeker niet bang aangelegd, maar het is wel vervelend als veiligheid in je eigen huis niet meer vanzelfsprekend is. Als de politie noodgedwongen toezicht moet zetten op de plek waar je je normaal gesproken in alle rust terug kunt trekken.

Waar je niet ‘de journalist’ bent, maar vader en vriend. Waar ook anderen wonen die niet gewend zijn aan haat.

Complotdreigers

In het jaar 2020 kwam het complotdenken door de coronacrisis in een stroomversnelling. Ik schrijf al jaren over complotdenkers en volg een aantal ontspoorde mensen op de voet. De omarming van waanbeelden door een grotere groep en daarmee de sterk gestegen haat tegen journalisten, brachten al vanaf de eerste maanden een stroom aan bedreigingen en verwensingen in mijn richting. We hebben het dan niet over tientallen hatelijke en gewelddadige berichten, maar over duizenden.

Soms wel dertig op een dag.

Die haat naar mij toe werd op een gegeven moment zo intens en concreet (met onder meer een afbeelding van mijn huis en de intens uitgesproken belofte dat iemand mij van het leven zou beroven) dat de recherche op drie plaatsen in Nederland over moest gaan tot een confrontatie met de daders.

Ik heb daar al eerder over geschreven, dus volsta hier met de mededeling dat er echt iets aan de hand moet zijn als de recherche persoonlijk bij mensen langsgaat om erger te voorkomen.

Gevangenneming?

Omdat de politie in Nederland veel te vaak op het mantra ‘doe eerst maar aangifte, dan zien we daarna wel verder’ zit, stak ik ontzettend veel energie (en frustratie) in het bestrijden van bedreigers op een snellere en effectievere manier.

Midden in die storm werd ik op 10 juni 2020 gebeld door de recherche in Amsterdam. Op mijn voicemail hoorde ik een wat apart persoonlijke boodschap: ‘Chris, er is aangifte tegen je gedaan’. De recherche verzocht mij contact op te nemen om een datum af te kunnen spreken voor verhoor. Ik zou wel weten waar het over gaat ‘want je hebt er zelf een blog over geschreven’.

Het bleek dat een wegens oplichting veroordeelde man uit het zuiden van het land op 1 mei aangifte had gedaan, kennelijk omdat ik anderhalf jaar eerder een onderbouwd verhaal over hem had geschreven voor het AD.

Nu is het ieders recht om aangifte te doen, maar het voelde ergens ietwat onredelijk om mij bijkans onverwijld te moeten verantwoorden tegenover de recherche, terwijl er nog vier door mij ingediende aangiftes lagen te wachten bij het korps in Amsterdam. Aangiftes waar, voor zover ik dat na kan gaan, niets mee was gedaan.

Sterker nog: toen ik dit jaar wegens zeer vervelende en herhaaldelijke laster zelf aangifte deed, verzuchtte een rechercheur nog dat ik hem werk bezorgde en dat ik het ook civiel op kon lossen. Hij stelde zelfs een bemiddelingstraject voor, ook al had ik de dader zelf al zonder succes verzocht te kappen.

Hechtenis

De situatie werd nog gekker toen ik van de politie op 15 juni thuis een brief kreeg met daarop de datum van het verhoor. In het begeleidend schrijven stond dat voorlopige hechtenis was toegelaten. Mijn vingerafdrukken zouden worden afgenomen, er moest een gelaatsfoto worden gemaakt en ik liep het risico aangehouden te worden en te worden vastgezet. De vermeende periode waarin ik mogelijk strafbare feiten (laster en smaad) zou hebben begaan, bleek maar liefst anderhalf jaar te beslaan.

Nu ben ik aardig thuis in het recht en leek het mij buitengewoon sterk dat ik vastgezet zou kunnen worden. Samen met mijn advocaat vroeg ik dan ook eerst om opheldering en een nieuwe datum waarop mijn advocaat wel beschikbaar was.

Op 18 juni kreeg ik een tweede brief waarin ineens een ander en veel lichter strafbaar feit was opgenomen (belediging), gepleegd op slechts één dag. De maatregelen (zoals voorarrest) die tegen mij konden worden genomen en de strafbare periode van anderhalf jaar, waren geheel en al verdwenen.

Bureau

Opvallend genoeg kon het allemaal nog gekker. Want toen ik mij samen met mijn raadsman op 21 juli meldde bij het politiebureau voor mijn verhoor, bleek de dienstdoende rechercheur het dossier net over te hebben genomen van een collega en ging het tot mijn stomme verbazing ineens onverkort weer over laster en smaad gedurende anderhalf jaar….

Het werd er ook niet echt beter op toen de jonge rechercheur mijn naam en die van de aangever door elkaar haalde. Volgens de politie kon ik mijn eigen verklaring op papier ook niet meenemen, want mijn verhaal zou binnen een half uur naar de officier worden gestuurd. Je zou er de indruk van kunnen krijgen dat het Openbaar Ministerie de zaak snel zou beoordelen, maar daarna bleef het maanden stil.

Pas vier maanden later kreeg ik een brief van de officier van justitie onder ogen, waarin hij uitgebreid aan de aangever uiteenzette dat er geen strafbaar feit door mij was gepleegd, dat ik in het algemeen belang mijn werk als journalist had gedaan en dat ik dus ook niet zou worden vervolgd.

Ik zal volgend jaar  in een verhaal nog eens terugkomen op de bizarre aangifte.

Verraad

Begin juni belde ik met een jeugdvriend. We bespraken van alles en nog wat, onder meer de bedreigingen die mij ten deel vallen en de beveiligingsmaatregelen die inmiddels zijn genomen om mijzelf, mijn vriendin en mijn kinderen te kunnen beschermen. Op 4 juni vind ik ineens een mail in mijn mailbak van diezelfde jeugdvriend.

Hij is woedend omdat ik het gewaagd heb om een verhaal te schrijven over zijn held Robert Jensen. Een in zijn ogen gewetenloos verhaal en ik moet uitkijken dat ik mijn ziel niet aan een ‘corrupte staat’ uitverkoop. Volgens de jeugdvriend kies ik de verkeerde kant en zal hij strijden tegen ‘de nazi’s die ons hebben geterroriseerd en vastgezet’. De mail – met daarin vertrouwelijke informatie – is niet alleen aan mij gestuurd, maar ook in cc aan Robert Jensen.

Als ik aangeef dat ik niet zit te wachten op een vriend die vertrouwelijke informatie doorgeeft aan derden, biedt hij zijn excuses aan. Klinkt leuk natuurlijk, maar een mail met dezelfde strekking blijkt gericht aan Jensen en vraagt om zijn discretie waar het de persoonlijke informatie aangaat…

Nu ben ik geen haatdragend persoon, maar als je zulke fratsen uithaalt, dan ben je wel behoorlijk af. Je kunt er natuurlijk je schouders over ophalen, maar als je zelfs in gesprekken met vrienden al wantrouwend moet staan tegenover wat je zegt, dan komt dat je gevoel van vertrouwen en veiligheid niet ten goede.

Feitelijk realiseer je je ineens weer hoe eenzaamheid kan voelen.

Kanker

Op 13 augustus zit ik met mijn drie jonge kinderen te genieten aan het water aan de rand van Amstelveen. Ik zie mijn kinderen maar twee keer per maand, een gevolg van een scheiding en in het verlengde daarvan mijn zelfgekozen vertrek vanuit het Noorden van het land naar Amsterdam.

Ineens zie ik de gemiste oproepen van mijn vader op mijn telefoon. Als ik terugbel, is het snel duidelijk. Mijn moeder heeft botkanker. Een tumor in haar ruggenmerg drukt tegen de zenuwen in haar rug, een trage dwarslaesie kruipt dan al door haar lijf. De kanker blijkt ongeneeslijk en als ik haar een paar dagen later spreek in het ziekenhuis, neemt ze alvast bij leven afscheid.

Wat volgt is een pijnlijk proces. Een zeer riskante operatie en maanden van chemo voor de boeg. Ze is er nog steeds, maar zal naar verwachting niet meer dan zeven jaar te leven hebben en haar leven is grotendeels beperkt tot haar woning. Botte pech, zoals ze het zelf zegt.

Woonadressen

Op 16 oktober duikt in de Telegram-chatgroep FDF Klets (Farmers Defence Force) een lijst op met namen en privéadressen van journalisten en politici. Onder meer premier Mark Rutte, zorgminister Hugo de Jonge, Chris Klomp, Marcel Gelauff (hoofdredacteur NOS), Bruno Bruins (voormalig zorgminister) en Paul Blokhuis (staatssecretaris Volksgezondheid) staan op de lijst. Het onderschrift is duidelijk:

‘Altijd intressant. Bij onrecht weet je bij wie je zou kunnen zijn’

De lijsten gaan razendsnel rond in allerlei ‘verzetsgroepjes’, mijn Facebook stroomt weer vol met verwensingen. Nu ben ik na zeker 2000 haatberichten vrijwel immuun geworden voor haat, maar mijn adres was door tussenkomt van de Kamer van Koophandel, de gemeente Amsterdam en de Nederlandse vereniging van Journalisten dit jaar net afgeschermd. Als ik de wijkagent mail krijg ik te horen dat verhuizen de enige optie is.

Weken van energie en geregel voor een deel weg omdat een paar onverantwoorde idioten menen dat een thuisadres niet meer heilig is. Mede door de steeds weer opduikende lijsten en dito intimiderende teksten krijg ik in de laatste maand van dit jaar bij wijze van experiment extra beveiliging. In de vorm van een op de man gedragen bescherming (maar daarover later meer).

Beroving

Op 26 oktober krijg ik via Burgernet een melding op mijn telefoon. De politie zoekt in verband met een beroving een aantal jonge mannen. Hoewel ik vaker dit soort meldingen krijg op mijn telefoon, heb ik gek genoeg meteen een vreemd gevoel in mijn onderbuik. Als ik mijn oudste zoon App, blijkt dat gevoel terecht. Mijn middelste (dan 13 jaar) blijkt samen met een vriendje op klaarlichte dag beroofd van zijn telefoon en zit op het bureau om zijn verhaal te doen.

Er is gelukkig niet veel geweld gebruikt, maar echt fijn is het niet.

AD

Een hoop gedoe dus het afgelopen jaar en daar kwam nog het vervelende einde bij het Algemeen Dagblad bij. Na tien jaar zowel als verslaggever en als  online redacteur te hebben gewerkt, besloot ik in november om te stoppen. Deels omdat ik helemaal voor mijzelf verder wilde en deels omdat ik de laatste maanden tamelijk gefrustreerd was over onderbemande diensten en het onvermogen van de krant om kwaliteit aan te trekken en te behouden. Mede door schandalig lage uurtarieven overigens.

Toen ik op 25 november tijdens mijn een na laatste dienst een afscheidsmail verstuurde die ongelukkigerwijs bij het hele bedrijf terechtkwam, werd ik binnen anderhalf uur uit alle digitale systemen gegooid. De hoofdredacteur belde mij zelf op, hij was bang dat ik nog een mail zou versturen en had dus opdracht gegeven om mij digitaal buiten te sluiten.

Best bijzonder, aangezien ik diezelfde hoofdredacteur een dag eerder een bijna identieke mail had verzonden, waarop de reactie kwam: duidelijke boodschap. Nog gekker: nadat ik uit alle systemen was gezet en dus geen mail meer kon ontvangen, stuurde de hoofdredacteur een mail over mij rond aan de redactie.

In zijn ogen was ik te verbitterd geraakt om nog mijn laatste dienst te kunnen draaien.

Je kunt als mediabedrijf natuurlijk iedere dag de halve wereld de maat nemen (of een oliebollenbakker), maar als al vele malen eerder geuite kritiek op het bedrijf intern rondgaat, dan kan dat natuurlijk niet door de beugel.

Hoe een groot mediabedrijf heel erg klein kan zijn.

Weerbaar

Nu is het natuurlijk vrij gemakkelijk om te zwelgen in zelfmedelijden bij tegenslag. Maar dat is onzin en ook niet terecht. Hoewel sommige dingen je overkomen en je er ook geen aandeel in hebt, geloof ik dat veel dingen je niet zomaar overkomen. Bovendien gaat het er uiteindelijk ook om hoe je er mee omgaat.

Ik weet wie ik ben. Ik schroom niet om de discussie te beginnen en zoek de confrontatie vaak genoeg ook zelf op. Als je altijd kritisch in het leven staat en iedereen en zijn moeder de maat neemt, dan weet je dat je het jezelf niet makkelijk maakt. De meeste mensen houden niet van kritiek en als je doorgaat omdat je er zelf de waarde van inziet, dan keren mensen zich vanzelf van je af.

Dan sluiten de rijen.

Ik weet dat en ik accepteer dat. Het is een onderdeel van mijzelf en ik omarm de gevolgen. Het is aan eenieder om daar iets van te vinden of om het naar wens te benoemen.

Ik noem het zelf passie. Met een sadomasochistisch verlangen om altijd en overal de dwarsligger te willen zijn.

Never a dull moment

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen